A
De Nederlandse
VOC-geschiedenis in Jakarta
verloedert. Monumenten
vervallen, maar Indonesië
heeft weinig zin in
restauratie. Nederlandse
hulp is niet welkom.
'Nederland moet eerst maar
eens excuses maken voor alle
misdaden'.
buitenland
30 SPECTRUM
In Batavia verloedert i
de koloniale erfenis
door Wilma van der Maten
De druk bezochte vrijmarkt op
het Fatahillaplein in Jakarta
lijkt wel op een Koninginnedag
uit de Nederlandse, koloniale
periode. Pal voor het gebouw
waarin ooit het Hollandse gou
verneurskantoor was gevestigd,
vermaken Indonesiërs zich met jonglerende clowns
en doen ze zich bij een van de tientallen kraampjes
tegoed aan snacks. Binnen, in het statige Café Bata
via, bestellen westerse toeristen een koud biertje
met een bitterballengarnituur of poffertjes. In de
driehonderd jaar oude eetzaal met kroonluchters,
muren vol foto's van Hollywoodsterren uit de jaren
dertig en glimmende houten vloeren herleven voor
de Nederlandse bezoekers de lang vervlogen tijden.
Het restaurant is een van de weinige gebouwen uit
de periode van de 'Nederlandse bezetting', zoals de
Indonesiërs het koloniale tijdperk noemen, dat de
tand des tijds heeft doorstaSh. Rond het plein is
echter overal het verval zichtbaar. Monumentale
panden staan op instorten.
De Nederlandse regering wil het oude Batavia, de
oude VOC-kolonie in het noorden van Jakarta die
in 1621 door Jan Pieterszoon Coen werd gesticht,
graag opknappen. Voor Nederland ligt hier een be
langrijk deel van zijn koloniale geschiedenis. Minis
ter Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken,
die onlangs op bezoek was in Indonesië, bood aan
een deel van de renovatiekosten voor zijn rekening
te nemen. Maar het stadsbestuur steekt zijn geld lie
ver in het uitbreiden van het moderne zakencen
trum met zijn torenhoge flats en luxe winkelcentra.
De overheid negeert al decennia lang de ruïnes
langs het plein, inmiddels overwoekerd door bo
men en struiken. Een triest voorbeeld is het ge
bouw naast Café Batavia. Ooit behoorde dit vier ver
diepingen tellende rijzige bouwwerk toe aan de In
ternationale Credit en Handelsvereniging Rotter
dam. Sinds president Soekarno in 1957 alle Neder
landse bedrijven nationaliseerde en het scheepsver-
zekeringskantoor naar een Indonesische eigenaar
overging, staat het historische gebouw te verloede
ren. Op sommige plekken ontbreekt het dak.
„De verpaupering van de koloniale gebouwen is
een doodzonde!", concludeert een stel Nederlandse
toeristen, terwijl ze uitpuffen in Café Batavia na
een fietstocht door de oude stad. Een Indonesische
filmcrew die in het voormalige Rotterdamse
scheepsverzekeringskantoor een nieuwe dramase
rie aan het opnemen is, vindt juist dat het karkas
'geweldig' op het witte doek uitkomt.
Op het plein en rond het oude Batavia verzamelen
zich ieder weekeinde massaal jongeren. De jeugd be
schouwt het plein als een prima hangplek, de teloor
gang van de monumentale gebouwen ontgaat hen
volledig. Ze hebben meer oog voor elkaar, in de
drukte lopen stelletjes stiekem hand in hand. Bij de
stalletjes kopen ze goedkope spijkerbroeken en
T-shirts.
„Een krampachtige poging om de eigen koloniale
geschiedenis in stand te houden", noemt het stu-
dentenstel Nandang en Elisa, beiden begin twintig,
het Nederlandse aanbod om het vroegere Batavia
van de ondergang te redden. „Stop geld in het op
knappen van arme sloppenwijken", is hun opvat
ting. De twee zitten op een bankje in het koele ge
bouw van het Wajang Poppenmuseum, dat eerder
met Nederlands geld werd gerenoveerd. In een van
de gangen van het museum, dat er aan de buiten
kant uitziet als een Hollands pakhuis, hangt een ge
velsteen ter herinnering aan Jan Pieterszoon Coen
die begraven ligt op de plek waar ooit de oud-Hol
landse kerk stond. Een aardbeving maakte de kerk
met de grond gelijk.
Aanvankelijk zegt studente Elisa dat ze is vergeten
wie 'deze man' ook al weer was. Maar als ze hoort
dat er in Nederland een comité is opgericht dat als
nog een staatsbegrafenis en een standbeeld eist
Nandang en Elisa: 'Restaureren is een krampachtige po
ging om de koloniale geschiedenis in stand te houden'.
voor deze voormalige gouverneur-generaal, rea
geert ze als door een adder gebeten. „Coen was een
moordenaar. Toen hij de gouverneur van Batavia
was, zagen de rivieren rood van het bloed. Hij liet
zijn tegenstanders vermoorden." Volgens haar was
Coen uit op het monopolie van de specerijenhan-
del. Op de Banda-eilanden, waar nootmuskaat en
kruidnagelen vandaan kwamen, liet hij een deel
van de opstandige bevolking uitroeien.
Kemala Dewi, kleindochter van een Nederlandse
grootvader en Indonesische grootmoeder, heeft van-
Het voormalige Hollandse gouverneurskantoor in Jakarta is veranderd in een bouwval, foto's Wilma van der Maten