Twee Zeeuwen gingen ten onder met de 0-13
XX
ZEELAND 29
VRIJDAG 31 MEI 2013
ff a sf£n
AACM. KAne. A
TT t tc
hti-,
9 17 _satQ&u(S«KAn&A
L 4 I ÓC
Tekening van de 0-13 uit het notitieboek
van sergeant machinist Herman Vukkink.
De kiel werd 22 november 1928 gelegd
in de westloods van de Koninklijke Maat
schappij De Schelde in Vlissingen. Het
was de tweede boot uit de 0-12 klasse,
een serie van vier kustonderzeeboten.
Omdat dit type door de koopvaardijsluis
in Den Helder moest, waren zij aan maxi
male maten gebonden. Dat maakte het
ontwerp instabiel. Zo maakten de boten
bij het opduiken zware slagzij. In de win
ter 1936/1937 werd de 0-13 verbouwd.
still
on patrol
gedetailleerd inkijkje geven in het bestaan en
het verlies van de onderzeeër.
Dat begint met de bouw op De Schelde in Vlis
singen. Het schip werd 18 april 1931 gedoopt en
te water gelaten door mevrouw Hellingman-Bor-
sius. Zij was de echtgenote van Cornelis Helling
man, luitenant ter zee ie klasse, die namens de
marine toezicht hield op de bouw. De O-13 ver
liet op 2 oktober de werf en werd onder meer in
gezet voor konvooidiensten in de Straat van Gi
braltar tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Op 10
mei 1940 (de Duitse invasie in Nederland) werd
de onderzeeboot naar Engeland gecomman
deerd en belast met patrouilles in de Noordzee
bij het Skagerrak, boven Denemarken.
Het bijzondere aan het boek is dat alle 34 be
manningsleden, onder wie Hubert Albregts (27)
uit Hulst en Daan van der Vliet (26) uit Sas van
Gent, uitgebreid worden geportretteerd. Bibo:
„De marine heeft destijds twintig nabestaanden
opgespoord. Bij onze zoektocht in archieven in
Australië, Indonesië, Engeland, de VS en Cura
sao hebben we 149 naaste familieleden terugge
vonden: broers, zussen, kleinkinderen. Van die
mensen is zo verschrikkelijk veel informatie ge
komen: foto's, persoonlijke brieven en tastbare
herinneringen, dat we in staat zijn gesteld om
de bemanningsleden van de O-13 een gezicht te
geven."
De bedoeling is dat de documentaire eind dit
jaar wordt uitgezonden op Omroep Max. Maar
Bibo houdt nog een slag om de arm. In oktober
staat weer een grote zoektocht op het program
ma. De expeditie staat onder leiding van kapi
tein-luitenant-ter-zee Jouke Spoelstra. „Stel dat
de O-13 dan wordt gevonden, dan mag dat na
tuurlijk niet ontbreken", zegt Bibo. Hij durft er
geen inschatting van te maken hoe groot die
kans is. „Het gebied waar de onderzeeboot zou
kunnen liggen, beslaat ongeveer half Nederland.
Als je bovendien weet dat het op de zeebodem
wemelt van de wrakken (alleen in de Noordzee
al zo'n vijftienduizend) dan weet je dat het heel
lastig is om net dat ene juiste wrak er uit te pik
ken. Maar ik hoop echt dat het dit keer lukt. De
marine heeft de vorige keer op een diepte van
twintig tot veertig meter een aantal possible tar
gets gelokaliseerd, objecten die voldoen aan de
afmetingen van de O-13 en die nu nog nader
moeten worden geïdentificeerd. Het beroerde is
dat je voor dat soort operaties met sonarappara-
tuur heel erg afhankelijk bent van het weer. Een
golfslag van twee meter is vaak al te hoog."
Wordt de O-13 gevonden, dan wordt wellicht'
Hubert Albregts (27), matroos 1e
klasse
H. J. S. M. Albregts; Hulst, 02-08-1912
Hubert had zich in 1931 vrijwillig bij de mari
ne aangemeld. Zijn ouders waren geschei
den na een zakelijk debacle en met vier kin
deren in het gezin was het in de crisis geen
gemakkelijke tijd. Hubert moest zijn studie
studie technisch ingenieur afbreken.
Hij werd voor zijn opleiding tot matroos ge
plaatst op het wachtschip Vlissingen. Na een
periode in Nederlands Oost-lndië, behaalde
hij eind 1939 in Nederland het brevet tele
grafist en werd vervolgens op 4 december
bij de onderzeedienst in Den Helder ge
plaatst.
Zijn vrouw Johanna Henriëtte Wennekers
was nog maar kort in verwachting toen hij
op 9 mei vertrok met de 0-13. Zijn dochter
Ingrid werd begin 1941 geboren. Haar moe
der, die waarschijnlijk alles had verdrongen,
wilde maar weinig vertellen over vader.
J. A. van der Vliet; Sas v Gent, 13-11-1913
Daan kwam in mei 1930 in dienst bij de mari
ne. In 1936 ging hij voor een periode van 2
jaar naar Nederlands Oost-lndië. Daar maak
te Daan deel uit van de bemanning van de la
ter gezonken onderzeeboot K-16. Daan werd
in 1939 op de 0-13 geplaatst en belast met
het onderhoud, herstel en de bediening van
de elektrische installaties aan boord.
Toen Daan op 9 mei 1940 rond middernacht
vanuit Den Helder vertrok, was zijn vrouw
Maria Hendrika de Haas zwanger van hun
tweede kind. Een half jaar na het verdwijnen
van de 0-13, kwam via het Rode Kruis be
richt dat Daan was omgekomen. Maria (31)
bleef zonder geld achter met zoon Henk (4)
en de inmiddels geboren baby Eef. Ze ver
trokken uit Den Helder en gingen naar oma
in Hengelo. Daar moest Maria de spullen van
Daan verkopen om aan geld te komen.
ook duidelijk wat de onderzeeboot fataal is ge
worden. Vlak na de oorlog luidde de officiële le
zing dat het schip door Duitse vliegtuigen tot
zinken was gebracht. Anderzijds is het niet on
aannemelijk dat het schip in een mijnenveld te
recht is gekomen. Eind jaren zestig dook weer
de theorie op dat de O-13 zou zijn geramd door
de Poolse onderzeeër Wilk. Ook gaan er volgens
Bibo geruchten dat de boot op een geheime mis
sie zou zijn geweest voor de Nederlandse kust.
Daarnaast zijn er in archieven verslagen te vin
den van een onbekende onderzeeër en wrak
hout, allemaal in de buurt van het patrouillege-
bied van de O-13.
De marine is niet van plan het wrak te bergen.
Het zal worden aangemerkt als zeemansgraf en
als zodanig ongemoeid gelaten. Om de nabe
staanden hoe dan ook de gelegenheid te geven
afscheid te nemen van hun familielid, wordt 3
juli op een willekeurige plek op de Noordzee
een herdenkingsplechtigheid met kranslegging
gehouden. De bedoeling is dat een onderzee
boot voor een fregat uitvaart en dan symbolisch
onder duikt.
Het boek is uitgebracht in een oplage van duizend
exemplaren en voor 29,95 euro te bestellen via de in
ternetsite www.stillonpatrol.nl.
Daan van der Vliet (26), korporaal
monteur