SPECTRUM 7
Slavenhan
del was niet
iets van de
overkant
van de
oceaan. Het
gebeurde
ook hier in
Amsterdam
ZATERDAG 22 JUNI 2013
Portret door Jo
hannes Mijtens
(ca. 1668) van
Margaretha
van Raephorst,
echtgenote van
Cornelis Tromp
Het negerslaaf
je toont haar
rijkdom,
foto
Rijksmuseum
de Amsterdamse elite. „Over de rol
van de prominenten van toen is wei
nig bekend. Ik wilde weten wie het
zijn en waar zij woonden." In zijn
boek staat een lijst van in totaal 151
vooraanstaande bewoners die in de
17e en 18e eeuw een rol van formaat
speelden en vaak een fortuin verdien
den ten koste van slaven: regenten, be
windhebbers van de West-Indische
Compagnie(WIC), burgemeesters, di
recteuren van de Sociëteit van Surina
me, leden van de Vroedschap (raad).
Machtige families als Bicker, Bloe-
maert, Van Collen, Witsen, Van de
Poll, Trip, Pels, Broen, Valckenier, Van
Aerssen van Sommelsdijck, Geelvin-
ck, Godin staan vermeld. Wie hun
adressen op de kaart intikt, ziet een
keurig rijtje verschijnen, vooral langs
de Herengracht. Om precies te zijn:
de zogenoemde Gouden Bocht, het
stuk gracht met de grootste panden
en de meeste pracht en praal van alle
maal. De huidige ambtswoning van
de burgemeester aan de Herengracht
502 staat er ook bij. Slavenhandelaar
en medeoprichter van de Sociëteit
van Suriname, Paulus Godin
(1618-1690) had het in de zeventiende
eeuw in bezit. Voor de voorlaatste be
woner, Job Cohen, was dat aanleiding
om in 2004 een herdenkingsplaquette
aan het pand te schroeven ter herinne
ring aan de slachtoffers van slavernij.
Balai wil dat ook deze bladzijde uit de
geschiedenis deel wordt van het Am
sterdamse collectieve geheugen. „Het
gaat mij niet om het aanwijzen van
schuldigen. Maar men moet weten
dat slavenhandel niet iets is dat ver
weg plaatsvond, aan de overkant van
de oceaan, in het zuiden van de Vere
nigde Staten en in Afrika of zo. Zoals
in De negerhut van oom Tom te lezen
viel. Nee, het gebeurde ook hier, hart
je Amsterdam."
Wetenschappers brengen de Amster
damse geschiedenis wel steeds minu
tieuzer in beeld. Vorig jaar presenteer
de historica Dienke Hondius een digi
tale kaart met alle eigenaren in de
Leo Balai
hoofdstad die nog in 1863 in Surina
me of op de Antillen slaven bezaten.
Vanaf volgende week is op de kaart
ook informatie te vinden over de bij
behorende plantages.
Alex van Stipriaan, hoogleraar Caraibi-
sche geschiedenis aan de Erasmus
Universiteit is minder somber over de
zichtbaarheid van de beladen geschie
denis. Hij constateert dat 'het grote
zwijgen' langzaam verdwijnt. Vijfjaar
geleden werkte hij mee aan het pro
ject Op zoek naar de stilte, waarin de
onderzoekers op zoek gingen naar cul
tureel erfgoed van het Nederlandse
slavernijverleden. „Ook afro-Neder-
landse groepen zijn actief bezig dit on
derwerp op de kaart te krijgen. Het re
sulteerde onder meer in het Slavernij-
monument. Er zijn televisieseries, pu
blicaties. Er is meer belangstelling,
ook van de autochtone bevolking.
Maar nog steeds geldt: je moet er wel
naar op zoek."
Culturele instellingen zijn nu bezig
de omslag te maken. Voor de viering
van 150 jaar afschaffing van de slaver
nij hebben musea in Amsterdam ten
toonstellingen georganiseerd. Het
Scheepvaartmuseum heeft een recon
structie gemaakt van de ondergang,
voor de kust van Suriname, van het
slavenschip Leusden. Daarbij kwa
men zevenhonderd Afrikanen in het
ruim om het leven omdat de beman
ning na de schipbreuk de luiken dicht
timmerden en daarna alleen zichzelf
in veiligheid bracht. In de kelder van
het Geelvinck Museum, in een grach
tenpand dat ooit bezit was van een sla
venhandelaar, is een kleine expositie
ingericht over slavernij. Ook in het
Amsterdam Museum is de keerzijde
van de Gouden Eeuw te zien. Dwars
door de tentoonstelling over alle bloei
en fortuin in de zeventiende eeuw
loopt een 'slavernijspoor'. Zo valt bij
een schilderij van de familie Van Col
len niet langer uitsluitend te lezen dat
zij in 1639 eigenaar werden van een
mooi buitenhuis in Kennemerland,
maar ook dat zoon Ferdinand dertig
jaar later slaventransporten leidt. Re
genten van het Burgerweeshuis be
kommerden zich om arme weeskinde
ren, maar hadden tegelijkertijd ook
voor duizenden guldens aandelen bij
de WIC. De zachtaardig ogende vluch
teling Paul Godin, die na de verove
ring van Antwerpen door de Spanjaar
den naar Amsterdam vluchtte, had
het monopolie op de levering van sla
ven aan Spaanse gebieden in
Zuid-Amerika.
„Musea hebben lang een soort blinde
vlek voor dit onderwerp gehad", geeft
conservator Annemarie de Wildt van
Amsterdam Museum toe. „De link
naar de slavernij is er vaak niet. We
willen op deze manier bijdragen aan
het vergroten van de kennis en het col
lectieve geheugen van de stad. Men
sen minder blind maken, zeg maar.
Het maakt nogal uit hoe je naar de ge
schiedenis kijkt, wat je perspectief is."
Het gaat er niet om, benadrukt ze, be
zoekers een schuldgevoel aan te pra
ten, of anderen slachtoffer te laten
zijn. „Wij laten ook nazaten van de
slaven aan het woord. Zij hebben een
verhaal te vertellen, dat eindelijk mag
worden gehoord."
reageren?
spectrum@depersdienst.nl