6 COLUMN Succesvol verouderen 6 7 Praten over BDE blijft lastig V I T A A L Met een klein apparaatje (ICD) dat wordt geïmplanteerd, kan een hartstilstand worden voorkomen. De techniek staat niet stil. Een nieuw soort ICD, de S-ICD, is een stuk minder kwetsbaar. NA SCHOK EVEN BEWUSTELOOS Gezond Inwendige defibrillator redt levens Patiënten met een ICD worden in het zie kenhuis behandeld door een team dat be staat uit elektrofysiologen en ICD-technici. Sjoerd Westra schat dat het in de patiënten groep in zijn ziekenhuis gemiddeld vier keer per week voorkomt dat iemand een schok krijgt vanwege een hartritmestoornis. „Na de hartstilstand gaat de bloeddruk omlaag. De patiënt raakt even bewusteloos. Het kastje heeft tussen de zestien en twintig seconden nodig om een schok te geven. De patiënt komt even later bij. Hij is vaak enorm geschrokken, vooral ook omdat hij even 'weg* is geweest." Bij 10 tot 15 procent van de ICD-dragers gaat de ICD binnen twee jaar een keer af, schat Westra. „Soms zien we dat dit een paar keer vlak achter elkaar gebeurt. Hier is niet altijd een oorzaak voor te vinden. Vaak komt het vanzelf weer tot rust." Dragers van een ICD mogen niet in de buurt komen van grote magnetische vel den, zoals een MRI-scan. Poortjes op vlieg velden, magnetrons en mobiele telefoons zijn geen probleem. Als een ICD net is ge plaatst, mag de patiënt acht weken geen auto rijden. Professioneel rijden (op een vrachtwagen) mag nooit meer. In verschillende hartcentra worden contact dagen gehouden, niet alleen voor de patiën ten, maar ook voor hun omgeving. Voor pa tiënten is dat een goede gelegenheid vra gen te stellen en ervaringen uit te wisselen. Familieleden willen vaak weten wat ze moe ten doen als een ICD afgaat. Westra: „Ik ad viseer contact op te nemen met het zieken huis of 112 te bellen. In het ziekenhuis is 24 uur per dag iemand aanwezig die weet welke protocollen gevolgd dienen te wor den. Als een ICD afgaat, kun je iemand ge woon aanraken, dat levert geen gevaar op voor de omgeving." Bij patiënten in de terminale fase van hun leven kan de ICD 'uit' worden gezet. Dit mag alleen onder directe verantwoordelijk heid van een cardioloog. Het UMC St. Radboud en het AMC doen vergelijkend onderzoek naar ICD en S-ICD. een seconde of twintig weer wakker. Bij Zwartjes is het kastje preventief ge plaatst, ze heeft nooit een hartstilstand ge had. „Maar de kans dat ik een hartstilstand krijg, is serieus aanwezig. Ik heb een verdik king van mijn hartspier. De wand tussen mijn linker- en rechterhartkamer is dubbel zo dik, waardoor er minder bloed in kan en mijn hart moeite heeft het bloed eruit te pompen. Omdat het risico op een hartrit mestoornis bij mij reëel is, heb ik de ICD gekregen. Ik ben er blij mee." In Nederland zijn 35.000 mensen met eèn ICD. Elk jaar komen er circa 4.500 bij. „De eerste ICD werd eind jaren tachtig ge plaatst", zegt Sjoerd Westra, cardio- loog-elektrofysioloog in het UMC St. Rad boud. „Het is een betrekkelijk eenvoudige operatie die onder lokale verdoving wordt uitgevoerd. Via een kleine snee plaats je het apparaatje bij het sleutelbeen. Daarna leid je een of meerderde draden via de bloedvaten naar het hart zelf." (foto links) De techniek van ICD's is volop in ontwik keling. Zwartjes is een van de eerste patiën ten bij wie een nieuw soort ICD is ge plaatst: de S-ICD. (De S staat voor 'Subcuta- ne', wat 'onder de huid' betekent). Westra: „De behandeling met een normale ICD is erg succesvol. Patiënten reageren er goed op. Zo'n apparaatje gaat tussen de vijf en acht jaar mee. Daarna kan het worden ver vangen. De draden die naar het hart toelo pen, zijn echter kwetsbaar en moeilijk te vervangen. Ze bewegen met het hart en het sleutelbeen mee en zijn daarom onder hevig aan slijtage. Draden vervangen die er al een paar jaar zitten, is lastig. Ze zijn ver groeid met het hart en de bloedvaten. Daar om zetten we, als een van de draden defect is, er meestal een draadje bij. Het grote voordeel van de S-ICD (zie foto rechts, red.) is dat er minder problemen ontstaan door Moniek Hüsken Bij Annelies Zwartjes (20) is re cent een S-ICD geplaatst. Een ICD (Implanteerbare Cardio verter Defibrillator) is een ap paraatje ter grootte van onge veer een make-upspiegeltje (maar dan rechthoekig), dat onder de huid wordt geplaatst. Er zitten draden aan die de hartslag continu in de ga ten houden. Mocht er een hartritmestoor nis zijn, dan brengt het apparaatje het hart weer op gang. De patiënt raakt korte tijd bewusteloos, krijgt een schok en wordt na Bij een normale ICD wordt het kastje onder het sleutelbeen gezet en lopen een of meer dere draden naar het hart via een bloedvat. met de geleidedraden. Bij een S-ICD wordt het kastje geplaatst in de buurt van de ok sel. Van daaruit loopt een draad naar het midden van de borstkas en dan recht om hoog over het borstbeen tot aan het hals kuiltje. De draad ligt niet in het hart, maar loopt onder de huid. Daarom is deze gelei- dedraad bij problemen of slijtage makke lijk te verwijderen." De nadelen: het kastje van de S-ICD is iets groter en daarmee ook de wond die moet worden gemaakt. Boven dien heeft de operatie plaats onder algehe le narcose. In principe mogen patiënten kiezen welke ICD ze willen, al kan dat niet altijd: een on derhuidse ICD is bijvoorbeeld niet ge schikt voor mensen die ook last hebben van hartfalen (verminderde pompfunctie). Zwartjes liet zich voor plaatsing goed voor lichten, onder anderen door een patiënt. „Ik sport veel, zumba en fitness", zegt ze. „Ik vond het een naar idee dat er draden in de buurt van mijn hart zouden liggen die dan meebewegen. Daarom heb ik gekozen voor een S-ICD. Ik kan het kastje voelen, maar als je het niet weet, zie je het niet." De operatie viel mee. Na één dag mocht ze naar huis. „Ik had een beurs gevoel en pijn als ik mijn borstspieren aanspande. De eer ste tijd moest iemand mij uit bed helpen. Maar nu, een paar weken later, gaat het hartstikke goed. Mocht ik een hartstilstand krijgen, dan weet ik dat ik weer opsta. Een litteken en een bultje erbij, heb ik daar graag voor over." Ti reageren? gezondheid@depersdienst.nl Bij S-ICD zit het kastje in de buurt van de oksel. Van daaruit loopt een draad naar het midden van de borstkas en dan recht omhoog over het borstbeen tot aan het halskuiltje. De draad ligt niet in het hart, maar loopt net onder de huid. foto's PR

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 37