iiü In Europa mag sinds vorige maand geen cosmetica meer worden verkocht die getest is op dieren. Wetenschappers zoeken naar alternatieven, maar in de praktijk valt dat niet altijd mee. 10 SPECTRUM wetenschap W m -<*■ 4 k Tegenwoordig moeten onderzoekers met goede argumenten komen om proef dieren te mogen gebruiken Weg met ude labrat! - - ,v>l» m 1* 5 door Peter de Jaeger Hoewel het in ons land al bijna tien jaar niet meer mocht, werden el ders in Europa ko nijnen en cavia's nog steeds het slachtoffer van de cosmetica-indus- trie. Bij hen werden eyeliners, ge zichtscrèmes en lippenstift getest op giftigheid en irritatie op de ogen en huid. In Nederland kwam halverwege de ja ren negentig een eind aan dit soort dierproeven. Vorige maand werd het in heel Europa verboden. „De grote winst komt door het importverbod op cosmetische producten uit landen als China of Brazilië. Die zijn getest zijn op dieren", zegt Coenraad Hen- driksen, hoogleraar Alternatieven voor Dierproeven aan de Universiteit Utrecht en onderzoeker bij Intravacc in Bilthoven. Alternatieven zijn er ge noeg, meent de professor. Zo is slacht afval, zoals koeienogen en varkens oren, goed te gebruiken voor onder zoek naar veilige schoonheidsproduc ten. En tests met dierlijke cellen in kweek vloeistof zijn een prima metho de om uit te zoeken of een stof toxisch (giftig) is of niet. Biochemi sche proeven geven de zuurgraad aan. Een zuur product is meestal schade lijk. „Zelf werken we in Bilthoven aan fysisch-chemische methoden en weef selkweken om de kwaliteit van vac cins op veiligheid te beoordelen", al dus Hendriksen. Ook computermodel len zijn een handig hulpmiddel. „Wanneer de structuur van een nieu we stof lijkt op die van een vergelijk bare stof waarvan we weten dat die schadelijk is voor de nierèn, zou je kunnen voorspellen dat die nieuwe stof eveneens schadelijk is." Als uit de gevonden informatie blijkt dat het product redelijk ongevaarlijk is, kan dat zelfs op menselijke vrijwil ligers worden aangebracht, uiteraard in zeer lage doses. Bijvoorbeeld om te zien of de huid geïrriteerd raakt. „Je kunt ook kijken of de stof door de huid heen dringt en welke weg wordt afgelegd in het lichaam. Zo kun je aan tonen of de stof in lever, longen of nie ren komt. Alle gegevens uit deze me thoden leveren net zoveel informatie op als het testen op proefdieren." Hendriksen vindt het vreemd dat de discussie vooral gaat over proeven met giftige stoffen, terwijl die in Ne derland nog geen 10 procent van het totale proefdieronderzoek betreffen. De meeste proefdieren worden ge bruikt voor het onderzoek naar medi cijnen en naar kanker, hart- en vaat- aandoeningen en auto-immuunziek- ten. Favoriete beesten zijn muizen en ratten. Daarnaast worden vooral kip pen (pluimveevaccins) en vissen (toxi cologisch onderzoek) gebruikt. Het aantal proefdieren is sinds eind jaren zeventig gedaald van 1,7 miljoen naar circa 600.000 nu. „De regels waren al streng met het oog op dierenwelzijn", verklaart Hen driksen de daling. „Tegenwoordig moet de onderzoeker met goede argu menten komen om proefdieren te mo gen gebruiken. Een onafhankelijke commissie moet beslissen over de Voor veel medisch onderzoek blijven proefdieren, zoals ratten, noodzakelijk. foto Universiteit Utrecht noodzaak en beoordeelt of het nut op weegt tegen het ongerief voor het dier. Dierproeven zijn gelukkig niet meer vanzelfsprekend." Hendriksen ontwikkelde een cd-rom en een website om collega's die met proefdieren werken te stimuleren tot een andere aanpak. Proefdiervrij wer ken wordt ook gestimuleerd door de instelling van de Willy van Heumen- prijs, een prijs die sinds 2009 tweejaar lijks wordt uitgereikt door het Stimu leringsfonds Alternatieven voor Proef dieren. De onderscheiding werd eer der uitgereikt voor onderzoek naar een diervriendelijker manier om reu ma te bestuderen. Normaliter wordt reuma kunstmatig opgewekt bij rat ten. Door de ontwikkeling van een ge wricht en kraakbeen in een laborato riumschaaltje is dat pijnlijke experi ment overbodig. In 2011 wonnen Maastrichtse onder zoekers de prijs voor het ontwerpen van een 'doorstroomkamer', waarin de werking van menselijke bloedva ten wordt nagebootst om de ontwik keling van trombose te bestuderen. Hierdoor kan belastend onderzoek bij muizen achterwege blijven. Toch blij ven dierproeven nodig, benadrukt Hendriksen. „Weefselkweek en computermodel len zijn een versimpeling van een complex levend organisme. Daarom komt in het laatste traject van bijvoor beeld de ontwikkeling van een genees middel het proefdier toch weer in zicht. Zo worden resusapen gebruikt bij studies naar infectieziekten als tu berculose of malaria. Daar is. geen an dere geschikte diersoort voor". Als vervanging echt niet mogelijk is, kan verfijnder en minder dieronvrien delijk worden gewerkt. „Je kunt al leen goede resultaten halen wanneer dieren gezond en gelukkig zijn",- meent de hoogleraar. „Dat kan al door pijnstillers te gebruiken bij belas tende ingrepen. Dieren in een kooi kun je speeltjes geven tegen verve ling. Ook kun je proberen een omge ving te creëren die soortspecifiek ge drag mogelijk maakt, zodat een muis holletjes kan graven in zaagsel. Zet so ciaal levende dieren bij elkaar." De laatste jaren daalt het gebruik van proefdieren nog maar mondjesmaat. Volgens sommige wetenschappers omdat de proefdiervrije methoden niet zouden werken. Hendriksen ziet dat anders. „De nieuwe methoden werken wel degelijk, maar we willen allemaal gezond oud worden zonder kanker en andere akelige ziekten. We willen verre reizen maken naar lan den met gevaarlijke ziektes en ons daartegen beschermen. De maatschap pij maakt het ons daarom wel erg moeilijk, want zulke eisen leiden indi rect tot meer proefdiergebruik. Maar als we niet aan alternatieven hadden gewerkt, dan was het aantal proefdie ren zeker vier of vijf keer zo hoog ge weest als op dit moment het geval is." ©reageren? spectrum@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 50