28 ZEELAND Luitenant-ter-zee der eerste klasse Mark Corveleijn, geboren en getogen in Vlissingen, vaart momenteel rond Somalië om deel te nemen aan de antipiraterijmissie. Hij is plaatsvervangend commandant van Zijner Majesteits van Speijck. Donderdag 6 juni Vrijdag Zaterdag d3 Waakzaamh blijft noodzakelijk "T97Ó, woonplaats. W.«nnge'« burge»es,"tCetrOU^|lti,rop beroep". te bieden heeU eid 'BRAND-BRAND-BRAND!', klinkt het over de luid sprekers. Iedereen op Zr.Ms. Van Speijk komt in be weging en de brandbestrijdingsploeg haast zich naar de brand. Ik ren er achter aan, noteer de reactie tijden en kijk of de procedures goed gevolgd wor den. Vandaag ben ik namelijk 'scheidsrechter' bij een brandoefening. Het is kwart voor acht 's och tends en met 26 graden is het nog relatief koel in de Golf van Aden. Toch hebben de brandbestrijders het in hun zware en warme pakken zwaar. Zodra alle ac- ties uitgevoerd zijn, stoppen we om half ne gen de oefening. Het drinkwater om vocht aan te vullen is niet aan te slepen. Van Speijk vervolgt haar weg in de scheep vaartroute tussen Jemen en Somalië. We patrouilleren in deze route om de koopvaardijschepen tussen het Su- ez-kanaal en Azië te beschermen tegen aanvallen van piraten. Ik zie de contai ners, waarschijnlijk gevuld met tabiets en televisies voor de consument, voorbijvaren. Dankzij onze aanwe zigheid liggen ze over een paar weken in de winkel. Om half drie stuiten we op een dhow (lo kaal vrachtscheepje) die in de scheepvaar troute vreemde bewegin gen maakt. Dhows wor den nog al eens gebruikt als 'moederschip' voor de piraten. We besluiten een kijkje te gaan nemen. Met twee snelle boten gaat een team van mariniers en een Somalische tolk er op af. De dhow wordt geïnspecteerd, maar er zijn geen verdachte spullen of piraten aan boord. Het roer blijkt niet goed te werken waardoor de dhow soms van koers af raakt. De kapitein heeft er wel vertrouwen in om door te varen en nadat ze wat vers drinkwater hebben achtergelaten, komt het team weer terug aan boord. Na het ontbijt om half acht loop ik mijn ronde door het schip. Om deze tijd wordt in een uurtje het schip door de bemanning schoongemaakt. Dat is ook wel nodig als je met 170 mannen en vrouwen op 122 meter schip leeft. Als ik langs de bakkerij loop, zie ik dat onze bakker vannacht weer druk in de weer is geweest: 30 wit, 30 bruin, 16 stokbroden en 12 speciale broden. William is ook een Zeeuw. Af en toe bakt hij Zeeuwse bolussen, maar vandaag hebben we roomboterkoekjes bij de koffie. Om acht uur ben ik bij de command brief. In deze briefing wordt de commandant bijgepraat over de weersverwachting, de laatste inlichtingen, het ver loop van de operatie en de technische staat van schip en systemen. Na de briefing ga ik even op de brug kijken. Het is rustig buiten. Mede door de aan wezigheid en de acties van marineschepen is de pira terij stevig teruggedrongen. Er is hier al ruim een jaar geen koopvaardijschip meer gekaapt en het aan tal pogingen daartoe is ook flink afgenomen. Mo menteel liggen er nog twee gekaapte schepen voor de Somalische kust, terwijl dat aantal drie jaar gele den nog tegen de twintig liep. Desondanks blijft on ze aanwezigheid en waakzaamheid noodzakelijk. Onder luid geraas van onze gasturbines naderen we met hoge vaart het Engelse bevoorradingsschip Fort Victoria. Even later liggen we op zo'n 35 meter naast haar en koppelen we een grote brandstofslang tus sen de twee schepen terwijl we samen verder varen. We gaan brandstof laden. Ik sta aan dek en let op de

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 28