o I I I Exact 2 5 jaar geleden liet de IRA met twee bloedige aanslagen voor het eerst haar visitekaartje op Nederlandse bodem achter. De vermoede lijke daders werden gepakt, maar zijn er tot onbegrip van de politie nooit voor vervolgd. 8 VERDIEPING Op basis van onze inlichtingen staat vast dat deze twee mannen het gedaan hadden EF binnenland Bekijk historische nieuwsfragmenten uit 1988. door Niki van der Naald en Cyril Rosman Met één telefoontje be landde Willem Kup- pens (68) op mei 1988 midden in een van de grootste terro rismeonderzoeken die Nederland ooit zou kennen. Woordelijk kan hij zich het ge sprek van die vroege zondagochtend niet meer heugen. Maar Kuppens werd als hoofd Justitiële Dienst bij de toenmalige Rijkspolitie Limburg niet zomaar opge trommeld. „Duidelijk was dat er iets groots aan de hand was. Midden in de nacht was in Nieuw Bergen een auto met Brits kente ken ontploft. Er waren twee doden geval len, jonge mannen nog. Alles wees op een aanslag", memoreert de oud-politieman, te genwoordig nog werkzaam voor de archeo- logiedienst van de gemeente Nijmegen. Meer dan een uur moest hij op die eerste mei vanuit zijn woonplaats Beek naar Nieuw Bergen in de kop van Limburg rij den. Onderweg passeerde hij Roermond. Op dat moment wist hij echter nog niet dat die stad onlosmakelijk verbonden zou zijn met het incident waar naartoe hij op weg was. In de Roermondse binnenstad waren collega's op dat moment druk doen de met sporenonderzoek rond een met ko gels doorzeefde auto met daarin één dode en twee zwaargewonde passagiers. Het ken teken? Ook Brits. Eén en één is twee. Daar kwam de toege snelde politie in beide plaatsen al snel ach ter. Onder andere aan de hand van tech nisch onderzoek aan de bom die in Nieuw Bergen was gebruikt, werd duidelijk dat dit het werk van maar één terreurgroep kon zijn: het verboden Ierse Republikeinse le ger, dat destijds met geweld streed tegen de Britse aanwezigheid in Noord-Ierland. Alle zeilen werden bijgezet. Willem Kuppens moest leiding geven aan een honderd man tellend team, dat in nauw contact stond met het College van Procureurs-Generaal, het hoogste orgaan van het Openbaar Ministerie, de landelijk officier voor terreurbestrijding en de opspo- rings- en inlichtingendiensten uit zowel Duitsland, Groot-Brittannië als Noord-Ier land. Kuppens: „Zo'n groot terrorismeonderzoek was ongekend. Gelukkig had ik al veel con tacten in het buitenland. Essentieel bij dit soort onderzoeken is dat je de juiste infor matie en informanten hebt. Bij inlichtin gendiensten werkt het toch een beetje op basis van Voor wat hoort wat'. Wij kregen belangrijke gegevens in handen. Bijvoor beeld over wie bij de IRA in staat kon zijn om dit soort autobommen te bouwen." Achter de schermen kwam het IRA-team Willem Kuppens, IRA-team steeds verder. De namen van drie personen deden de ronde. Kuppens: „We wisten vooraf dat het moeilijk zou worden om da ders te vinden. Toch hadden we heel veel informatie kunnen verzamelen, zelfs tot be wondering van de Britse verbindingsmen sen die in ons team zaten. We hebben bij voorbeeld het explosief dat in Bergen ge bruikt is helemaal kunnen ontleden en weer in elkaar kunnen zetten." Het rechercheteam kreeg steeds beter zicht op waar de IRA, dat in verschillende 'cel len' werkt, zich in Nederland, België en Duitsland schuilhoudt. Dat hoofdverdach ten Gerry Hanratty en Gerry McGeough op 30 augustus 1988, op nog geen 134 meter van de Nederlandse grens bij Echterbosch uiteindelijk door een Duitse douanier aan gehouden konden worden is volgens Kup pens geen toeval. De mannen - ze zouden onderweg zijn naar een nieuwe aanslag - hadden achter in hun auto een hele lading wapens liggen, waaronder de mitrailleur die bij de aanslag in Roermond was ge bruikt. Andere aangetroffen geweren kon den gelinkt worden aan IRA-aanslagen in België en Duitsland. Zowel McGeough als Hanratty stonden bekend als sleutelfigu ren binnen de Provisional IRA (PIRA), de militante tak die 'het vuile werk' opknapte. De aanhouding werd als een doorbraak be schouwd. „Ik weet nog dat er gejuich op ging toe ze in Noord-Ierland hoorden wie er gepakt was", herinnert politiewoordvoer der van destijds Hay Clabbers zich. Het on derzoeksteam wist tegelijkertijd dat het moeilijk zou worden om te bewijzen dat deze verdachten ook daadwerkelijk de trek ker hebben overgehaald. Van Hanratty kwam vast te staan dat hij in de uren voor afgaand aan de aanslagen in Roermond is geweest. „Op basis van wat wij uit de in lichtingensfeer te weten zijn gekomen, staat vast dat deze twee mannen betrokken zijn bij de aanslagen in Limburg. 80 pro cent van het hele verhaal hadden we sowie so rond", zegt het hoofd van het IRA-on- derzoeksteam 25 jaar na dato. Kuppens reisde in '88 meerdere keren af naar Duitsland om McGeough en Hanratty urenlang uit te horen. Maar bij iedere vraag over hun betrokkenheid bij de aanslagen in Limburg zwegen ze als het graf. Toch dacht Justitie in Duitsland genoeg aankno pingspunten te hebben voor een zaak bij het Oberlandesgericht in Düsseldorf. Hanrat ty en McGeough werden aangeklaagd voor betrokkenheid bij tal van aanslagen in Duitsland. Het hele dossier over de Lim burgse aanslagen lag ook al klaar in Düsseldorf. „De Duitsers hadden er grote interesse voor. Er is meerdere keren over gesproken om onze zaak toe te voegen." Maar dat laatste gebeurde uiteindelijk niet.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 8