'We zitten er
mee, we zijn
er ingetuind'
Het land was
toe aan een
nieuwe start.
Maar dat
betekende
nog niet
automatisch
een konink
rijk met een
Oranje
TROONSWISSELING 17
De Nederlanden waren altijd een
republiek, soms zelfs stadhouder
loos. Regenten in gewesten en ste
den redden zichzelf wel. Hoe kan
het dan dat in 1813 een Oranje
uit Engeland werd teruggehaald
om een monarchie te leiden?
ZATERDAG 27 APRIL 2013
Tij. H K i V U K 1. K A A X K O M N T V A X X 1} X K K O X T X K I. 5U O O I
»s'U v i li k x v o li s r o k n v u k k n i c: d r x v i. a
Willem I landt op 30 november 1813 op het strand van Scheveningen. In werkelijkheid was de aankomst minder 'heuchelijk'. Slechts een paar
vissers hielpen de latere koning aan land. foto HH
Het mirakel
van de
monarchie
door Robert Dölle
Ontdaan van elk aanzien
en zonder enige allure
verliet prins Willem V
in 1795 het land. Hij
kreeg nog natte voeten
ook, toen hij op het
schip stapte dat voor
anker lag bij het strand van Scheveningen.
Deze Prins van Oranje, stadhouder van de
Zeven Verenigde Nederlanden, werd sim
pelweg het land uitgezet, verbannen naar
Engeland. Geïnspireerd door de Verlich
ting en enthousiast gemaakt door de heroï
sche verhalen over Franse revolutionairen
en Amerikaanse vrijheidsstrijders, waren
de Nederlanders de Oranjes helemaal beu.
Het vertrek van Willem V voelde als een
bevrijding. Met Franse steun werd de Ba
taafse republiek uitgeroepen; een democra
tische staat, met rechten van de mens,
scheiding van kerk en staat en gelijkstel
ling van gezindten.
Hoe is het dan toch mogelijk dat in 1813 de
zoon van de uitgekotste prins glorieus kon
terugkeren op datzelfde strand? Weer
stond er in Scheveningen een prins met
natte voeten, maar deze Oranjetelg kwam
om koning te worden.
Historicus Niek van Sas (62), hoogleraar
aan de Universiteit van Amsterdam, kent
deze periode in de vaderlandse geschiede
nis tot in detail. Hij kan het verklaren,
maar toch; ook Van Sas vindt het niets min
der dan 'een mirakel' dat Nederland twee
honderd jaar geleden de Oranjes van stal
haalde om een monarchie in te voeren. Ja,
het land was na de misère van de inlijving
bij Frankrijk sinds 1810 toe aan een nieuwe
start. Maar dat betekende nog niet automa
tisch een koninkrijk met een Oranjevorst,
stelt Van Sas.
Waarom gebeurde dat dan wel?
Daarvoor moet je in het hoofd kruipen van
Gijsbert Karei van Hogendorp, bestuurder,
koopman en intellectueel. Hij dook in het
machtsvacuüm dat in 1813 ontstond door
de mislukte Russische veldtocht van Napo
leon. Tijdens de bezetting door de Fransen
had Van Hogendorp al in stilte aan een
grondwet geschreven. Als polderaar avant
la lettre probeerde Van Hogendorp oude
en nieuwe waarden bij elkaar te brengen.
„Hij wilde de goede elementen van de ver
lichte Bataafse republiek consolideren en
zag dat de oude familie Oranje daarin een
nieuwe, verbindende rol zou kunnen spe
len."
Van Sas heeft grote bewondering voor de
visie en de principes van Van Hogendorp.
„Thorbecke krijgt terecht veel credits voor
zijn Grondwet van 1848. Maar in feite
bouwde Thorbecke voort op het werk van
Van Hogendorp."
Hoezeer de Oranjefamilie sinds 1795 was
losgeraakt van Nederland, bleek uit het feit
dat men niet eens wist waar de prins pre
cies verbleef. Er werden gezanten naar En
geland en Duitsland gestuurd om hem op
te sporen. Droeg zijn vader Willem V de ti
tel stadhouder, de zoon werd geïnstalleerd
als koning. De telling begon opnieuw, hij
werd koning Willem I. Nederland was al
tijd een republiek gebleven, ook al was het
stadhouderschap erfelijk en gedroeg Wil
lem V zich als een monarch; een aanmati
ging die mede tot zijn ondergang leidde.
Koning Willem I maakte als nieuwbakken
vorst een behoedzame start. Maar al snel
ging hij voortvarend te werk en bezorgde
Nederland economisch perspectief. Van
Sas classificeert Willem I als 'een grote
Oranje'. „Hij werkte keihard en had visie",
zegt de historicus.
Daarmee laaide wel opnieuw de discussie
op over de macht van de Oranjes. Het duur
de nog even tot er onder Willem II een
nieuwe revolutionaire golf over Europa
spoelde, maar uiteindelijk won het libe
raal-democratische kamp. In de Grondwet
van 1848 bleef de koning onschendbaar,
maar verloor veel van zijn politieke macht.
Historicus Maarten van Rossem zit zelden of
nooit verlegen om een narrig tegengeluid. Als
het over de monarchie gaat, heeft hij al helemaal
geen aansporing nodig. „In een monarchie zijn
we geen burgers, maar onderdanen."
door Robert Dölle
Hij gooit het ho
ge woord er di
rect uit: „De
monarchie is een weer
zinwekkend instituut,
een ondemocratisch ge
drocht." Kern van zijn
bezwaar is de erfopvol
ging. In een talkshow
bracht Maarten van
Rossem het onlangs
nog snedig onder woor
den: 'Wordt de zoon
van Rob Trip ook auto
matisch journaallezer?'
De monarchie bezorgt
ons de ene na de ande
re constitutionele cri
sis, meent de histori
cus. „Elk kabinet moet wel een keer ingrij
pen omdat er iets misgaat bij de Oranjes. En
dan wie ze uitkiezen voor een huwelijk...
Bernhard, een regelrechte oplichter, die
malloot uit Spanje waar Irene mee kwam
aanzetten."
Van Rossem begrijpt niet dat 'verstandige,
volwassen' mensen zich zo gedwee opstel
len als het over koningschap gaat: „Hebt u
wel eens meegemaakt wat er gebeurt als
een lid van het Koninklijk Huis op bezoek
komt, wat dat doet met mensen? Ze begin
nen te knipmessen, houden eerbiedig af
stand, worden volkomen serviel. In een mo
narchie zijn we geen burgers, we zijn onder
danen. Maar ja, we zitten ermee. We zijn er
destijds ingetuind, na de Franse tijd."
Kan Van Rossem begrip opbrengen voor
het idee dat het koningshuis een mooie, on
schadelijke traditie is, die het volk bindt?
Nee, sentimentele overwegingen zijn aan
hem niet besteed: „Welnee, dat halfzachte
sprookje." Dan wordt de toon van de histori
cus milder: „Het gaat me niet om de perso
nen. Beatrix is een intelligente vrouw. En
Willem-Alexander kan er ook niks aan
doen. Kwetsbare jongen, zal ik maar zeg
gen. Ik vermoed dat het nu allemaal vooral
drijft op de daadkracht van Maxima."
Maarten van
Rossem.