SPECTRUM 9 actueel ZATERDAG 4 MEI 2013 De onbekende kinderen uit Theresienstadt Louk de Liever in de synagoge naast zijn woning in Amersfoort, foto Werry Croone cratie. Onderweg naar Bergen-Belsen stierf de jongste, een kind van ïo maanden, aan een longontsteking. Louk, geboren in 1939 en voorzitter van de Stichting Onbekende Kinde ren, was 5 jaar oud toen hij op trans port werd gesteld. Hij had gedurende twee jaar ondergedoken gezeten toen hij werd verraden. Louk woonde met zijn ouders in Nijkerk. De buurman, een onderwijzer op de openbare lage re school, wees hen erop dat het wel licht beter was de jongen onder te brengen bij niet-Joden. „Ik kon te recht bij de zus van die onderwijzer in Amsterdam", vertelt De Liever. Ach terop de fiets („Bij Annie, die zat in het verzet") reisde hij van Nijkerk naar de hoofdstad. Het onderduik adres was in de Agamemnonstraat, vlakbij het Olympisch Stadion. Louk heette vanaf die dag Louis Veenstra. „Ik had geen idee waar mijn ouders en grootouders waren. Die waren op andere plaatsen ondergedoken." Op 16 augustus 1944 kwamen 'twee SS-mannen met lange, leren jassen' naar het huis aan de Agamemnon straat. De overburen hadden de jon gen verraden. Zijn pleegouders, zoals De Liever zijn onderduikgevers noemt, waren niet thuis. En de hulp, Henny, deed alsof ze Louk, die net aan kwam lopen, niet kende. „Maar ik verraadde mezelf door Henny om een boterham te vragen. Drie dagen later zat ik in het weeshuis in Westerbork." Dat weeshuis - Barak 35 - was in 1942 ingericht en stond onder leiding van Otto Birnbaum, een Joodse immi grant die na zijn vlucht uit Berlijn was geïnterneerd in Westerbork. Hier werd geprobeerd de gearresteerde kin deren zo goed mogelijk op te vangen en te begeleiden met schoolse activi teiten, sport en spelletjes. Een aantal van de vrouwelijke verzorgers uit Ba rak 35, eveneens gevangenen, zou meegaan met het transport van de Gruppe Unbekannte Kinder. Over de treinreis van de 'vijftig wees kinderen' door Duitsland, terwijl om hen heen de oorlog woedde, was lang weinig bekend. Historici gingen er tot in de jaren negentig vanuit dat dit laat ste transport uit Westerbork, net als eerdere transporten, naar Auschwitz was gegaan. Maar de groep kwam te recht in het concentratiekamp There sienstadt, in het huidige Tsjechië. Hier werden de kinderen in mei 1945 door het Rode Leger bevrijd. Louk de Liever heeft vreemde herin neringen aan die tijd in Theresien stadt. „Ik herinner me bijvoorbeeld niet. Ze herinneren zich nauwelijks de ziektes waar ze aan leden (tyfus, tbc, oedeem) noch aan het leven dat zij er leidden. De Liever: „Ik herinner me van de reis enkel een donkere ruimte. Dat moet de veewagon ge weest zijn waarin we werden ver voerd." Toen hij ooit bij een spoorwegover gang stond te wachten en een stoom trein voorbij kwam, kreeg hij het in eens te kwaad. „Ik raakte helemaal van de kaart. De stoom bracht me blijkbaar terug in de tijd. Sindsdien durf ik niet meer in een trein." De terugkomst in Nederland na de be vrijding uit Theresienstadt was een zware teleurstelling. Louks ouders, die eveneens de oorlog hadden over leefd, beweerden hem niet te herken nen. „Mijn moeder zei: 'Dat is mijn kind niet'. Pas toen ik haar een litte ken op mijn voet liet zien, was ze be reid mij te geloven. Mijn relatie met haar is nooit meer goed gekomen." Mogelijk had zijn moeder emotioneel al definitief afscheid van hem geno men op het moment dat Louk naar zijn onderduikadres werd gebracht, vermoedt De Liever. Ook aan zijn va der had De Liever naar eigen zeggen 'niets meer'. Andere kinderen, die een of beide (getraumatiseerde) ouders te rugvonden, hadden soortgelijke erva ringen als De Liever. Voor de verhalen van de teruggekeerde joden bestond vlak na de oorlog nauwelijks belang stelling. Laat staan voor de wederwaar digheden van kleine kinderen. Louk de Liever verdrong zijn oorlogs ervaringen. Hij wijdde zich aan zijn loopbaan als manager en aan zijn eveneens joodse echtgenote en zijn ge zin. Pas toen in de jaren negentig een van de 'onbekende kinderen', de in middels overleden Hans Culp van den Broeke, zich vastbeet in het onder werp en erin slaagde andere overle Foto's van kinde ren die door de na zi's werden afge voerd. foto Nationaal Museum Kamp Vught Tot en met 2 juni is in Herinneringscen trum Kamp Westerbork een expositie te zien over het weeshuis Barak 35. reageren? spectrum@depersdienst.nl venden van het transport op te spo ren, viel veel op z'n plek. De meeste kinderen bleken bij terugkeer in Ne derland als wees te zijn onderge bracht in tehuizen of bij pleegouders. Zij leefden inmiddels verspreid over de wereld. Sommige overlevenden zijn elkaar gaan beschouwen als 'fami lie'. De Liever: „Elk jaar rond de da tum van het transport hebben we een reünie. Eén mevrouw is al 98 jaar en woont in Australië en toch probeert ze er weer bij te zijn." Louk de Liever werd na de oorlog gro tendeels grootgebracht door zijn or thodox-joodse ouders. In het huis aan de gracht, waar hij nu woont met zijn 'echtgenote, verwijzen boeken, schilde rijen en andere kunststukken naar die joodse wortels. Hij zet zich in voor de joodse gemeenschap in Amersfoort, onder meer als gids in de synagoge. De gemeenschap is klein. „Soms ha len we niet eens de vereiste tien man voor de dienst in de synagoge." Sinds 2002 vertelt hij op scholen over zijn geschiedenis. De leerlingen zijn onder de indruk. „Een jongetje zei: 'Ik heb ADHD, maar ik heb nu anderhalf uur doodstil naar meneer De Liever geluisterd'." Wat er met de twee SS-ers is gebeurd, die hem oppakten, weet hij niet. Maar De Liever heeft ze na de oorlog, sa men met de dienstbode Henny, wel kunnen identificeren. „Op het politie bureau stonden acht mannen in lange leren jassen naast elkaar. Ik pikte die twee er onmiddellijk uit. Henny, onaf hankelijk van mij, ook. Dus daar was geen twijfel over mogelijk." een tuintje, waar we bloemen be sproeiden. En dat we als een gezin, met ouders die we mama en papa moesten noemen, in een huisje woon den." Na de oorlog werd Louk wegens dit soort verhalen voor leugenaar en fantast uitgemaakt. „Maar later hoor de ik dat de Duitsers propagandafilms maakten in Theresienstadt, waarvoor ik waarschijnlijk ben gebruikt. Van daar die herinneringen." Het is een van de merkwaardige aspec ten aan deze geschiedenis: de meeste van de 'onbekende kinderen', van wie er nog 38 in leven zijn, waren destijds peuters en kleuters. Betrouwbare her inneringen aan die negen maanden dat zij in Bergen-Belsen en Theresien stadt doorbrachten, zijn er daarom

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 65