12 BUITEN
nssn
De vogels zijn op voorjaarstrek en in
Zeeland betekent dat, waar je ook
komt, kans op passerende steltlo
pers. Langs een door bos omringde
plas in de Wilde landen bij Sint Jan
steen flitsen drie witgatjes weg bij
mijn aankomst en een dag later hoor
ik hoog boven het polderland van
Tholen het bibberende
bi-bi-bi-bi-bi-bi van een vlucht regen
wulpen. Op de Walcherse akkers
zijn, in de omgeving van Meliskerke
en Aagtekerke zoals bijna ieder voor
jaar weer morinelplevieren neerge
streken en op mijn dagelijkse rondje
langs de Biezelingse Ham zit een
groep van 43 zilverplevieren. Sommi
ge nog in overgangskleed, maar de
meeste dieren al met de gitzwarte
buik en de omlijsting van zilverwit,
die kenmerkend zijn voor het zomer
kleed.
Steltlopers op de voorjaarstrek
Buiten
In de Absdale- en
Groot Ferdinandus-
polder gingen de boe
ren vanwege de talrij
ke inundaties hun
huizen op kunstmati
ge hoogten bouwen.
Op de foto de hoeve
van Monique en Joan
Seijdlitz in de Ferdi-
nanduspolder.
foto Gerard
Smallegange
BBBBHBOl
HHH
■■BHH
door Chiel Jacobusse
Lang blijven al die vogels
niet hangen, want ze heb
ben haast. De zomer in
het hoge noorden is kort
en in een bestek van
slechts een paar maanden
moeten ze daar een nest
maken, eieren leggen en de jongen
groot brengen. In het najaar komen
ze terug en dan blijven veel soorten
wekenlang, of zelfs een hele winter
hier pleisteren. Bijkomen van het uit
puttende broedseizoen en de lange
reis naar het zuiden, en nieuwe reser
ves opbouwen om zich in het noor
den weer te kunnen voortplanten.
Veel soorten broeden tot ver boven
de poolcirkel...
Langs de Akkerseweg, in de Yerseke
moer ligt mijn favoriete plek om pas
serende steltlopers te spotten. Daar
ligt een grote plas die ontstaan is
door de middeleeuwse veenwinning,
de zogenaamde moernering. De vroe
ge zaterdagochtend dat ik er kom
stelt ook dit keer weer niet teleur.
Kluten lopen door de plas en een
paar visdiefjes is luidruchtig in de
weer met de baltsrituelen. Beide soor
ten zullen hier wel nestelen. Of dat
ook gaat gebeuren met de twee stelt-
kluiten die achterin de plas lopen is
nog maar de vraag. Ze laten zich
bijna ieder voorjaar wel even zien,
maar broeden doen ze in de moer
maar hoogst zelden.
Terwijl ik door de kijker naar de
capriolen van de kluten zat te kijken
is een kleine steltloper dichterbij ge
komen, Ineens zie ik de vogel aan de
rand van de plas op een meter of zes
voor me. Een donker stellopertje met
witte buik, dat op de vleugels over
vloedig gespikkeld is. Het is een bos-
ruiter - door zijn ranke bouw het sier
lijkste lid van de ruiterfamilie. In te
genstelling tot wat zijn naam zou
doen vermoeden zit de vogel bij ons
nooit in het bos. Plassen en sloten in
open gebied vormen zijn normale
biotoop, maar over een paar weken in
Scandinavië kun je ze wel degelijk
broedend in het bos vinden, hoewel
ze ook open en bloot gewoon op de
fjells broeden.
T\i-wiet, tu-wiet.een zwarte ruiter
strijkt neer en begint onmiddellijk
druk te pikken in het ondiepe water.
Na een paar tellen heeft-ie een prooi,
zo te zien een kleine zeeduizend
poot. In het brakke water van de
Moer geen ongewone verschijning.
Als de bosruiter, na de nodige foto's
weer wat verder weggelopen is, start
ik de auto om verderop mijn geluk te
beproeven. In de wei net onder de
Koude- en Kaarspolder loopt een ros
se grutto in zijn koperrode zomeror-
naat. Net als al die andere steltlopers
ook druk aan het vissen. Oeverloper-
tjes scharrelen op het slik langs de
oever en halen daar hun prooi uit het
slik. Zoveel prachtige steltlopers, je
zou haast zin krijgen om met ze mee
te reizen. Maar dat hoeft niet; er is
hier genoeg te beleven.
's Maandags zie ik Jaap bij het hoofd
kantoor, die net terugkomt van de
Slikken van de Heen. Na een periode
van rust moeten daar de koeien weer
heen voor de begrazing. Op het voor
land van de Slikken vlogen twee
kraanvogels weg en toen de mannen
op de terugweg waren vlogen er van
de rand van de slikken twee zeearen
den op. Die zitten er al geruime tijd,
maar ze worden maar heel af en toe
gezien. In de struwelen die hier en
daar op de vroegere plaat staan vallen
ze ondanks hun enorme grootte
soms nauwelijks op. Totdat er zo'n
'vliegende deur' op de wieken gaat.
Door de vleugelspanwijdte van meer
dan twee meter zijn de vogels niet te
missen. En anders merk je ze op door
de paniek die ontstaat onder de vele
honderden eenden, steltlopers, meeu
wen en reigerachtigen. Voor deze
reus gaat alles op de wieken.
Zilverplevieren