PZC 12 13 Storing in de hormoonfabriek V I T A A L 66 Bij amateurs wordt veel langer doorgelopen voordat zij naar een arts gaan 12 13 RUBRIEK OVERLEVEN Amateurvoetballers hebben veel vaker en langer te kampen met blessureleed dan professionele spelers. Dat is eigenlijk onnodig. De cijfers liegen er niet om: zes op de tien amateurvoet ballers raken elk voetbalsei zoen eens of vaker gebles seerd. Per seizoen lopen de ze voetballiefhebbers 35 procent meer risico om ge blesseerd te raken dan profspelers. Blessu res zijn bij de amateurs ernstiger, waardoor de blessures langer duren. Het zijn de getal len die dr. ing. Anne-Marie van Beijster- veldt optekende bij haar promotieonder zoek aan het Universitair Medisch Cen trum Utrecht. Ian van der Stap (34) heeft het aan den lij ve ondervonden. Hij heeft wel eens vertwij feld uitgeroepen: „Was ik maar een prof, dan stond ik allang weer op het veld." Hij maakte in een training een verkeerde bewe ging en werd op een brancard het veld afge voerd. „Er was iets met mijn knie, dat wist ik wel. Eenmaal in de kleedkamer en na de pakken ijs op mijn knie probeerde ik toch nog wel een beetje te lopen. Dat ging vrij aardig. Nog een weekje heb ik het aange zien. Daarna kon ik echt niet meer op mijn been staan. Uit medisch onderzoek bleek la ter mijn meniscus gescheurd te zijn, waren mijn kruisbanden verrekt en had ik een cy ste net onder mijn knie." Van der Stap is uiteindelijk geopereerd en stond bijna een seizoen lang aan de zijlijn. Bij hem is er veel misgegaan. Dat heeft An- ne-Marie van Beijsterveldt, inmiddels werkzaam bij TNO als wetenschappelijk onderzoeker, vaker gehoord. „Het zit 'm in de preventie, de snelle diagnose en de ge richte behandeling van blessures", zegt zij. Haar onderzoek is eigenlijk gestart met een vraag vanuit de KNVB of het warming-up programma 'Den' dat wetenschappelijk on derzocht is bij jeugdspelers en ook bij vol wassenen blessurepreventief is. „Na meer dan 450 spelers een seizoen lang gevolgd te hebben, zijn we erachter gekomen dat dit programma voor volwassenen nauwelijks preventief werkt. Het werkte bij de kinde ren misschien wel omdat zij minder spier massa hebben. Volwassenen hebben moge- lijk een intensiever programma nodig waar ook opbouw in zit." Inmiddels heeft de FI FA 'Den+' ontwikkeld. Daar zitten deze ele menten wel in, zegt de kersverse doctor. „De KNVB heeft besloten dat programma te integreren in de trainersopleidingen. Blessures worden bij de voetbalbond erg se rieus genomen. Voor trainers kan het moei lijk zijn de spelers te motiveren de oefenin gen uit te voeren. Het grootste deel van de amateurspelers vindt een partijtje toch het leukste onderdeel van een training en is maar moeilijk enthousiast te krijgen voor die 'suffe oefeningen'. In die zin is er een cultuuromslag nodig. En daarvoor is gerich te voorlichting en begeleiding essentieel. Als iedereen ervan doordrongen is wat het belang van een goede warming-up is, wordt het na verloop van tijd normaal ge vonden." Andere belangrijke punten zijn de snelle di agnose en goede begeleiding. „Bij amateurs wordt veel langer doorgelopen voordat zij naar een arts of fysiotherapeut gaan. Daar door loop je al achter de feiten aan. Die eer ste fase waarbij het belangrijk is direct vast te stellen of rust, ontzien of juist lichte be lasting beter is, wordt vaak overgeslagen. Dat er dan grotere schade kan ontstaan, is wel duidelijk. Ook de behandeling van de blessure is anders. Als een operatie niet di rect noodzakelijk is, zie je bij veel sporters dat ze even rust nemen, maar niet werken aan hun herstel onder begeleiding van een deskundige." De gevolgen zijn uiteindelijk merkbaar. Amateurs blijven gemiddeld dubbel zo lang aan de kant staan in vergelijking met professionals. Als ze weer gaan voetballen houden ze ook in ruim 30 procent van de gevallen last van de blessure, tegen 13 pro cent bij de profs. De medische begeleiding, zo zegt Van Beijsterveldt, moet bij amateur voetballers veel intensiever worden ingezet om dit blessureleed te voorkomen. Amateurvoetballer Bas Gevers (26) is er ver baasd over dat zijn club niet standaard een medische begeleider heeft rondlopen. „Ik heb zelf een hamstringblessure gehad. Dat is gewoon een lastige blessure waarbij je goed moet oppassen wat je doet. Ik weet dat omdat ik zelf fysiotherapeut ben. En dus ben ik direct gestopt, ook al riep de coach dat ik het beste kon blijven bewegen. Door mijn netwerk werd er snel een diag nose gesteld en ben ik met een sportfysio- therapeut ook gaan werken aan herstel. Na vijf weken kon ik weer rustig aan de slag en heb ik mijn trainingsschema langzaam opgebouwd. Op de club werd daar een beet je lacherig over gedaan. 'Je bent Robben niet', zeiden ze. Dat klopt, maar ik heb ook een baan en ik wil graag weer voetballen, zei ik." Volgens onderzoeker Van Beijsterveldt te- -kent dit de sfeer in het amateurvoetbal. „Je hoort mensen weieens zeggen dat voetbal lers veel te veel blessures oplopen. Dat is dan een nadeel voor werkgevers. De medi sche kosten zijn ook aanzienlijk. Als er veel meer aandacht is voor blessures bij ama teursporters dring je dit terug. Maar ook als dat niet mocht gebeuren: sporten is nog altijd vele malen beter dan niets doen. Die ene blessure valt in het niet bij de lichame lijke schade door niets doen." Gezond door Rietje Krijnen Anne-Marie van Beijsterveldt Bas Gevers: „'Je bent Robben niet', zeiden ze. Dat klopt, maar ik heb ook een baan en ik wil graag weer voetballen, zei ik." foto Thinkstock Amateur heeft dubbel pech reageren? gezondheid@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 11