Psychiatrisch
patiënt is niet
gebaat bij DSM-V
Op 18 mei verschijnt de nieuwe versie
van de DSM, het handboek voor de
psychiatrie. Maar misschien moeten
we dat maar eens terzijde schuiven.
SPECTRUM 13
€6 Bij behandeling
moeten we ons richten
op de persoonlijke
kenmerken zelf
ZATERDAG 4 MEI 2013
Steven
Radstake
(1949)
is werkzaam als
psychiater bij
het Psychia
trisch Diensten
centrum in De
venter. Gedu
rende lange tijd
is hij betrokken
bij de opleiding
van artsen tot
psychiater.
sluitingsmechanisme is opmerkelijk.
Net zo opvallend is het dat de felste
voorstanders van dit sextremisme,
doorgaans als eersten alarm slaan wan
neer zich exotische invloeden in hun
eigen cultuur aandienen.
De doelen die Femen nastreeft, zijn lo
venswaardig. Maar de strijd die de Kel
tische koningin Boudicaa in Brittan-
nië tegen de Roemeinen voerde, was
dat ook. Toch heeft Boudicaa's geweld
dadige verzet haar uiteindelijk de kop
gekost. Nadat ze de Romeinse bezet
ters van haar thuisland aanvankelijk
tot de laatste man wegvaagde, kwa
men de Romeinen spoedig terug met
meer en sterkere legers, waarna er
niets overbleef van Boudicaa en haar
volk.
Provocatie is essentieel om taboes af
te breken, maar daarbij is het verstan
dig de vrouwen ter plekke serieus te
nemen, in plaats van hen te diskwali
ficeren en op hen neer te kijken. Dat
doen de mannen al, en dat is de oor
zaak dat die vrouwen al in een bekla
genswaardige situatie zitten. Als we
niet oppassen, wordt het 'verplichte'
naakt de nieuwe boerka.
reageren?
opinie@depersdienst.nl
Heico Klumpen
(1958) is vrijwil
lig belangenbe
hartiger GGZ-
cliënten. Ook is
hij bestuurs
voorzitter van
diverse GGZ-
cliëntenorgani-
saties in Deven
ter en omstre
ken.
door door Heico Klumpen
en Steven Radstake
In de psychiatrie wordt een di
agnose gesteld aan de hand
van de Diagnostic Statistical
Manual for Mental Disorders
(DSM). Door te bepalen wel
ke in het DSM beschreven
kenmerken zich voordoen,
wordt een beeld van een aandoening
vastgesteld. Die kenmerken zijn bij
voorbeeld angsten, hallucinaties,
waandenkbeelden, depressie, geheu
genverlies, eetbuien en/of inactiviteit.
Het stellen van een diagnose door de
DSM is een verplicht nummer voor
behandelaren als psychiaters en psy
chologen. Zij zitten in het keurslijf
van de zogeheten diagnose-behan-
del-combinatie, aan de hand waarvan
de verzekeraars de behandeling al dan
niet vergoeden. De diagnose moet vol
gens het DSM-systeem zijn uitge
voerd.
Echter, de DSM is slechts een metho
de voor het classificeren van ziekte
beelden op basis van een statistische
exercitie aan de hand van ervaringen
uit het verleden. Deze classificatie
maakt de wetenschappelijke commu
nicatie efficiënter, maar schrijft geen
behandelingen voor. Aan die classifica
tie zijn tegelijk veel maatschappelijke
en economische aspecten (onder
meer de farmaceutische industrie)
verbonden. En de classificatie zorgt er
voor dat normaal gedrag in toenemen
de mate als ziekelijk wordt weggezet
en met medicijnen bestreden moet
worden.
Op 18 mei komt een herziene versie
van DSM uit: DSM-V. Deze wordt on
der auspiciën van de American Psychia
trie Association opgesteld door twintig
werkgroepen, per classificatie één. De
werkgroepleden zijn psychiatrie-pro-
fessionals, vrijwel allen afkomstig uit
de VS en met nauwe banden met de
farmaceutische industrie.
Het is de vraag of de patiënt gebaat is
bij zo'n 'diagnose'. Het hebben van
een naam voor jouw ziektebeeld,
maakt het weliswaar mogelijk infor
matie te zoeken in de bibliotheek of
op internet. Maar de ervaring leert dat
patiënten daardoor ook 'diagnose-con
form gedrag' kunnen gaan vertonen,
als een soort zelfbevestiging.
Het stellen van een psychiatrische di
agnose is geen exacte wetenschap zon
der onzekerheden. Ga je met één en
dezelfde persoon naar twee psychia
ters, dan heb je een aanzienlijke kans
dat er twee verschillende diagnoses
gesteld worden. Neem twee mensen
met dezelfde diagnose, dan kunnen
ze een wereld van verschil aan per
soonskenmerken vertonen. Met ande
re woorden: zoveel personen, zoveel
verschillende classificaties. De statis
tiek doet geen recht aan de individue
le kenmerken waar een behandeling
juist wel aandacht voor moet hebben.
Welke behandeling geboden moet
worden, vloeit lang niet altijd automa
tisch voort uit een DSM-classificatie.
Een goede diagnose, of wellicht liever
'een goed diagnostisch proces', doet
dat beter. Het diagnostisch proces is
te zien als een doorlopende hypothe
se die antwoord probeert te vinden
op de vraag hoe begrepen kan worden
dat deze persoon op dit moment in
zijn leven in zijn situatie klachten
en/of symptomen heeft gekregen.
Naast het beschrijven van het syn
droom, benadrukt dit proces het be
lang van het levensverhaal, de per
soonlijkheid en last but not least de so
ciale context.
Het is dus de vraag hoeveel zeggings
kracht aan de DSM-classificatie toege
rekend moet worden, zeker als men
beseft dat een GGZ-diagnose de be
treffende persoon een leven lang kan
achtervolgen. Er kan zelfs misbruik
van worden gemaakt: maatschappe
lijk werker Fred Spijkers werd van ho
gerhand bij Defensie gek verklaard en
zijn klokkenluiders-actie weggezet als
een onbetrouwbaar initiatief van een
niet toerekeningsvatbare zonderling.
Rest nog het veld van de maatschappe
lijke stigmatisering. De ervaring leert
dat het gevaar hiervoor zeer reëel is.
De psychiatrische cliënt heeft met
vooroordelen te kampen als zijn of
haar psychiatrische achtergrond be
kend is of wordt. De associaties die
termen als schizofrenie, ADHD, autis
me, manische depressiviteit, borderli
ne oproepen, zijn bepaald niet posi
tief.
Bij behandeling moeten we de aan
dacht richten op de persoonlijke ken
merken zelf: wat zijn problemen die
iemand ervaart, wat kan iemand nog
wel? Schaal de problemen in, varië
rend van 'zeer licht' tot 'zeer ernstig'.
Ga hiermee aan de slag, gebruik mak
end van de vaardigheden die iemand
(nog) wel heeft. Individuele symp
toombestrijding dus, waarbij je recht
doet aan de unieke persoon van de
cliënt én recht doend aan de herstelge
dachte: haal het maximaal haalbare
uit een cliënt.