Bijna 250.000 Joden, Roma en niet-Joodse
Polen werden in het vernietigingskamp
Sobibór vermoord. Onder hen 35.000
Nederlanders. In 1943 verwoestten de
nazi's het kamp. Archeologen deden
recent een opmerkelijke vondst.
10 SPECTRUM
buitenland
44
De enige
Poolse
overlevende
van het
kamp wilde
niet praten
door Michiel van Blommestein
ojciech
Mazurek,
een 52-ja-
rige Pool
se archeo
loog staat
voorover
gebogen in een diepe kuil. Zijn pet
achterstevoren om zijn nek te bescher
men tegen de brandende meizon.
Hier, in een bebost terrein bij de
Pools-Oekraïense grens hebben hij en
zijn collega's een opzienbarende
vondst gedaan. Rondom hem een aan
tal andere vers gegraven kuilen waar
in menselijke resten liggen. Dit is de
plek waar van april 1942 tot november
1943 het vernietigingskamp Sobibór
was gevestigd. Volgens Mazurek is de
vondst van de resten belangrijk. Het is
voor het eerst dat niet-verbrande res
ten zijn gevonden.
Sobibór was een van de vernietigings
kampen die de nazi's in het bezette
Polen hadden gebouwd. Tussen de
170.000 en 250.000 Joden, Roma en
niet-Joodse Polen werden er vergast.
Naar schatting 34.000 Joden uit Neder
land zijn in Sobibór vermoord.
Na een gevangenenopstand op 14 ok
tober 1943 werd het kamp met de
grond gelijkgemaakt en verbrandden
de Duitsers zo veel mogelijk bewijs
materiaal. In tegenstelling^ tot Ausch
witz en Majdanek kende Sobibór
geen dwangarbeid. Sobibór was uit
sluitend een vernietigingskamp.
In zijn kuil veegt Mazurek met een
borsteltje voorzichtig over een nog
half ingegraven schedel. De contou
ren van een skelet zijn duidelijk zicht
baar. „We hebben twee theorieën",
legt de archeoloog uit. „Dit kunnen
de gevangenen zijn die gedwongen
waren het kamp op te ruimen en het
bewijs te vernietigen. Maar het zou
den ook Poolse verzetslieden kunnen
zijn, die na de oorlog door de inlich
tingendiensten van de Sovjet-Unie
zijn gefusilleerd." Er zijn persoonlijke
bezittingen gevonden, van sleutelhan
gers tot een Mickey-Mousefiguurtje.
Mazurek verwacht meer vondsten te
doen. Hij wijst naar arbeiders die spit
ten in de harde bosgrond. Met moeite
worden de wortels weggehakt van de
bomen die door de nazi's in het ge
bied zijn geplant om bestaan van het
kamp te maskeren. „We vermoeden
dat daar de plek was waar de Sonder-
kommando's werden vastgehouden",
zegt hij, doelend op de Joodse gevan
genen die werden gedwongen mee te
werken aan het vernietigingsproces,
inclusief het verbranden van de lijken
en het begraven van de as.
Op 14 oktober is het 70 jaar geleden
dat bij een opstand 300 gevangenen
Museumcurator
Marek Bem
wisten te ontkomen. 50 tot 70 van hen
overleefden daadwerkelijk de oorlog.
Het komende jubileum is waarschijn
lijk het laatste waar nog overlevenden
bij kunnen zijn. De enige overgeble
ven overlevende in Nederland, Stich
ting Sobibór-oprichter Jules Schelvis,
is ondertussen 92 jaar oud.
Pas sinds 2007 worden hier, na finan
ciële bijdragen uit onder meer Neder
land en Israël, serieuze opgravingen
verricht. Mazurek coördineert de werk
zaamheden samen met Yoram Haimi
(52), een archeoloog en geldschieter
uit Israël. In 2011 kon de beruchte Him-
melfahrtstrasse worden getraceerd,
het met hoge hekken afgezette pad
waarover de gevangenen naakt naar de
gaskamers moesten lopen. De gevon
den route wijkt sterk af van de huidi
ge 'Gedenklaan', waarvan de ligging
min of meer gegokt was.
„De Nederlandse regering heeft tot nu
toe 1 miljoen euro bijgedragen aan het
Sobibór-project", zegt Dariusz Pawlos,
directeur van de Stichting voor Pools-
Duitse Verzoening, de organisatie me
deverantwoordelijk voor het instand
houden van Sobibór en de andere ver
nietigingskampen Treblinka, Belzec
en Majdanek. „Dat geld gaat zowel
naar de opgravingen als naar de bouw
van een nieuwe gedenkplaats." Naast
Nederland en Polen zijn Israël en Slo
wakije betrokken bij het project. Ook
de Stichting Sobibór en de provincie
Gelderland geven subsidies.
Dat na al die tijd nog steeds zo weinig
bekend is over het vernietigingskamp
heeft alles te maken met verwaarlo
zing en geldgebrek. De vroegere com
munistische machtshebbers hadden
geen aandacht voor de vernietigings
kampen. Tot begin jaren negentig
meldde de gedenksteen bij Sobibór als
eerste dat op die locatie soldaten van
het Rode Leger en Polen zijn geëxecu
teerd. Dat veranderde pas toen een
overlevende op eigen kosten de plaat
liet vervangen. „Sobibór was in Polen
vergeten", zegt de vroegere directeur
Marek Bern van het Sobibórmuseum
en nog steeds curator van het mu
seum in het nabijgelegen Wlodawa.
„Er was na de oorlog één Poolse overle
vende van het kamp, en die wilde er
niet over praten. De rest emigreerde
naar alle hoeken van de wereld."
De gedenkplaats van Sobibór werd ge
opend in de jaren zestig en is nog
steeds erg bescheiden. Een koperkleu
rig standbeeld van een vrouw met
kind staat naast een stenen kolom op
de plek waar waarschijnlijk de gaska
mers hebben gestaan. Op de plek waar
de as van de slachtoffers werd gestort,
staat een groot, mausoleumachtig
bouwwerk. Verder een krakkemikkig
houten huisje dat ooit dienst deed als
museum, tot het in 2011 gesloten werd
door geldgebrek.
Wie naar Sobibór wil, staat voor een
uitdaging: openbaar vervoer is er niet,
de wegwijzers vanuit Wlodawa zijn
spaarzaam en zelfs gps blijkt nutte
loos. Ondanks dat komen er jaarlijks
20.000 tot 30.000 bezoekers. In 2012 be
zochten 545 Nederlanders Sobibór.
„Dat zijn geen toevallige voorbijgan
gers", zegt directeur Kryzstof
Sobibór wil
uit zij nas
herrij zen