Vroeg of laat zal een
dodelijke griepgolf de wereld
overspoelen. Moeten we ons
daar zorgen over maken?
Ja, maar niet te veel, zeggen
deskundigen.
•i VIRUS
22 SPECTRUM
actueel
66 Als in China een kind aan
griep overlijdt en er was
geen gevogelte in de buurt,
is het hommeles
T 1
'1*
Wachten
op het
dodelijke
virus
1 Ék.
door Lindy Jense
illustratie Mark Reijntjens
wee letters, twee cijfers, één virus:
H7N9, dat is opgedoken in China,
houdt wereldwijd infectiedeskundi
gen in staat van paraatheid. De koer
sen van vliegmaatschappijen zijn
gedaald, want als de ziekte van
mens op mens overdraagbaar blijkt,
is verspreiding door vliegverkeer een enorm risico.
Al jaren wachten deskundigen op de 'Next Big
One', zoals ze de opvolger van de Spaanse griep
noemen die rond 1918 miljoenen slachtoffers maak
te. Ze vrezen een ziekte van dieren afkomstig, waar
de mens (nog) geen weerstand tegen heeft en die
miljoenen levens kost. Toch ligt bij het Centrum In-
fectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voorlopig
nog niemand wakker van H7N9. Het is business as
usual: de berichtgeving wordt scherp in de gaten ge
houden en als het nodig is, volgt actie. Bijvoorbeeld
als een reiziger uit China met een longontsteking
in Nederland arriveert. „Dat is verdacht", zegt RI-
VM-directeur Roel Coutinho. „Op zo'n moment
kunnen we heel snel de diagnose H7N9 stellen. On
langs gebeurde zoiets, maar het bleek loos alarm."
Coutinho acht een grootscheepse uitbraak van
H7N9 niet waarschijnlijk. „Het is op dit moment
lastig om de bron van het virus te achterhalen, om
dat het gevogelte er zelf niet ziek van wordt. Maar
er heeft nog geen aanwijsbare mens-tot-mensbe-
smetting plaatsgehad. Voor het zo ver is, moet blijk
baar biologisch nog heel wat gebeuren."
Het is een soort mantra onder virusbestrijders: zo
gemeld wordt dat het virus nog niet van mens tot
mens is overgesprongen, is weinig meer aan de
hand dan dat ver weg mensen ziek worden en
soms doodgaan. „Als in China een kind sterft aan
griep nadat het in contact is geweest met een kip,
slaakt iedereen een zucht van opluchting", zegt de
Amerikaanse wetenschapsjournalist David Quam-
men. „Maar als haar broertje de week daarvoor ook
aan griep is overleden en er was geen gevogelte in
de buurt, is het hommeles. Want als zo'n virus een
keer van mens op mens overspringt, kan het dat
nóg een keer doen. Het is alsof iedereen staat te kij
ken naar een nogal sinister rad van fortuin."
Quammen, die praat via Skype vanuit Montana
(VS), is de auteur van Van dier naar mens, dat net in
Nederlandse vertaling is verschenen. Hij interview
de wereldwijd experts in ziekten van dierlijke oor
sprong, zogeheten zoonoses. Ziekten als builen
pest, Lyme, Qjkoorts, ebola, influenza en aids.
Quammen wilde weten hoe ziekten dat doen. Hij
trok zonder aarzelen met onderzoekers de wilder
nis in, als ze hun veldwerk verrichtten. In Bangla
desh onderzocht hij vleermuizen op het levensge
vaarlijke nipah-virus en hij zocht in het Congolese
oerwoud naar de oorsprong van hiv. „Echt grote ri
sico's heb ik niet genomen, hoor", zegt hij beschei
den. „Al was het maar, omdat ik geen toegang
kreeg tot een gebied waar ebola heerste."
Van dier tot mens leest als een reisreportage met In
diana Jones-achtige allure, gelardeerd met een do
sis medische wetenschap. Quammens betoog is
net zo goed een ecologisch als een medisch ver
haal. De mens maakt immers deel uit van de die
renwereld. En we zijn met heel erg veel. 'In 2011 be-
David Quammen