GEZOND 27
Niet elke prostaatkanker is agressief en behoeft behandeling.
De onderzoeksgroep van radioloog prof. Jelle Barentsz heeft
nieuwe beeldvormende technieken ontwikkeld, die zowel de
aanwezigheid als de agressiviteit van prostaatkanker met grote
zekerheid kunnen vaststellen. Voor de patiënt een minder
belastende en beter methode dan prikken in de prostaat.
Veel mannen
ondergaan
prikprocedure
terwijl er geen
tumor aanwezig is
DINSDAG 21 MEI 2013
ONDERZOEKER: jELLE BARENTSZ (1956)
Opleiding: Studie genees
kunde (Utrecht), opleiding
tot radioloog (Nijmegen).
Functie: Hoogleraar Radio
logie en hoofd van de af
deling Radiologie UMC St
Radboud.
Medeonderzoekers: prof.
dr. Arend Heerschap, dr.
Jurgen Fütterer, dr. ir. T.
Scheenen, ir. H.J. Huis
man, prof. dr. Maroeska
Rovers, prof. dr. J.A. Wit
jes, dr. E van Lin, dr. C.
Hulsbergen, prof. dr. W.
Gerritsen.
Subsidiegevers: KWF Kan
kerbestrijding, Zon-MW.
Vervolgonderzoek: Een
studie naar de kosten-ef-
fectiviteit van MRI-ge-
bruik bij prostaatkanker,
een studie naar de haal
baarheid van bevolkings
onderzoek naar prostaat
kanker op basis van MRI
en een studie naar de ef
fecten van MRI-gestuurde
bestraling met behulp van
nanovloeistof.
Jelle Barentsz. foto Paul Lagro
mtÊÊSKÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊBÊÊÊÊmmm
'l:
V - \\C v
mP V.
MRI verraadt
prostaatkanker
door Marten Dooper
Per jaar krijgen in Nederland
ruim ïi.ooo mannen te horen
dat zij prostaatkanker hebben.
Daarmee is het de meest voor
komende vorm van kanker bij
mannen. Maar een behandeling
is niet altijd noodzakelijk. Er
gaan immers meer mannen dood mét pro
staatkanker dan aan prostaatkanker. Dat
komt doordat veel prostaatkankers zo lang
zaam groeien, dat zij bij leven geen proble
men zullen veroorzaken. De 'patiënt'
merkt emiets vart en overlijdt uiteindelijk
aan iets anders. Een behandeling (opereren
of bestralen) levert dan wel bijwerkingen
op, zoals impotentie en incontinentie,
maar geen langer leven. Anderzijds staat de
teller voor de sterfte aan prostaatkanker in
Nederland inmiddels op ongeveer 2500
mannen per jaar. Dus geheel onschuldig is
prostaatkanker nou ook weer niet.
De hamvraag is: wie moet direct onder het
mes of bestraald worden en wie kan af
wachten? In de praktijk is het lastig onder
scheid te maken tussen agressieve en niet-
agressieve prostaatkanker, vertelt radioloog
prof. Jelle Barentsz. „Om de agressiviteit
van prostaatkanker te bepalen, prikt de uro
loog op tien tot twaalf plaatsen een holle
naald in de prostaat en neemt daarmee wat
weefsel weg, dat onder de microscoop op
agressiviteit wordt beoordeeld. Tijdens het
prikken kijkt de uroloog naar een echo
beeld. Hierop zie je wel de omtrek van de
prostaat, maar meestal niet de tumor in de
prostaat. Het gevolg is dat de naald regelma
tig naast de tumor of naast het meest agres
sieve deel van de tumor terechtkomt. Dat
leidt tot een onderschatting van de agressi
viteit van de tumor. Anderzijds ondergaan
nu veel mannen deze prikprocedure ter
wijl er helemaal geen tumor aanwezig is.
Zij zijn naar de uroloog verwezen vanwege
een verhoogde hoeveelheid PSA-eiwit in
het blo„ed. Dat kan wijzen op prostaatkan
ker, maar heeft vaak een andere oorzaak.
Bijvoorbeeld een goedaardige vergroting of
een ontsteking van de prostaat."
Al geruime tijd werkt Barentsz met zijn on
derzoeksgroep aan de ontwikkeling van
MRI-technieken die met meer zekerheid
kunnen aangeven of bij een man sprake is
van prostaatkanker en zo ja, hoe agressief
de tumor is. „Met de hedendaagse MRI-
technieken kun je behalve zeer gedetailleer
de anatomische plaatjes maken, ook uit
spraken doen over biologische kenmerken
van weefsel, zoals de mate van agressiviteit
van een tumor."
Uit een aantal recente proefschriften van
zijn onderzoeksgroep valt op te maken dat
deze technieken, ook multiparametrische
MRI of mp-MRI genoemd, inderdaad een
vooruitgang betekenen ten opzichte van de
gebruikelijke methoden. „In één onder
zoek pasten we de mp-MRI toe bij 68 man
nen met langdurig verhoogd PSA, bij wie
het prikken op basis van echobeelden tot
tweemaal toe geen tumor had aangetoond.
Bij 40 van hen vonden we met mp-MRI
toch een tumor, waarbij het in 37 van de
40 gevallen een agressieve tumor was. Een
andere studie toont aan dat je met behulp
van MRI-beelden in staat bent met maxi
maal 3 naalden in 95 procent van de geval
len het meest agressieve deel van de tumor
aan te prikken. Kortom, mp-MRI geeft let
terlijk en figuurlijk een veel beter bééld
van wat er aan de hand is in de prostaat.
„Hierdoor kun je meer gericht weefsel weg
nemen, wat leidt tot een zekerder diagno
se. Dat laatste maakt dat patiënten en hun
behandelende artsen beter kunnen afwe
gen wat de beste optie is: afwachten of be
handelen. In dat laatste geval levert de MRI
Jelle Barentsz
bovendien zeer gedetailleerde informatie,
die de chirurg en radiotherapeut vertelt
waar ze moeten snijden of bestralen. Dat
maakt een behandeling mogelijk die het ge
zonde weefsel zo veel mogelijk spaart."
Tot nu toe is deze techniek alleen in Nijme
gen en in wetenschappelijke studies toege
past. Nu de techniek zijn waarde heeft be
wezen, vindt Barentsz het tijd deze ook el
ders in te voeren. „Vanuit het Prostaat MRI
Referentie Centrum zijn we begonnen ra
diologen en laboranten uit andere zieken
huizen te trainen in deze techniek. Zo kan
de capaciteit voor mp-MRI bij prostaatkan
ker in Nederland langzaam maar zeker wor
den uitgebreid. Daarnaast zijn we bezig de
techniek een plaats te geven in de officiële
richtlijnen voor diagnostiek en behande
ling van prostaatkanker. En voordat de tech
niek breed kan worden toegepast, moeten
we nog in overleg met de zorgverzekeraars
over de vergoeding van de kosten. In Nij
megen brengen we momenteel de kosten
en baten van de mp-MRI in kaart. De eer
ste resultaten laten al zien dat je de extra
kosten van de mp-MRI terugverdient door
dat er minder in de prostaat geprikt hoeft
te worden, doordat duidelijker is wie wel
en wie niet behandeld moet worden en
doordat de behandelingen nauwkeuriger
kunnen worden uitgevoerd."
Ti reageren?
V gezondheid@depersdienst.nl