SPECTRUM 11 44 44 Verslaafd en depressief Als het niet meer ging, belde ik patiënten af of hing een briefje op de deur: 'De dokter is ziek'. Artsen doen vaker een succesvolle zelfmoord poging door onbeperkte toegang tot dodelijke middelen ZATERDAG 22 JUNI 2013 met psychiater Hein de Haan het ini tiatief voor ABS-artsen. De Jong schetst een profiel van zijn patiënten: een dokter tussen de 45 en 55 jaar, met een op zijn einde lopende car rière. Meestal zijn het sociale drin kers, maar naarmate de jaren vorde ren, verandert dat in dwangmatig drinken. Vaak spelen emotionele pro blemen en een onvermogen daar hulp voor te vragen mee. „Er ligt een taboe op hulp vragen. Dat doe je niet snel als arts. Het is bekend dat dokters zelf notoire zorgmijders zijn", zegt De Jong. Hij wijt het onder meer aan de machocultuur binnen de geneeskun de. „Doorgaan tot je erbij neervalt." Stoer gedrag is de norm. „Ik ken een arts die door echtscheiding een tijdje uit de running was. Toen hij terug kwam, was het enige wat zijn colle ga's zeiden: 'we dachten dat je al dood was'. Geen woord van medeleven of begrip. In zo'n omgeving vraag je niet snel om hulp." Het is een beeld dat wordt herkend door psychiater Jan Mokkenstorm, di recteur van de zelfmoordpreventielijn ii30nline en directeur acute en kort durende zorg bij psychiatrische instel ling InGeest. Dokters zijn hard voor zichzelf, weet Mokkenstorm. „Perfec tionisme en schaamte zijn vaak sterk ontwikkeld. Ze zijn heel nauwgezet. Het is vaak goed of niet goed, grijstin ten zijn dan nauwelijks aanwezig. Ze zijn tamelijk streng voor zichzelf. Dat betekent ook dat ze de eigen pijn min der snel toelaten. Als er dan iets is, kij ken ze als dokter naar zichzelf. Een an dere dokter ernaar laten kijken, doen ze niet snel." Het artsenvakblad Medisch Contact publiceerde een onderzoek naar suïci de in de beroepsgroep. Daaruit bleek dat artsen vaker dan anderen zelf moord plegen. Daarnaast scoren ze hoog in de verslavingscijfers en heb ben ze vaker last van depressieve aan doeningen. Die combinatie, depres sies en verslaving, geldt als een letter lijk dodelijke cocktail: het risico op zelfdoding is veel groter als beide aan wezig zijn. De vraag is natuurlijk waarom artsen gevoeliger zijn voor de- pressies en middelenmisbruik. Echt onderzoek daarnaar is niet gedaan. Onderzoek toont wel aan dat werken in de zorg emotioneel zwaar is. Dok ters dragen een zware verantwoorde lijkheid. Mokkenstorm denkt dat het schuldgevoel over dingen die fout zijn gegaan, bij medici langer blijft han gen. „Iedere arts heeft zo zijn kerkhof je, zaken die je echt bijblijven. Dat kan je lelijk opbreken. Het lukt niet al tijd alles maar klinisch te bekijken. Dan ontstaat zo'n mengeling van spijt en angst dat je misschien toch niet zo goed bent als je dacht te zijn. Ik heb dat ook wel meegemaakt, dat dingen soms na jaren nog door mijn hoofd spookten." De Jong ziet dat het vak veeleisend is. Dat begint al in de opleiding. Daarin worden zulke hoge eisen gesteld dat een burn-out relatief vaak voorkomt: zo'n 13 procent van de artsen in oplei ding krijgt ermee te maken. In de loop der jaren werden ook steeds va ker vrouwen arts. Die combinatie van én een goede arts willen zijn én een goede echtgenote, moeder en huis vrouw is voor veel vrouwen te zwaar. Bovendien is de druk op artsen groter geworden, meent De Jong, door 'niet-patiëntgebonden activiteiten'. Konden artsen vroeger volstaan met een eenvoudige administratie, nu moeten ze met zorgverzekeraars in on derhandeling en worden ze afgere kend op productie. „Het is veel com plexer geworden. De omgang met pa tiënten vindt iedereen leuk. Maar dat andere breekt heel veel mensen op." Ook belastend is de angst voor het ma ken van fouten en de gevolgen daar van. „Ik ken jonge artsen die al voor de tuchtraad hebben gestaan. Die door hun leidinggevenden in de steek werden gelaten. De tuchtdreiging is in de loop der jaren groter geworden." In Medisch Contact werd opgeroepen tot een cultuurverandering: de medi sche wereld moet af van het taboe op hulp bij geestelijke problemen. Hulp vragen moet de norm zijn, in plaats van zorg mijden. Ziekenhuizen en in stellingen zouden onbelemmerd en discreet toegang moeten bieden tot psychiatrische hulp. Jan Mokkenstorm noemt het 'van cru ciaal belang' als mensen met zelf moordgedachten anoniem of via inter net hulp kunnen krijgen. „Hulp zoe ken is heel ingewikkeld voor mensen die suïcidaal zijn. Een derde van hen heeft nooit hulp gevraagd. Ze scha men zich om hulp te vragen of zijn bang te worden opgenomen. En ze willen tegen beter weten in hun pro blemen helemaal alleen oplossen." De zelfmoordpreventielijn ii30nline moet de drempel verlagen. Suïcidale mensen en hun omgeving kunnen via 0900-1130113 en www.1130nline.nl ano nieme hulp krijgen van getrainde vrij willigers en professionele experts. Voor artsen is de drempel om hulp te vragen hoger, zegt Mokkenstorm. „Toen ik nog vrijgevestigd psychiater Ingrid Dam Medisch Contact was, kreeg ik wel eens artsen uit een andere stad die niet naar een collega wilden in hun eigen omgeving. Als je collega's van elkaar bent, is het lastig als de een opeens de dokter is en de ander diens patiënt." Medisch Contact constateerde dat art sen die wél hulp vragen niet altijd de goede zorg krijgen. De vriendschappe lijke en collegiale behandeling is te vrijblijvend en laat te veel ruimte voor de patiënt. Veel artsen beginnen aan zichzelf te sleutelen, inclusief het aan zichzelf voorschrijven van medi cijnen. Dat wordt als een van de oorza ken gezien van het hogere zelfmoord percentage: de onbeperkte toegang tot dodelijke middelen. Het verklaart waarom artsen niet méér zelfmoord pogingen doen dan anderen, maar er wel vaker in slagen. De eerste poging is vaak succesvol. Er gaan binnen de beroepsgroep stemmen op de vrije toegang tot medicijnen aan banden te leggen. KNMG-directeur Lode Wigers- ma denkt niet dat daar de oplossing ligt. „De arts moet aan zichzelf kun nen voorschrijven, omdat hij die mid delen in zijn huisapotheek moet heb ben. Er zijn soms crisissituaties, dan is dat wel handig." De KNMG had jarenlang een steun en verwijspunt voor artsen in proble men. Dat sneuvelde echter in de be zuinigingen op de gezondheidszorg. Inmiddels wordt de druk richting poli tiek weer wat opgevoerd, zegt Wigers- ma. Hij wil dat op de werkplek zelf sneller wordt gesignaleerd dat het fout gaat en dat wordt ingegrepen. „We hebben toch wel een paar voor beelden gezien van zaken die fout gin gen, zoals bij Jansen Steur (een in op spraak geraakte Nederlandse neuro loog, red). Die was verslaafd en toch werden er geen maatregelen geno men. Er is een zekere schroom om te signaleren en aan te pakken. Daar moeten we vanaf." Wigersma noemt verslaafde artsen 'een behoorlijk probleem'. „Ze zijn een gevaar voor de patiëntveiligheid. Ze kunnen hun werk niet goed doen." Hij is blij met ABS-artsen. „Nu nog moeten verslaafde artsen zichzelf aan melden. Maar we willen naar een si tuatie toe dat ook anderen het kun nen melden als ze vermoeden of we ten dat een collega verslaafd is." Ingrid Dam weet hoe het is verslaafd te zijn. Suïcidegedachten heeft ze nooit gehad. „Ik heb wel veel gedacht: ik zou het nu niet erg vinden als ik nooit meer wakker word. Maar ik heb nooit actief gedacht: nu stop ik er mee." Uiteindelijk was een bezoek aan een zelfhulpgroep van alcoholisten haar redding. Daarvoor had ze vier jaar drooggestaan en genas ze van longkan ker. Toch viel ze terug in de oude si tuatie. Eén glaasje, daar begon het weer mee. „Ik zeg altijd: het eerste glas moet je niet drinken, want daar na is een badkuip nog niet genoeg. Een jaar lang heb ik letterlijk dag en nacht gedronken. Tot ik besefte: In grid, als je zo doorgaat, ga je dood." Een vriendin nam haar mee naar die zelfhulpgroep. „Het was een warm bad. Ik heb vanaf dat moment nooit meer een druppel gedronken. Ik heb geleerd dat ik een ziekte heb. Als alco holist ben je chronisch ziek. Daar moet je aan blijven werken. Zoals ie mand met diabetes insuline moet heb ben, moet ik naar die hulpgroep blij ven gaan. Doe ik het niet, dan loop ik kans op terugval." ^5^ reageren? spectrum@depersdienst.nl Naar schatting is zo'n 9 tot 12 pro cent van de artsen in Nederland ver slaafd. Een groot deel is verslaafd aan drank, maar bij ABS-artsen melden zich ook mensen met een drugs-, gok- of seksverslaving. Internationaal onderzoek toont aan dat artsen in vergelijking met niet-medici een fors verhoogd risico lopen op suïcide. Ze zijn ook vaker depressief. Al onder medische studenten en art sen in opleiding komen depressieve stoornissen zo'n 15 tot 30 procent va ker voor dan gemiddeld. Waardoor dat komt, is niet bekend. Depressieve artsen zoeken nauwe lijks hulp. Psychisch lijden is in de me dische wereld taboe. Artsen zijn bang dat de erkenning ervan hun carrière kansen vermindert en hun functione ren bemoeilijkt. Ze proberen hun pro blemen zelf op te lossen. Depressieve stoornissen blijven nor maal al in zo'n 50 procent van de ge vallen onopgemerkt, onder artsen is dat percentage vermoedelijk nog ho ger. Bron: Onderzoek van A.M. van Schaik e.a., gepubliceerd in Medisch Contact

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 67