1 'Rampenzender is van de vorige eeuw' VERDIEPING 11 VRIJDAG 21 JUNI 2013 buiten! door Freke Remmers Omroep Gelderland staat nog steeds het schaamrood op de kaken als de medewerkers terugdenken aan de ontploffing van de energiecentrale in Nijmegen, in november vorig jaar. De website van de omroep vloog eruit toen mensen die massaal bezochten voor informatie. „Dat moet nooit meer gebeuren", zegt hoofd onli ne Jan Willem van der Hogen van Omroep Gel derland. Alle regionale omroepen zijn daarom op dit moment in gesprek met de Nederlandse Pu blieke Omroep (NPO) of zij de extra internetca- paciteit daar kunnen gebruiken in geval van nood. Want dat is nodig. Mensen gaan op een hele an dere manier met nieuws om. „Televisie, radio of internet is voor hen allemaal hetzelfde", vertelt Anne-Marie van het Erve, deskundige op het ge bied van crisiscommunicatie. Omroepen zien al langer dat nieuwsconsumenten hun heil vooral zoeken op het internet, maar de subsidie voor de calamiteitenfunctie blijft bestemd voor radio. „Maar", zegt Van het Erve, „het fenomeen ram penzender is van de vorige eeuw." De rampenzender zoals we die kennen (volgens de wet alleen op de radio) werkt niet meer. Er zijn voorbeelden genoeg dat het mis ging: de regionale omroep werd niet ingeschakeld als ram penzender (chemiebrand Moerdijk), te laat (vuur werkramp Enschede), de website raakt overbe last (ontploffing energiecentrale Nijmegen) of de autoriteiten gaven te weinig informatie (brand Oosterhout). Desgevraagd weet Van het Erve niet één succesverhaal op te noemen. Niet dat de omroepen het niet goed doen. „Omroep Brabant was tijdens de chemiebrand bij Moer dijk geen rampenzender, maar ze zonden wel continu live uit. Dat gebeurde echter vanuit hun journalistieke taak. Ook al waren ze wel rampen zender geweest, de burger had weinig verschil ge zien", denkt Van het Erve, die onderzoek deed naar de crisiscommunicatie rondom Moerdijk. „De omroep kan haar verschillende petten, ram penzender en nieuwszender, moeilijk uit elkaar houden. Als rampenzender ben je officieel de roeptoeter van de burgemeester, maar elke jour nalist zal ook een vraag stellen als hij de burge meester voor de microfoon heeft." Elke regionale omroep krijgt per jaar zo'n 50.000 tot 60.000 euro subsidie om voorzieningen (voor bijvoorbeeld noodstroom) in stand te houden voor het geval dat, weet Gerard Schuitema van ROOS RTV, branchevereniging van de regionale omroepen. De omroepen krijgen gezamenlijk tientallen miljoenen euro's per jaar om uit te zen den. De vraag dringt zich op of die subsidies nog wel nodig zijn. Zelfs de veiligheidsregio's - samenwerkingsver banden van bestuurders, brandweer en politie - zetten vraagtekens bij de toekomst van de regio nale omroep als rampenzender. Zo was RTV Noord geen rampenzender tijdens het hoogwa ter in Noord-Nederland, begin 2012. „Desalniette min heeft RTV Noord uitvoerige en zorgvuldige berichtgeving verzorgd", staat in het evaluatierap port De dijk staat op springen. „Dat roept de vraag op in hoeverre het noodzakelijk is de regionale zender tijdens crises formeel als rampenzender in te zetten." Gerard Schuitema en Mark Visch van de Neder landse Vereniging voor Journalisten (NVJ) zien nog wél toekomst in de calamiteitenzender. „Bij een echte grote ramp vliegt het mobiele telefonie netwerk er als eerste uit. NL-Alert werkt ook al leen als er bereik is. Radio en televisie werken echter via een satelliet", stelt Visch, die dienst - had als chef nieuws bij RTV Oost ten tijde van de vuurwerkramp in Enschede. Schuitema: „Mensen willen uiteindelijk toch méér informa tie dan je via Twitter kan verspreiden." mm S m

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 11