SOCIAAL AKKOORD T 'Vertrouwen' is het toverwoord om een einde te maken aan de economische crisis. Maar dat bereik je niet met alleen maar woorden. 8 1 45 Dat is ook wat we nu aan de mensen vragen. Aan alle Nederlanders om weer vooruit te denken, om inderdaad dat vertrouwen in de toekomst te hebben en daarnaar te handelen We moeten zorgen voor herstel van vertrouwen in de economie, iets belangrijkers is er op dit moment niet ZATERDAG 13 APRIL 2( Premier Mark Rutte Ton Heerts (FNV) eb vertrou door Niek Opten en Freke Remmers illustratie Mark Reijntjens Vertrouwen, vertrouwen, ver trouwen. Als in een mantra klinkt het woord door het land. Als wij Nederlanders maar weer geloof krijgen in de wereld om ons heen, dan komt er snel een einde aan de economische malaise, houden de men sen die er in de polder toe doen ons voor. Dan wordt de steeds maar verder dalende lijn van het consumentenvertrouwen einde lijk omgebogen en zijn we bereid om weer iets uit te geven van de ruim 328 miljard euro die we met z'n allen tot nog toe hebben ge spaard. Tijdens de presentatie van het sociaal ak koord tussen werkgevers, werknemers en ka binet nam premier Mark Rutte donderdag het woord dan ook meerdere keren in zijn mond. Maar vertrouwen win je niet met woorden al leen, daar zijn daden voor nodig. En als die uitblijven, dan wordt dat roepen om vertrou wen zelfs een beetje irritant. „Belangrijk voor het kabinet is dat ze doen wat ze belo ven en dat wij burgers daar beter van wor den. Aan beide schort het. Het begon met de forensentaks die toch niet doorging en daar na volgden nog tal van andere maatregelen. Daarmee schendt het kabinet het vertrou wen van de bevolking", vindt economisch psycholoog José Bloemer, als hoogleraar be drijfskunde verbonden aan de Radboud Uni versiteit in Nijmegen. Sterker, Ruttes uitspraken kunnen zelfs ave rechts werken, meent Fred van Raaij, emeri tus-hoogleraar economische psychologie aan de Universiteit van Tilburg. „Door te roepen dat er vertrouwen in de markt moet komen, benadrukt hij dat dat er nu nog niet is. Hij moet juist bewijs laten zien waardoor men sen meer vertrouwen krijgen." Het kabinet en de sociale partners hadden donderdag moeten vertellen wat het akkoord betekent voor de burgers, vindt Bloemer. „Uitleggen wat de feitelijke effecten van de voorstellen zijn voor jou en mij. Als mensen bijvoorbeeld zien dat door de maatregelen de woningmarkt weer uit het slop kan komen of zorgkosten niet verder stijgen, kan hun vertrouwen stijgen. De maatregelen zijn niet allemaal positief, maar dat weet iedereen wel. Belangrijk is hoe we het gaan doen, hoe we weer naar een stabiele samenleving ko men." Wel positief vinden beide wetenschap pers dat, nog los van de inhoud, werkgevers en werknemers gezamenlijk tot een akkoord wisten te komen. „Dat twee partijen die vaak tegenover elkaar staan er nu gezamenlijk de schouders onder willen zetten wekt vertrou wen", vindt Bloemer. Maar wisten de hoge heren aan de tafel don derdag ook vertrouwen uit te stralen? Nee, meent hoogleraar cognitieve neuroweten schappen Beatrix de Gelder die net begon nen is met een onderzoek naar lichaamstaal en vertrouwen. „Wat mij opviel is dat ze zo serieus zijn. Het moest allemaal heel ernstig en heel verantwoordelijk. Een beetje meer enthousiasme had wel gemogen, dat straalt vertrouwen uit." Niet dat het dan snel te luchtig wordt, vindt ze. „Luchtig is niet het zelfde als enthousiast. Ernstig is niet hetzelf de als somber. Hoewel werkgeversvoorman Wientjes toch wel erg somber keek. Ook eni ge opluchting dat ze dit akkoord hadden be reikt, zag je niet." Als je het woord 'vertrouwen' maar vaak ge noeg herhaalt, gaan de mensen er zeifin gelo ven, is het idee. Maar raakt het woord dan juist niet versleten? „Het gebeurt dat woor den zo vaak worden gebruikt, dat ze uitge hold worden. Dat heten plastic woorden", vertelt schrijver en taaladviseur Wim Daniëls. Maar bij het woord 'vertrouwen' ziet hij dat niet zo snel gebeuren. „Het past wel heel goed bij 'sociaal akkoord'. Sociaal be tekent kameraadschappelijk. Akkoord komt van adcordare in het Latijn, daar zit het woord hart in. Je gaat dus kameraadschappelijk en vanuit het hart een verbond aan en daar hoort vertrouwen bij." Het komt er nu op aan dat 'wij' het vertrou wen schenken. „Wordt het dan vier of vijf keer geschaad, dan denken mensen op een ge geven moment ook: wat nou vertrouwen", al dus Daniëls. Het groeien of dalen van consumentenver trouwen is een ingewikkeld psychologisch proces. Het vertrouwen, dat maandelijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt gepeild, is gebaseerd op twee werel den: die van de ondervraagde zelf en de ma cro-economie. „Mensen zijn over het alge meen redelijk positief over hun eigen situa tie en die is bepalend voor het eigen koopge drag. Over de algemene economie zijn ze veel somberder, die is ook veel moeilijker te doorgronden", legt Van Raaij uit. Om het economische vertrouwen te vergro ten kunnen volgens hem een paar lichtpunt jes genoeg zijn. Lichtpuntjes in het persoon lijke leven, zoals bepaalde bezuinigingen die ophouden, huizenprijzen die niet meer da len of verbetering van baan of inkomen. „Je moet een paar optimisten hebben die het ge woon weer gaan doen: investeren, consume ren, waardoor de markt aantrekt." Maar daar heb je vertrouwen voor nodig en daar ontbreekt het nou net aan. „Je krijgt nu gelijk door niets te doen. Ja, het is een vicieu ze cirkel", erkent de Tilburgse wetenschap per. Maar ooit komt er aan alle malaise een einde. Na neergang komt weer stijging, dat is ook een economische realiteit. Het moment waarop laat zich echter moeilijk voorspellen. „Dat het goed kan komen, laat Duitsland zien. En als het daar kan, dan kan het hier ook", klinkt Van Raaij optimistisch. „Het hoeft niet groots te zijn. Een beetje positief nieuws waarna de consument zelf conclu deert dat het beter gaat. En daar moet hij zich dan naar gedragen, natuurlijk." Mensen kunnen grote aankopen bovendien niet blijven uitstellen. Ooit moet de bank of de auto toch echt vervangen worden, crisis of geen crisis. Maar als er tussen de Korea's een oorlog uitbreekt, om maar iets te noe men, dan kan het prille optimisme ook zo weer zijn verdwenen. Wat belangrijk is, betoogt Bloemer, is dat mensen niet alleen aangezet worden tot con sumptie, maar dat er ook meer vertrouwen ontstaat in medemensen en instellingen. „Want het consumentenvertrouwen is geba seerd op het vertrouwen in elkaar en dat is de afgelopen jaren nogal geschaad. Of het nou om artsen, banken, rechters of scholen gaat." Als de overheid doet wat ze belooft, als banken betrouwbare producten leveren en bedrijven eerlijk communiceren over hun producten en zich maatschappelijk verant woord gedragen, dan zal het vertrouwen over de hele linie toenemen. „Als iedereen er van overtuigd is dat we elkaar weer daadwer kelijk kunnen vertrouwen, dan neemt het ge loof in de toekomst automatisch toe. En dan volgt er groei in plaats van krimp." En wie weet krijgen we een lange, warme zo mer. Dat is ook goed voor het consumenten vertrouwen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 8