Eigenaar Gery de Cloedt van de Hedwigepolder vertelt
waarom hij zo fel tegen ontpoldering is. Want onder voor
waarden wil hij best verkopen.
•-*r
6 SPECTRUM
Alles moet wijken voor
door Jeffrey Kutterink
Gery de Cloedt (41)
wijst op een luchtfo
to naar een plekje
aan de oever van de
Westerschelde.
„Hjer stond opa's
huis. Het is afgebro
ken omdat de dijk breder is gemaakt."
Het lijkt al een eeuwigheid geleden,
maar de herinneringen aan hoe hij als
klein jongetje in de Hedwigepolder
speelde, zijn warm en talrijk.
De Hedwigepolder is al sinds 1935 in
handen van de De Cloedts. „Opa kocht
de polder bij een openbare verkoop.
We verbleven er met de familie dan
vaak voor een wat langere periode."
Opa overleed in 1996 en Gery's vader
erfde de polder. „Maar hij was toen ook
al in de 70 en zag het niet zitten om
heen-en-weer te rijden en het huis, het
land en de dieren te onderhouden."
Van de één op de andere dag bezit Gery
316 hectare grond, waarvan 16 hectare
op Vlaams grondgebied. De polder was
toen kaler dan nu, weet hij nog. „Nu is
er meer natuur. Iedereen die hier komt
zegt: wat is het mooi." Het is ontegen
zeglijk waar. Het is er zo groen dat De
Cloedts 'witte huis' tegen de Schelde-
dijk zo goed als verscholen ligt. „Ik ge
niet intens van de omgeving."
Het witte huis met rode dakpannen is
niet groot en zelfs sober, maar knus in
gericht. Er spat niet vanaf dat het het
buitenverblijf is van de directeur van
Group De Cloedt; een groep van bedrij
ven actief in beton, bodemsanering,
bouwmaterialen, zand- en grintwin-
ning en baggerwerken. Een concern
met een omzet van 120 miljoen euro
per jaar en waar 400 mensen hun
brood verdienen. De Cloedt, zijn vrouw
en zijn kinderen voelen zich thuis in de
Hedwigepolder. „In de zomer ben ik
hier elk weekend", vertelt hij achter
over leunend op de bank. „En doorde
weeks passeer ik vaak zo eens een uur
tje voor de paarden. Ik woon 70 kilome
ter hier vandaan, in Brussel."
De paarden zijn zijn passie. Dertig
heeft hij er staan, waarmee hij fanatiek
polo speelt. Ze worden door Argentijn
se jockeys afgericht. „Ik vind het een
zeer complete, strategische sport. Bo
vendien kan ik het spelen met mijn kin
deren."
Boven de schouw hangen familiekiek
jes. „Ik speel wedstrijden in Holland,
België, Duitsland, en Frankrijk. Ik werk
veel, hard en graag. Voor de rest pro
beer ik tijd met mijn gezin door te
brengen. Heb ik dan een momentje
over, dan speel ik polo of zeil of ski ik.
Ik hou van buitensporten." Lachend:
„Allez, het is beter en minder duur dan
een casino."
Van de 300 hectare die de Hedwigepol
der nu groot is, is 270 hectare verpacht,
rekent Gery voor. „30 hectare is voor
mezelf, maar daarvan is zeker 20 boom
en bos." Er zijn 25 pachters. Op één fa-
A r/: - \i A'-rtm
milie na wonen ze niet in de Hedwige
polder, maar in de omliggende Prosper
en Emmapolder. „Er woont nog één fa
milie in de Hedwige, helemaal aan het
begin als je de polder inrijdt."
Hij heeft net bezoek gehad van een aan
tal Tweede Kamerleden van de WD.
„Ze zeiden dat ze het hier heel erg
mooi vinden. Maar ja, wat koop ik daar
voor? Hun handtekening staat onder
een regeerakkoord waarin staat dat de
polder onder water gaat. Is dat nor
maal? Ik vind dat je eerlijk moet zijn."
De vriendelijke toon verandert. „Ik ben
nooit betrokken bij de afspraken die Ne
derland en Vlaanderen in 2005 hebben
gemaakt om de Hedwigepolder onder
water te zetten. Ik hoorde geruchten en
heb uitleg gevraagd aan de Vlaamse en
Nederlandse overheden. Ik heb nooit
reactie gekregen."
Maar op 13 januari 1995 meldde de PZC
dat de kans bestaat dat de Hedwigepolder
wordt teruggegeven aan de natuur.
„Er waren geruchten. Maar pas nadat
de ministers de Scheldeverdragen had
den getekend, ontstond lawaai. De be
volking was gechoqueerd en de Tweede
Kamer heeft veel uitleg gevraagd en dui-
delijkgemaakt dat ontpolderen een fou
te beslissing is. Maar het is altijd geblok
keerd door Vlaanderen. Om het even
welk alternatief werd aangedragen."
Voormalig staatssecretaris Henk Bleker
had een alternatief.
„Hij was de eerste die kwam kijken
voordat hij een beslissing genomen