12 BUITEN mm Afgelopen zaterdag zaten er in de Westerschelde bij Terneuzen 48 ber geenden bij elkaar. Is dit bijzonder? Deze vraag kwam vo rige week via de mail van een lezer uit Terneuzen. Het antwoord zal wel licht een beetje verbazing oproepen. Vorige week was dat niet bijzonder; volgende week is het wel bijzonder. Dat vergt natuurlijk op zijn minst eni ge toelichting. Buiten Aan de Brilletjesdijk in Nisse is een aantal dijkdoorbraken geweest. Drie achtereenvolgende Vingerlingen' in het landschap geven deze doorbraken aan. foto Gerard Smallegange Het baltsen en broeden van de bergeend door Chiel Jacobusse Pijlstaarteend Voor eenden begint de zer dagen de broedtijd. Hier en daar zit wel licht al een gewone wil de eend op eieren, hoe wel de vogels toch wel flink opgehouden wor den door de kou. Maar voor de rest zie je gewoon dat de balts en de pa ring eraan komt. De vogels zien er op hun paasbest uit. Dat geldt net zo goed van de net uit Afrika gearriveer de zomertalingen (hun aantal valt weer best mee dit jaar) als voor smienten en pijlstaarten en het me rendeel van onze wintertalinkjes, die op het punt staan om naar het noor den te vertrekken. In het bijzonder de woerden zien er uit om door een ringetje te halen. De eendjes zijn veel soberder van kleur en daar is ook alle reden voor. Het is mama eend die de broedzorg voor haar rekening neemt en omdat de meeste eenden in het open veld broe den is een schutkleur van levensbe lang voor het legsel. Als de eendjes net zo bont uitgedost waren als de woerden zouden de nesten veel mak kelijker ontdekt worden door roofvij- anden als kraaien en meeuwen. Maar de bergeend is een uitzonde ring op de regel. Pa en ma hebben hetzelfde verenkleed en zijn alleen van elkaar te onderscheiden doordat het mannetje een rode knobbel bo ven de snavel heeft, terwijl het vrouwtje die mist. Ze is bovendien wat tengerder van bouw en dus toch wel goed te onderscheiden. Dat ook de dames bergeenden zich zo'n bon te uitdossing kunnen permitteren heeft te maken met de plek van het nest. Dat ligt goed verborgen onder dicht struikgewas of liever nog in een verlaten konijnenhol. Ontdek king door roofvijanden vanuit de lucht is dus niet aan de orde. Bergeenden leven buiten de broed tijd in groepen. Vooral in de nazomer als de vogels ruien kunnen die groe pen bestaan uit vele duizenden indi viduen. In de loop van het winterhalf jaar vallen die groepen uiteen in klei nere gezelschappen, maar totdat de broedtijd aanbreekt is de bergeend Wintertaling een sociale vogel. Dat verandert radi caal in deze tijd van het jaar. Ineens ontstaat er mot in de groep en vooral de mannetjes vliegen elkaar in de ha ren - veren. De dames kijken vaak al leen maar toe, maar soms dragen ze ook hun steentje bij. In een groepje rustig zwemmende bergeenden kan in vijf minuten tijd de pleuris uitbre ken, zodat de groep verandert in één grote vechtende kluwen. Het uiteindelijke resultaat is dat de groepen uiteenvallen in afzonderlijke paren. In de broedtijd is de bergeend een agressieve territoriale eenling. Niet al leen soortgenoten worden met veel geweld verjaagd, maar alles wat maar wit of bont gekleurd is wordt met veel geweld verdreven. Van kleine zil verreiger tot kluut; de argeloze vogels die het territorium van een bergeend betreden hebben meestal geen enkel verweer tegen de agressie van de ber geenden. Hoewel... Een enkeling trotseert de boze bergeenden en weet van geen wijken. Scholeksters bijvoorbeeld laten zich niet snel inti mideren, en zelfs een ranke kluut geeft soms flink wat tegenspel. Het agressieve territoriale gedrag duurt niet lang. Voordat de kleintjes groot zijn beginnen de vogels al te ruien en uiteindelijk verliezen ze zo veel slagpennen dat ze niet eens meer kunnen vliegen. Dan ben je na tuurlijk als bergeend tamelijk weer loos. Ze zoeken dan hun veiligheid in de macht van het getal. De kleintjes worden ondergebracht in grote groe pen, de zogenaamde bergeenden crèches, en intussen zijn de oudervo gels alweer bezig om te wennen aan het leven in een groep. Nauw verwant aan de bergeend is de nijlgans. In tegenstelling tot wat de naam suggereert is ook dat een een densoort en ook bij de nijlgans zijn beide geslachten ongeveer hetzelfde. Een andere overeenkomst is dat bei de soorten zwart-wit gekleurde kui kens hebben. De nijlgans, een exoot die in Egypte thuis hoort, kan nu al kuikens hebben; bij onze bergeenden gaat dat nog minstens vier weken du ren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 12