Help, mijn shirt komt uit Bangladesh VERDIEPING 9 Een schuldcomplex doemt op als verslagge ver Paul Bots het labeltje in zijn shirt bestudeert. 'Ben ik medeplichtig?' PRIJSOPBOUW T-SHIRT ZATERDAG 4 MEI 2013 betaald ten steeds gemakkelijker hun weg naar de Europese markt. Rond 2005 leidde dat vol gens hoogleraar economie Eric van Dam me (Universiteit van Tilburg) meteen tot 'een tsunami van Chinees textiel'. Van der Pols bezoekt jaarlijks honderden fa brieken om deze voor westerse bedrijven te inspecteren. Volgens haar hebben de misstanden vooral te maken met de enor me concurrentie van textielbedrijven op de Europese markt. „Die is compleet verza digd. Dat is de belangrijkste oorzaak van die 'race to the bottom', waarbij productie stelselmatig verplaatst wordt naar regio's waar de laagste standaarden gelden." Een groot deel van de 60 miljoen arbeiders die werkzaam zijn in de productie van tex tiel, kleding en schoenen werkt volgens de internationale arbeidsorganisatie ILO dan ook onder slechte omstandigheden. Ze zijn zelden lid van een vakbond, volgen nauwe lijks onderwijs, kunnen vaak niet lezen en schrijven en werken onder gevaarlijke om standigheden. Zo is het grootste deel van de beroepsbevolking van Bangladesh werk zaam in de textiel en steunt het land voor zijn economie volledig op deze sector. Wanneer de EU, zoals zij deze week dreig de, de voordelige handelsvoorwaarden voor het land zou opschorten zolang het niets doet aan het probleem, zou dat dan ook desastreus kunnen uitpakken voor het land. „De textielindustrie was voor China het startpunt van zijn economische op komst", vertelt Van Marrewijk. „Die kans heeft Bangladesh nu ook. Maar door de pro ductie weg te halen ontneem je hen de kans hun economie op gang te helpen." Desondanks kondigde het bedrijf Disney gisteren aan dat het de productie van kle ding en promotieartikelen in Bangladesh voorlopig stopzet. In plaats van de productie simpelweg te stoppen, verwacht Van der Pols echter meer van een kritische houding van wester se consumenten en producenten. „Die moe ten druk uitoefenen, zoals nu gebeurt. Hoe wel er al langer misstanden zijn, ligt de sec tor de laatste jaren meer en meer onder een vergrootglas." Westerse bedrijven moeten zich volgens Van der Pols nog meer inspannen om het probleem bij hun fabrieken op te lossen. Zo wordt nog steeds lang niet overal gecon troleerd hoe brandveilig fabrieken zijn. „Maar er is ook een belangrijke rol wegge legd voor de overheid. Die moet in die lan den de wetgeving verbeteren en erop toe zien dat die wordt nageleefd. EU-wetge- ving verplicht producenten daarnaast nog steeds niet om in labels te vermelden waar kleding gemaakt is." Maar volgens lef Wintermans van mo de-ondernemersorganisatie Modint is dat geen oplossing, omdat dan nog steeds niet duidelijk is waar de kleding precies van daan komt. Samenwerking tussen textielbe drijven, om hier iets aan te doen, blijkt ech ter nog steeds een enorme drempel, zoals eerder al bleek bij de teloorgang van de Twentse textielsector. „Het is waar dat wij de keten beter in beeld moeten krijgen. Maar we willen ook niet te veel prijsgeven aan de concurrent. Als merk investeer je in een producent en je wil niet dat de concur rent daar ook gebruik van maakt." door Paul Bots Ik beken het eerlijk. Ik ben geen mode freak. Kleren koop ik het liefst zo min mogelijk. Die vale kapotte broek kan nog best een jaartje mee. En als het werkelijk moet, dan geef ik er het liefst zo min mogelijk geld aan uit. Nu in Bangladesh zeker vijfhonderd doden onder een ingestorte kledingfabriek van daan zijn gehaald, kijk ik voor het eerst in de labeltjes van mijn kleren. En jawel hoor... Made in Bangladesh. Een schuldge voel bekruipt me. Misschien ligt de man of vrouw die mijn shirt heeft genaaid, nu on der het puin. Ben ik medeplichtig? Kan ik nagaan of mijn shirt uit deze fabriek komt? Ik bel het kledingmerk lack Jones, onder deel van het Deense Bestseller. De klanten service verwijst me naar de persvoorlich ting. Mijn nummer wordt genoteerd. Terug gebeld word ik niet. Mailen dan maar? Ik leg uit wat ik wil. Het blijft stil. Niet vreemd, want Bestseller maakt geen toeleveranciers bekend, legt Mart je Theuws me uit. Zij is researcher bij SOMO, een stichting die multinationale onderne mingen bestudeert. Welke fabriek mijn shirt heeft geproduceerd, is volgens haar 'onmogelijk te achterhalen', lack Jones had niet hoeven te melden dat het shirt uit Bangladesh komt. Het zegt eigenlijk ook helemaal niks, aldus Jef Win termans, directeur economische en techni sche zaken bij textiel-ondernemersorgani- satie Modint. Ik weet nu alleen dat de losse onderdelen in dat land in elkaar zijn gezet. Wintermans vertelt me hoe katoenbalen vanuit Azië naar de katoenbeurzen van Bre men of Liverpool worden vervoerd om daarna in Italië gesponnen en in Frankrijk geweven te worden. Als een Nederlands modemerk de stof koopt, wordt het in Duitsland geverfd en naar een Aziatische fabriek gestuurd die er kleren van maakt. De kleding komt naar Nederland en wordt voor 70 procent weer geëxporteerd. Komt het door mijn voorkeur voor goedko pe kleding dat ik een shirt uit Bangladesh draag? Nee, verzekeren zowel Theuws als Wintermans. „Goedkope kleding kan niet uit Europa komen. Maar dat betekent niet dat er géén dure kleding uit Azië komt", vat die laatste samen. Een groot deel van de Armani-collectie wordt in China ge naaid. En 'made in Italy' zegt ook niks. Veel Italiaanse ateliers zijn in Chinese han den. Er zitten Chinezen onder barre om standigheden achter de machines. Moet ik me nu schuldig voelen met mijn shirt uit Bangladesh? Nee, zegt Niki Jans sen, coördinator bij de Schone Kleren Cam pagne: „Bijna alle kleding in de Nederland se kledingkasten is onder dezelfde omstan digheden gemaakt. Boycotten gaat bijna niet, want dan kun je vrijwel niks meer ko pen en dan verliezen die mensen daar hun baan." Janssen pleit voor goede regelgeving en onafhankelijk toezicht. Voor 50 cent extra kan een T-shirt veilig geproduceerd worden tegen acceptabel loon. En dat be drag kan best van de winstmarge af, vindt Jansen. Onzin, zegt Wintermans van Mo dint. Een dubbeltje extra betekent dat je aan de kassa 5 euro meer betaalt, legt hij uit. Bij iedere stap in de tussenhandel ver dubbelt de prijs. Ik betaal liefst niet meer dan een tientje voor een shirt. En ik ben niet de enige, ver zekert Wintermans. De oplossing is moge lijk een dubbeltje toeslag aan de kassa. Al die dubbeltjes kunnen via een internationa le pot aan de arbeider uitgekeerd worden. Niet eenvoudig. Maar er gloort hoop voor mensen als ik, die graag goedkoop inkopen met een zuiver geweten. Winkel Winst €1,12 Huisvesting 0,84 Personeel 1,68 Overige kosten 6,87 Kledingmerk Winst €0,63 Onkosten zoals reclame, transport, etc. €4,62 Belasting 4,- Fabriek Winst €0,52 Materialen 3,15 Overige kosten 0,99 Loon arbeider 0,58 infographic DPd I bron Schone Kleren Campagne

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 9