'Als ooit een vierde verdieping nodig is, dan moet ze er gewoon komen' ZEELAND 31 VRIJDAG 21 JUNI 2013 y Schelde vastgelegd dat Nederland tol mocht heffen: 1,12 gulden per ton inkomende vracht en 0,38 gulden per ton vracht richting zee. In de jonge staat werd die tol toch als een belemmering van de vrije vaart naar de havens van Antwer pen en Gent gezien. Na moeiza me besprekingen aanvaardde Ne derland in 1863 een afkoopsom van ruim 17 miljoen gulden, een bedrag dat vandaag de dag op ruim 195 miljoen euro zou neerko men. België hoefde van die som maar een derde op te hoesten. De maritieme wereldgemeenschap van die tijd betaalde het leeuwen deel: Argentinië, Brazilië, Bre men, Chili, Denemarken, Ecua dor, Frankrijk, Griekenland, Ham burg, Hannover, Italië, Lübeck, Mecklenburg-Schwerin, Noorwe gen, Oldenburg, Oostenrijk, de Pauselijke Staten, Peru, Portugal, Pruisen, Rusland, Spanje, Tbrkije, de Verenigde Staten, Zweden en vooral Groot-Brittannië droegen bij, elk naar hun aandeel in het scheepvaartverkeer. Daarmee on derstreepten ze, zo legt Van Hooy donk uit, de internationale beteke nis van de vaarroute door de Wes- terschelde. De Belgen zagen de af koop van de Scheldetol boven dien als het sluitstuk van hun sou- vereiniteit en als een nationale mythe. De feestelijkheden in Bel gië en vooral Antwerpen waren niet van de lucht. Auguste Lambermont, de onder handelaar aan Belgische zijde, ont ving de titel baron, allegorische gedenkprenten werden gedrukt en de Antwerpse Kamer van Koophandel organiseerde eon groots vuurwerk en de genodig den zetten zich aan een banket met biefstuk op z'n Italiaans, ge smoorde ham met Madeirasaus, jonge eend zoals die in Marseille Eric Van Hooydonk - Strijd om de Stroom, een politieke geschiedenis van de Schelde; uitgeverij Davids- fonds; 392 pagina's; 34,95 euro. Havenschepen Marc Van Peel van Antwerpen heeft aangekondigd dat hij het voortaan uitsluitend over aanpassingen van de vaargeul naar zijn stad wil hebben; niet over volgende verdiepingen. Maar wat de Antwerpse jurist Eric Van Hooydonk betreft mag het beestje best bij de naam worden genoemd: „Als naast de ze aanpassingen later ooit een vierde verdieping noodzake lijk blijkt, moet ze er gewoon komen. We hebben er recht op." Dat recht is - Van Hooydonk kan er niet genoeg op hame ren - verankerd in het het Scheidingsverdrag van 1839. In alle nieuwe afspraken over de Westerschelde neemt Vlaan deren een verwijzing naar dat verdrag op. Een van dege nen die daar vanuit een adviserende rol op toeziet, is Van Hooydonk, advocaat gespecialiseerd in zee- en transport- recht, hoogleraar in Gent en schrijver van onder andere Strijd om de Stroom. In alle discussies over het Scheldedossier behoort Van Hooydonk (1965) bepaald niet tot het kamp der rekkelij- ken. Het verdrag van 1839 moet wat hem betreft stipt wor den nageleefd, ook vandaag de dag nog. Hij heeft geen en kel begrip voor de in Nederland levende opvatting dat het verdrag als een historische curiositeit in de archieven kan worden opgeborgen. Van Hooydonk: „Het verdrag is meer dan een serie afspraken tussen twee partners die na ruzie hebben besloten uit elkaar te gaan. Het is het statuut van ons land, waarin niet alleen het grondgebied van de nieu we staat nauwgezet wordt omschreven. De mede-onderte kenaars, Groot-Brittannië, Frankrijk, Oostenrijk, Pruisen en Rusland, de grootmachten van toen in Europa, vonden dat België ook een faire kans moest worden geboden voor levensvatbaarheid in economisch opzicht." Zo moeten volgens Van Hooydonk de artikelen in het ver drag over de toegankelijkheid van de haven van Antwer pen worden gelezen. „Zonder goed bereikbare haven geen levensvatbare natie. Wat toen gold, geldt nog steeds: de be vaarbaarheid van de Westerschelde staat op de eerste plaats. Al het andere is eraan ondergeschikt." Van Hooydonk neemt met licht schouderophalen kennis van de in Nederland veel gehoorde opvatting dat het on praktisch is containerreuzen de 65 kilometer lange slinger route door de Westerschelde op te sturen. „Zolang de re ders er brood in zien, zullen ze blijven komen en zullen we met het Scheidingsverdrag in de hand eventuele vol gende aanpassingen en verdiepingen blijven eisen." Commissaris van de koning Han Polman noemde de Vlaamse houding laatst 'archaïsch' en vond dat alle aspec ten van de Westerschelde in samenhang moeten worden bekeken, zoals in feite de afgelopen jaren is gebeurd. Van Hooydonk: „Ik zie niet wat er archaïsch aan is het statuut van een buurland te respecteren." Eric Van Hooydonk: „De bevaarbaarheid van de Westerschel de staat op de eerste plaats." wordt gegeten, doperwten vol gens een Franse bereidingswijze en kapoen met truffel. Nee, aan Zeeuwse zilte zaligheden bestond in die tijd geen behoefte. Bij de twintigste herdenking van de tolafkoop werd op de Marnix- plaats in Antwerpen-Zuid het Schelde Vrij monument opge richt en in 1913 vormde een histo rische optocht met zestig praalwa gens, groepen en muziekkorpsen het hoogtepunt van de vijftigste herdenking. Het eeuwfeest van de herdenking bleef in 1963 een tikkeltje onderbelicht, maar de Antwerpenaren zijn van plan de honderd vijftigste verjaardag van de tolvrije Schelde deze zomer uit gebreid te vieren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 31