Al blijft Torentijd open, het werk
van de 200 gevangenbewaarders
verandert drastisch. De Tweede Ka
mer hoort vandaag betrokkenen.
GEVANGENISWEZEN
28 ZEELAND
EP
Gevangenbewaarders René Scherphuis (links) en Marco van der Meule van Torentijd. foto Lex de meester
Kans op recidive
door Jeffrey Kutterink
Het is bijna lunchtijd. Bewaarders
rijden met etenskarren naar de af
delingen. In het midden van de
in een kruis gebouwde gevange
nis zijn alle afdelingen goed te
overzien. Gevangenbewaarder
Marco van der Meule: „Wat men
sen ook op hun kerfstok hebben, vroeg of laat ko
men ze terug in de maatschappij. Dan zoeken ze
een huis, gaan ze werken en winkelen ze in de Lan
ge Delft. Wij vinden het belangrijk om ze goed te
begeleiden. De regering draait onze werkwijze de
nek om. Dan zal de kans op recidive weer toe kun
nen nemen."
De lucht is zwaar, wat bedompt. In de houtwerk
plaats timmeren en zagen gevangenen aan nieuwe
meubels. Die bevallen kennelijk goed, want vorige
maand nog is er een dressoir afgeleverd voor de
werkkamer van staatssecretaris Fred Teeven van Vei
ligheid en Justitie. Anderen maken schoon of wer
ken in de gezamenlijke keuken. Degene die 'vrij'
hebben, verbeteren hun conditie in de fitnesszaal of
volgen trainingen om hun problemen op te lossen
of gedrag te veranderen. Ze hebben een druk pro
gramma, verzekeren gevangenbewaarders Marco
van der Meule en René Scherphuis. Lopend door de
gevangenis spreken ze hun zorgen uit over de kabi
netsplannen. Torentijd blijft open, maar hun werk
gaat op de schop. De Tweede Kamer praat vandaag
de hele dag met onder andere gevangenbewaarders.
„Het plan om de helft van de gedetineerden met
zijn tweeën op een cel te zetten is niet uitvoerbaar",
denkt Van der Meule. Van de 177 gevangenen in To
rentijd zitten er zo'n 30 met zijn tweeën in een cel
van 10 vierkante meter. „Het is nu al moeilijk om de
juiste mensen bij elkaar te zoeken. Gedetineerden
met een psychiatrische of gedragsstoornis kunnen
niet met een ander samen. Evenals zedendelinquen
ten en gedetineerden die verdacht worden van zwa
re geweldsdelicten."
Straks wordt daar minder nauw naar gekeken,
vreest Scherphuis. „Na u", zegt René als hij met een
elektronische sleutel een deur openklikt die in De
Nederlandsche Bank niet zou misstaan.
De vraag wat er erg aan is, laat de twee Torentijders
abrupt stilstaan. „Niet voor niets zijn vijf cellen die
geschikt waren om er twee gevangenen in te zetten
weer omgebouwd", vervolgt Scherphuis. „De werk
druk was voor ons niet haalbaar. Vergis je niet. Het
is niet alleen dat we tegen Jantje zeggen dat hij zijn
spullen moet pakken en moet verkassen. We zeg
gen ook tegen hem dat hij op één cel gaat zitten
met een volslagen onbekende."
Wijzend naar Marco. „Je kent hem niet. En dan zeg
ik: je gaat nu met hem 24 uur per dag op op 10 vier
kante meter zitten. Slik je dat zomaar? Je hebt je ei
gen problemen, je eigen zaak loopt, met alle stress
van dien. En dan ineens word je geconfronteerd
met de problemen van die ander. Dat geeft wrijving
en dat moeten wij oplossen. Dat is een uitdaging.
We willen geen verhuizers worden, maar gedeti
neerden begeleiden naar hun terugkeer in de maat
schappij. Dat kost veel tijd."
Wat opvalt is dat de celdeuren openstaan op de afde
lingen waar mensen voor langere tijd zijn opgeslo
ten. Zo kunnen gevangenen met elkaar praten en
een potje tafeltennissen. Het kabinet wil mensen
juist meer achter gesloten deuren zetten.
Een gruwel voor Van der Meule en Scherphuis, ver
tellen ze als ze een lege cel open doen. „Als een ge
detineerde binnenkomt, bepalen we wat op orde
moet zijn als iemand weer naar buiten gaat. Een
mentor moet de gelegenheid en tijd krijgen om ie
mand te begeleiden. Afgelopen jaren is fors geïnves
teerd in een nieuwe werkwijze. Gaan de plannen
door, dan neemt het contact met gedetineerden af.
Dat gaat ten koste van.de begeleiding."
Ook zal de werkdruk toenemen, onderstreept Van
der Meule. „Want als de deur opengaat komt er zo
veel spanning en emotie vrij, dat wij hard moeten
werken om mensen tot bedaren te brengen."
In de hufter-proof ingerichte cel wordt duidelijk
wat de twee bedoelen. Er is niets. Helemaal niets.
Wie aanspraak wil, kan op een bel drukken. „Som
mige doen dat tig keer op een dag om te vragen hoe
laat het is. De maatschappij is daar heel hard in hè.
Mensen hebben wat misdaan, dus moeten ze hard