12 BUITEN
Het is ruim 30 jaar geleden dat colle
ga Cert-Jan Buth bezig was met zijn
promotie-onderzoek over de decom
positie van schorrenplanten. Anders
gezegd: hoe schorrenplanten (na al of
niet opgegeten te zijn) verteren en
vervolgens weer worden omgezet in
plantenvoedingsstoffen, zodat de
kringloop rond is. Daar komen natuur
lijk allerlei beestjes aan te pas en het
was aan de promovendus om te ont
dekken welk beestje welke rol speelt
in dit proces. Nu is het natuurlijk on
mogelijk om al die verschillende beest
jes van een naam te voorzien, dus het
verzamelde materiaal werd uitgesor
teerd en verstuurd naar verschillende
specialisten. Larven van vliegen gin
gen standaard naar één van de belang
rijkste amateur-entomologen die Ne
derland toen rijk was, namelijk Bob
van Aartsen.
doorChiel Jacobusse
HETZEEUWSE LANDSCHAP
Buiten
De voormalige hoeve
'De Jonge Bogaerds'
lag op de grens van
de gemeentes Kapel-
Ie en Wemeldinge.
De bakkeet stond in
Kapelle en het huis
en de schuur in
Wemeldinge.
foto Zeeuws
Documentatiecentrum
(Jan Bruijns)
Zeldzame dazen doen het goed
in het Zeeuwse landschap
Een onaanzienlijke worm
achtige larve die gevan
gen werd op het Zuidgors
bij Ellewoutsdijk werd le
vend meegegeven aan
Van Aartsen en die zag
onmiddellijk dat het een
dazenlarve was. Hij kweekte het dier
op in een weckfles. De vlieg die er
uitkwam was een kweldergifoog.
Een lid van de dazenfamilie die in
Nederland beperkt is tot de Zeeuwse
Delta en die ook in omringende lan
den ontbreekt. Zo bijzonder dat de
larve nog niet eens was beschreven
voor de wetenschap.
Heel veel jaren later, zo rond de eeuw
wisseling ging ik mij intensief met
het bestuderen van vliegen bezig hou
den. En dat leidde tot een hartelijke
vriendschap met (wijlen) Bob van
Aartsen. Die bracht op een dag een
heel bijzonder cadeautje voor mij
mee, namelijk het huidje van de eni
ge tot nu toe gevangen larve van de
kweldergifoog! Ik heb dat bezit jaren
lang zorgvuldig gekoesterd, maar in
middels is het veilig opgeborgen in
de wetenschappelijke collectie van
de Universiteit van Leiden.
De kweldergifoog is inmiddels een
oude bekende. Tijdens inventarisa
ties op de Zeeuwse schorren troffen
we deze daas op verschillende schor
ren aan; het meest talrijk op de Ru-
moirtschorren ten noorden van Sint
Philipsland.
Er zijn onder de dazen meer zeldza
me schorbewoners. Zo kennen we de
zilte knobbeldaas, die behalve in
schorren (massaal in Saeftingheü)
ook in binnendijkse zilte gebieden
als de Westeindse weel en de Yerseke
moer leeft. Hetzelfde kan gezegd wor
den van de zilte regendaas. Die da
zen met een voorkeur voor zoute mi
lieus zijn in het algemeen niet alleen
in Nederland, maar ook internatio
naal heel erg zeldzaam. Soorten om
zorgvuldig te beschermen dus.
Nou ja, beschermen. Dazen zijn, om
het zachtjes uit te drukken, niet al te
populair. En dat heeft te maken met
hun steekgedrag. Dazen, en dan met
name de vrouwelijke exemplaren,
hebben bloed nodig om zich te kun
nen voortplanten. Ze strijken neer op
mensen of dieren en doorboren met
hun steeksnuit de huid. Ze brengen
wat anti-stollingsmiddelen in om te
voorkomen dat de bloedstroom voor
tijdig stopt en zuigen dan een flinke
portie bloed weg bij hun slachtoffer.
En het zijn juist die anti-stollingsstof-
fen die het doen. Ze veroorzaken een
- per individu wisselende - zwelling,
en een branderige pijn of ook wel
sterke jeuk. Door een daas gestoken
worden is geen pretje en bij gevoeli
ge personen komt het voor dat ar
men of benen bijna twee keer hun
normale omtrek krijgen, wat meer
dan een dag kan duren!
Een gemiddelde wandelaar weet nau
welijks wat je bedoelt als je het over
een daas hebt. In de wandelgangen
wordt gesproken van een steekvlieg
of ook wel een horzel. De naam hor
zel is misleidend, want in feite zijn
dat - erg zeldzame - vertegenwoordi
gers van een totaal andere vliegenfa-
milie. Voor één dazensoort, de goud-
oogdaas is al vanouds een Zeeuwse
naam in gebruik. Deze soort wordt in
Midden-Zeeland een 'brimste' ge
noemd. Dat is geen soort van zilte ge
bieden, maar van lommerrijke bos
schages en bosranden. Want ook on
der de dazen heeft elke soort zijn ei
gen voorkeuren.
De regendaas vind je in vochtige wei
degebieden, maar de langsprietregen-
daas leeft in Zeeland uitsluitend op
de zandgronden in het zuidoosten
van Zeeuws-Vlaanderen. De gewone
langsprietdaas vliegt overal, maar
steeds in heel lage dichtheden, zodat
je hem toch niet vaak tegenkomt.
Het is met dazen weer net als met al
les in de natuur: er is meer variatie
dan je denkt en er blijft altijd iets
nieuws te ontdekken.
Zilte regendaas Langsprietregendaas