28 ZEELAND ECONOMIE Na het omvallen van Zalco en Thermphos klonk de roep om de terugkeer van de Delta boys. De economie van Zeeland kan wel weer wat impulsen gebruiken. 11 Ode aan de I aütff door Ben Jansen Het is waarschijnlijk de laatste fo to waarop ze gedrieën staan afge beeld: de Deltaboys Jan van Aart sen, Ad Kaland en Rien Verburg. Directeur Huib van Heel van het chemiebedrijf Hoechst in Vlissingen-Oost greep in 1991 het zilveren jubileum van zijn onderneming aan om de mannen die zich sterk hebben gemaakt voor de industrialisatie van het Sloegebied, te laten zien tot waartoe hun inspanningen hebben geleid. Hoechst (la ter Thermphos) was na reparatiewerf Schelde- poort en het kleinere chemiebedrijf Billiton (nu Arkema) de eerste klapper die de Delta boys hadden binnengehaald. „Ze hebben een rondleiding gekregen en ze waren onder de in druk", herinnert Van Heel zich. „Het was een heel gezellige dag." Of Van Aartsen, Kaland en Verburg dat ook zo hebben ervaren, valt niet meer te verifiëren. Ze zijn overleden, respec tievelijk in 1992,1995 en 2009. Je hebt Deltaboys en Deltaboys. De naam was een ingeving van commissaris van de konin gin Guus de Casembroot. Bij de sluiting van het Veerse Gat in 1961 stelde hij een groepje ambtenaren aan koningin Juliana voor: „Kijk majesteit, dit zijn nu de Deltaboys." Onder hen Verburg, directeur van Economisch Tech nologisch Instituut voor Zeeland. De anderen: Martin de Vink van de Provinciale Planologi sche Dienst, Jan Hornstra van provinciaal op- bouworgaan Stichting Zeeland en Herman Swaters en Johannes Snip van Provinciale Wa terstaat. Officieel vormden de heren de werk groep Deltazaken van de provincie. Die was in 1956 ingesteld om na te gaan hoe Zeeland zou kunnen inhaken op het Deltaplan, dat zou gaan zorgen voor een veel betere ontsluiting van het gedeelte van de provincie benoorden de Westerschelde. Ook speelde mee dat een antwoord moest worden gevonden op de sterk teruglopende werkgelegenheid in de landbouw als gevolg van de mechanisatie in deze sector. Ambtenaren hebben politieke dek king nodig en die kregen ze van De Casem broot, zijn opvolger Van Aartsen en gedepu teerden als Kaland. Die lieten ook graag de ti tel Deltaboy op zich van toepassing verklaren. De Deltaboys deden Zeeland en Den Haag ver steld staan van de verlanglijst waar ze mee kwamen: haven- en industriegebieden aan weerszijden van de Westerschelde (van Vlis- singen tot aan het zuidelijkste puntje van Zuid-Beveland en van Breskens tot voorbij Hoofdplaat) en in de Zeeuws-Vlaamse kanaal zone, inpoldering van het Verdronken Land van Saeftinghe, drooglegging van het oostelij ke deel van de Oosterschelde en de aanleg van nóg een ontsluiting: de centrale weg van Zie- rikzee via Noord-Beveland en Goes naar Ter- neuzen en dan België in. Op een zeker voor die tijd ongekend energie ke manier timmerden de Deltaboys, gesteund door het dagelijks provinciebestuur en verte genwoordigers van het bedrijfsleven en land bouworganisatie ZLM, aan de weg. Kamerle den werden naar Zeeland gehaald, de parle mentaire pers kwam op bezoek. De bood schap was niet vergeefs: regionale ontwikke ling was in die tijd de boodschap en bedrijven met plannen zich in Zeeland te vestigen, werd een investeringspremie in het vooruitzicht ge steld. Dat trok ondernemingen als Dow, Hoechst, Pechiney en Total over de streep. Het toenmalige energiebedrijf PZEM gedroeg zich als ontwikkelingsmaatschappij door voor de energieslurpers Pechiney en Hoechst de kerncentrale Borssele te bouwen. Hoe belangrijk ontsluiting van Zeeland was - of liever: hoe beperkend het gebrek eraan - blijkt uit de stagnatie van de recreatieve ont wikkeling in de voor het toerisme zo geliefde en geschikte Schouwse Westhoek. Voor de opening van de Grevelingendam en de Zee- landbrug in 1965 was het aanbod van zomer huisjes en plaatsen op kampeerterreinen De Zeelandbrug, een staaltje van Zeeuwse onverschrokkenheid Het Sloegebied bij Borssele. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 28