In de 17de eeuw had Middelburg eigen smelt ovens voor het gieten van zwaar bronzen scheepsgeschut. Hoewel de meeste stukken in de loop der tijd verloren zijn gegaan, wordt er zo nu en dan wel eens zo'n fraai Middelburgs kanon van de zeebodem opgevist. 6 SPECTRUM Geschiedenis m door Ruud Paesie ls de bemanning van de 'Joris Senior' ARM 18 op dinsdag 17 juni 1986 haar netten binnenhaalt, blijkt er wat anders dan platvis in te zit ten. „Eerst dachten we dat het een tor pedo was, maar later bleek dat het om een oud kanon ging. We zijn zeker wel een half uur bezig geweest om hem aan boord te takelen", vertelde schipper P. Beije van de Arnemuidse viskotter. Op het moment dat het his torische scheepskanon werd opgevist, bevond het schip zich ongeveer 20 mijl ten noordwesten van Westkapel- le. Het gaat om een bronzen stuk ge schut uit 1654, voorzien van het wa pen van Zeeland en met oren, zoals de beugels op de schietbuizen heten, in de vorm van dolfijnen. Ook de naam van de gieter staat er op en zo doende weten we dat het 3,30 meter lange en 2.700 kilo zware kanon door Johannes Burgerhuys in Middelburg is gegoten. Volgens Doeke Roos sr., de voormalige voorzitter van de Stich ting tot Behoud van Onderwaterschat- ten in Zeeland (STIBOZ), is het een 'puntgaaf Zeeuws kanon' met grote cultuurhistorische waarde. Hij denkt dat de 24-ponder in opdracht van de Staten van Zeeland of de Zeeuwse ad miraliteit is gegoten. Roos brengt de vissers vervolgens in contact met het Zeeuws Museum en het unieke stuk geschut wordt enige tijd later door het museum aangekocht en tentoon gesteld. Tot 2000. Toen sloot het Monogram Zeeuwse Admiraliteit Zeeuws Museum haar poorten voor verbouwingswerkzaamheden en ging het zware kanon in opslag. Daar bleef het sindsdien liggen. Soms lijkt het wel of de geschiedenis zich herhaalt. In het najaar van 2011 haalt de GO31, een Goereese visserkot- ter, een beschadigd stuk geschut bo ven water op zo'n 20 mijl ten noord westen van Westkapelle. Fred Groen, de huidige voorzitter van het STIBOZ, wordt ingeschakeld en enige maan den later koopt het Zeeuws Museum het bronzen scheepskanon uit 1629. Het stuk geschut is zowel voorzien van de gekruiste ankers, het mono gram van de Zeeuwse Admiraliteit, als de naam 'MIDDELBVRCH'. Het ruim 2 meter lange en 1.200 kilo zwa re kanon, een 18-ponder, is gegoten door Michaël Burgerhuys, wiens naam eveneens op het kanon staat ver meld. Hij is de vader van de eerder ge noemde Johannes. In Middelburg hebben namelijk drie generaties van de uit Aken afkomstige klok- en geschutgietersfamilie Burger huys gewoond. De oudste vermelding dateert van 1593 en daarin wordt Jo hannes of Jan Burgerhuys genoemd als knecht van klokkengieter Henrick van Trier. Van deze Jan is nog steeds een fraai bronzen kanon te bewonde ren, dat hij in 1614 voor de Zeeuwse Admiraliteit goot. Het staat gemon teerd op een houten affuit op de ha- vendijk van Tholen. Na het overlijden van Jan neemt zijn zoon Michaël de werkzaamheden van zijn vader over. Hij geniet verscheidene voorrechten van de stad en hij mag onder meer ge bruikmaken van de stadsmagazijnen voor het vervaardigen van gietvor men. Nadat Michaël in april 1651 is overleden wordt zijn zoon Johannes de officiële geschut- en klokkengieter van Middelburg. Ook hij ontvangt be paalde privileges van de stad. Naast een opslagplaats voor zijn zware ge reedschappen en gietvormen wordt hem een vrije woning aangeboden. Bovendien verleent de stad hem het alleenrecht tot het gieten van klokken en geschut en wordt zijn giethuis on dergebracht in de oude refter van de Abdij. Tegenwoordig is dat de Staten zaal, de vergaderruimte van de Provin ciale Staten van Zeeland. Veruit de meeste stukken geschut van de familie Burgerhuys zijn in de loop der tijd in de smeltovens verdwenen. Slechts enkele zijn bewaard gebleven, veelal afkomstig van oude scheeps wrakken. Het Rijksmuseum bezit er bijvoorbeeld één; een bijzonder fraai exemplaar uit 1678 waarop het familie wapen van Van Reygersbergh is afge beeld. Vermoedelijk heeft een van de telgen uit deze belangrijke Zeeuwse familie daar ooit de opdracht voor ge geven. Ook het Legermuseum in Delft is er in 2009 in geslaagd om een groot bronzen kanon van Michaël Bur gerhuys uit 1632 te verwerven. Het Zeeuws Museum mag dus met recht trots zijn op haar twee bijzondere aan winsten. De stukken geschut moeten, gezien hun grootte, tot de bewape ning van een zwaar Zeeuws oorlogs schip hebben behoord. Of die van het zelfde admiraliteitsschip afkomstig zijn, is nog niet duidelijk. Nader on derzoek moet dit uitwijzen. Het museale beleid in Nederland is op dit moment weer volop in bewe ging. Historische voorwerpen verrij ken steeds vaker de tentoongestelde kunstobjecten, getuige de vaste collec tieopstelling van het pas heropende Rijksmuseum. Kunst en geschiedenis gaan weer samen. Ook Marjan Ruiter, de huidige directeur van het Zeeuws Museum, is enthousiast over de bron zen stukken scheepsgeschut. „Binnen kort worden die gereinigd en waar no dig geconserveerd." Het is de bedoe ling om ze daarna op de lage stoep van het Abdijplein te plaatsen, op een steenworp afstand van de plaats waar ze ooit gegoten zijn. Een beter moment is niet denkbaar. Dit jaar is het namelijk 525 jaar gele den dat de Nederlandse Marine werd opgericht. Dat gebeurde in Veere, toen daar op 8 januari 1488 de zoge noemde Ordonnantie op de Admirali teit werd ondertekend. Sindsdien be schikken de Nederlanden over een for mele organisatie van zeestrijdkrach ten en was Veere de belangrijkste thuisbasis van de Nederlandse vloot. In het kader van de 'Koninklijke Mari ne 525 jaar', worden dit jaar in ver scheidene Nederlandse steden mani festaties georganiseerd. Zo ook in Veere, Middelburg en Vlissingen. De reden om het 525-jarig bestaan van de Marine ook in Middelburg te vieren, is gelegen in het historische feit dat één van de vijf Nederlandse admirali teitscolleges in Middelburg was geves tigd. De tien 'Heren Raden ter Admi raliteit van Zeeland' vergaderden in de Abdij van Middelburg. Daar was trouwens ook de ambtswoning van de luitenant-admiraal van Zeeland ge vestigd. In Vlissingen lag de admirali- teitswerf en de latere marinewerf. Dit jaar herdenkt de maritieme krijgs macht bovendien nog een ander heug lijk feit: het is precies 200 jaar geleden dat zij het predicaat koninklijk kreeg. Tijdens het weekend van 31 mei tot en met 2 juni 2013 staat Veere feeste lijk stil bij de eeuwenoude band met de Marine. Daarnaast zal er op vrijdag 7 juni in de Zeeuwse Bibliotheek aan de Kousteensedijk 7 te Middelburg een symposium plaatsvinden. Vier sprekers zullen die middag de vraag beantwoorden of de aanwezigheid van de Marine voor de provincie Zee land een kostenpost of een bron van inkomsten is geweest. Dr. Ruud Paesie is maritiem historicus in Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 62