Vechtadvocaten drijven partners tijdens een scheiding verder uit elkaar. Hoogopgeleide en mondige ouders schuwen deze Vuile oorlog niet, tot frustratie van de jeugdzorg. 6 SPECTRUM actueel Als vechten moet, dan moet het en dan maar beter goed Slim genoeg voor een vechtscheiding door Peter Winterman Ianneke (60) is bang, verward en depressief. Haar man Pie ter heeft net opgebiecht dat hij al heel lang ongelukkig is en van haar wil scheiden. Het liefst wil Janneke, die werkt als parttime gemeen teambtenaar, de hele zaak uit n geven aan een advocaat. Die draagt haar op om thuis de financiële administratie te kopiëren, foto's te ma ken van dure bezittingen en 'onbe hoorlijk gedrag' van Pieter tegen haar, de kinderen of de kleinkinderen vast te leggen. Als Pieter thuiskomt en haar bezig ziet met een camera, volgt een knal lende ruzie. Janneke filmt de woe de-uitbarsting voor haar advocaat, die de beelden ook aan de rechter laat zien. Haar echtscheiding loopt uit op een Jerry Springer-achtige nachtmer rie. Vechtscheidingen, zoals die van Janneke en Pieter, komen steeds vaker voor. En dan zijn er bij acht op de tien scheidingen ook nog eens kinderen betrokken. De Raad voor de Kinderbe scherming deed vorig jaar 5.249 keer onderzoek naar een problematische echtscheiding, tegen 4.800 keer in 2011. De broertjes Ruben en Julian, vo rige maand om het leven gebracht door hun vader, werden ook gevolgd door de kinderbescherming. Zelden eindigt een scheiding op zo'n tragi sche manier, maar de juridische oor log die eraan voorafging is niet uniek. Advocaten constateren dat steeds meer hoogopgeleide ouders tijdens hun scheiding bij Bureau Jeugdzorg te recht komen. „Dat komt omdat deze mensen niet verder kwamen in het particuliere circuit", stelt Wills Lange- dijk, echtscheidingsadvocaat en me diator in Amsterdam. „Er is dan al on gelofelijk veel hulp aan te pas geko men. Steeds weer worden nieuwe hulpverleners ingeschakeld, zoals kin derpsychologen en pedagogen. Deze ouders kunnen zich dat veroorloven, want er is geld zat. Steeds weer wordt naar een deskundige gezocht die zich achter de mening schaart van de ouder in kwestie. Als de kinderthera peut met een omgangsregeling op de proppen komt die een van de ouders niet aanstaat, wordt weer verder geke- ken. Zo gaat dat maar door." Volgens Langedijk zorgen vechtschei dingen tussen hoger opgeleiden er voor dat steeds meer zaken op het bordje van Bureau Jeugdzorg belan den. „Maar het hele proces zit dan al muurvast. Zie er dan nog maar eens uit te komen." Rob van Coolwijk, scheidingsadvo caat en voorzitter van de vereniging Familierecht Advocaten en Scheidings mediators (vFAS) stelt dat jeugdzorg helemaal niet opgewassen is tegen die groeiende groep hoogopgeleide, schei dende ouders. „De ouders proberen jeugdzorg in het eigen kamp te krij gen", zegt Van Coolwijk, bij wiens ver eniging een kleine duizend advocaten zijn aangesloten. „Ouders verwachten dat jeugdzorg aan waarheidsvinding doet, maar dat is helemaal niet zo. Voor jeugdzorg gaat het om de belan gen van het kind, al het overige inte resseert die organisatie niet. Het ge volg is dat een zaak bij jeugdzorg al leen maar verder escaleert. De rechter moet dan ingrijpen." Bureau Jeugdzorg erkent dat het steeds vaker energie moet steken in vechtscheidingen van hoger opgeleide en verbaal goed onderlegde ouders. Volgens jeugdzorgdirecteur Erik Ger ritsen gaat het om mensen met geld die zich zonder problemen een dure advocaat kunnen veroorloven. Voor jeugdzorg is het zwaar werk, stelt Ger ritsen. „Je zit in een kamertje met twee ouders en twee advocaten en ze gaan gewoon ruzie zitten maken. Wel- les-nietes, heftig schreeuwen." Advo caat Langedijk herkent het: „Om el kaar zwart te maken, worden over en weer de meest verschrikkelijke din gen geroepen. All is fair in love and war, en dus verlaten beide partijen het slagveld vaak financieel verminkt, afgebeuld en bebloed." Langedijk ziet in haar praktijk dage lijks hoe scheidingen uitlopen op dra ma's voor ouders én kinderen. „Geluk Echtscheidingsadvo caat en mediator Wills Langedijk kig kan ik in het merendeel van mijn zaken als mediator optreden. Dat bete kent dat ik probeer te bemiddelen. Al les is er dan op gericht de echtschei ding buiten de rechtszaal te houden." Maar in ongeveer een derde van de scheidingszaken doet Langedijk mee aan een harde juridische strijd. „Als vechten moet, dan moet het en dan maar beter goed", stelt ze. Alle partijen beseffen dat de kinderen bij een vechtscheiding vrijwel altijd de grootste verliezers zijn. „Daar zit het morele dilemma voor een advo caat", zegt Langedijk. „Als advocaat moet je het belang van je cliënt die nen, maar dat is lang niet altijd het be lang van het kind. Uiteindelijk is het wel de ouder die de factuur betaalt, en niet het kind. Vaak schermen ouders zelf met de belangen van hun kind, maar ze worden eigenlijk gedre ven door wraak en puur eigenbelang. Ik probeer hun dan ook een spiegel voor te houden." Dat doen niet alle echtscheidingsadvo caten in Nederland. Een deel van de advocaten zet geen rem op de emoties en wraakgevoelens van de ouder, vaak ten koste van het kind. „Het komt voor dat ik een zaak niet aanneem, als ik hoor wie de advocaat van de tegen partij is", zegt Langedijk. „Er lopen de meest vreselijke advocaten rond." Erg open over hun tactiek lijken die advo caten overigens niet te zijn. Geen van de advocaten, van wie bekend is dat ze in rechtszaken geen enkel middel schuwen bleek bereid aan dit artikel mee te werken als hun naam zou wor den genoemd. Als de rechter constateert dat ouders niet met elkaar communiceren of als er meldingen zijn bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, raakt jeugdzorg betrokken. Als Bureau Jeugdzorg vermoedt dat kinderen risi co's lopen, volgt een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Langedijk denkt dat het Nederlandse systeem van rechtspreken eigenlijk niet deugt voor echtscheidingen. „Het is een onpersoonlijk, onmenselijk pro ces, waar mensen slechter uitkomen dan dat ze er ingingen. Het systeem faalt om hulp te bieden aan mensen, juist op momenten waarop ze die het hardst nodig hebben." Volgens Lange dijk raken de verhoudingen tijdens de maandenlange voorbereidingen op een rechtszaak meestal alleen maar verder verstoord. „Ik geloof in de juri dische oorlog. Maar niet altijd. Vech ten in het belang van de kinderen of om financiële zekerheid is de moeite waard, maar vechten om je gelijk te krijgen niet." Uit onderzoek van TNS NIPO blijkt dat zo'n 20 procent van de scheidin gen uitloopt op een vechtscheiding. „Dat is een somber cijfer", zegt Rob van Coolwijk, die ook in zijn eigen praktijk met vechtscheidingen te ma ken heeft. „Als advocaat verdien je je brood met juridische procedures, maar naar het kind voel ik absoluut een zekere verantwoordelijkheid. Als een vader roept dat hij niet van plan is alimentatie te betalen, vraag ik wat daar de gevolgen van kunnen zijn. Het betekent dat zijn vrouw fulltime moet gaan werken. Maar waar moeten de kinderen dan naartoe? Ik probeer de discussie over de partner los te trekken van de discussie over de kin deren. Dat is soms heel lastig." Van Coolwijk hoopt dat dat het dra ma rond Ruben en Julian ervoor zorgt dat snel werk wordt gemaakt van het advies van de Kinderombudsman die vorig jaar de aanbeveling deed om in moeizame situaties een 'bijzondere curator' te benoemen, speciaal voor kinderen. „Dat zou inhouden dat als er een bijzonder curator wordt be noemd, die zich alleen maar bekom mert om het belang van de kinderen en om hoe de zorg moet worden inge vuld zodat hun belang is gediend. Dat is een ontwikkeling die ik zeer toe juich, alleen zien we in de praktijk dat er nog te weinig gebruik van wordt ge maakt." Langedijk heeft ervaren wat de ver strekkende gevolgen van een vecht scheiding kunnen zijn. „Nadat een moeder mij had ingeschakeld en ik mijn eerste brief naar de vader had ge stuurd, pleegde deze man zelfmoord. Gelukkig had hij zijn kinderen niets aangedaan, maar ik heb mij hier lange tijd heel naar over gevoeld." De namen van Janneke en Pieter zijn om privacyredenen gefingeerd. reageren? Sm/ spectrum@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 90