Ruziënde hartchirurgen in het HagaZieken- huis en bonje tussen cardiologen in het MC Zuiderzee. Het zijn nog maar de twee meest recente voorbeelden van bekvechten de medisch specialisten. Waarom is er zo veel kift? 8 VERDIEPING RUZIËNDE MEDICI 9 Rollebollend over door Floor Ligtvoet illustraties Nourdin Kouch Marcel Wanrooy van adviesbureau GITP wordt regelmatig in- gehtlurd om hoogop lopende ruzies tus sen specialisten hel pen op te lossen. De conflictbeheersingsexpert heeft zijn hoofd al vaker gebroken over de vraag waarom zulke hoogopgeleide, weldenkende profes sionals toch zo goed zijn in ruzie maken. Zijn antwoord is simpel. „Medisch specia listen vinden het heel lastig om elkaar tij dig én op constructieve wijze feedback te ge ven." „In de kern zijn ze bang voor escalatie", merkt hij op, „waardoor ze om het pro bleem heenlopen en onderhuidse spannin gen steeds hoger oplopen." Totdat de zaak uiteindelijk barst en mensen in de ziekte wet belanden of het arbeidsconflict juri disch moet worden uitgevochten. Wanrooy ziet in zijn praktijk meerdere oor zaken voor een conflict. Dat kan een niet goed functionerende collega zijn, een on derling verschil in stijl (bot tegenover di plomatiek), strijd over macht en zeggen schap of een verschil van opvatting over het vakgebied, de aanstaande fusie, geld en apparatuur. Maar een conflict heeft altijd brandstof no dig om zo heftig te kunnen oplaaien dat het de krant haalt of dat de inspectie moet ingrijpen omdat de veiligheid van patiën ten in het geding komt. „Die brandstof is vaak emotie. Een van de partijen voelt zich miskend." Men gaat elkaar steeds minder waarderen en zien, legt hij uit, terwijl de behoefte om gezien te worden juist toe neemt. „Veel professionals hebben een bo venmatig grote bewijsdrang, zoeken voort durend bevestiging en zijn daardoor kwets baar. Daarnaast zijn ze competitief inge steld en dat werkt ook niet bepaald de-esca lerend." In conflicten tussen medisch specialisten spelen ego's vaak een rol, erkent psychiater en zenuwarts Bert Busard. In zijn vorige baan bij Isala, de Zwolse vereniging van zie kenhuizen, leefden psychiaters tien jaar lang in onmin met elkaar. „Een situatie met alleen maar verliezers." Het conflict ontstond toen de maatschap van Busard uit ziekenhuis De Weezenlan- den moest fuseren met de psychiaters in loondienst van het Sophia Ziekenhuis. Waar de focus van de maatschap vooral lag op het behandelen van patiënten, lag de fo cus van de specialisten in loondienst wat meer op het oplei den van nieuwe art sen en het doen van medisch onderzoek, vertelt Busard: „Ie der had zijn eigen be langen. De piketpaal tjes werden in de grond geslagen. Maar niemand stelde de vraag: hoe komen we dichter tot el kaar?" Er ontstonden twee Bert Busard kampen. „Die gin- foto Freddy Schinke gen volledig hun ei gen weg. Alleen bij de noodzakelijke verga deringen spraken we elkaar", vertelt hij. „Niemand had de moed zich kwetsbaar op te stellen. Echte frustraties werden opge kropt. Verhalen en roddels konden zo een eigen leven gaan leiden. Er was onderling geen persoonlijk gesprek waarin iets even werd rechtgezet of bijgesteld." Het leidde tot een koude oorlog. Collega's uit de verschillende kampen gedoogden el kaar slechts: „Met één directe collega kon ik het gelukkig wel goed vinden. Want in mijn uppie had ik het in die tijd niet gered. Zonder hem was ik volstrekt door mijn hoeven gegaan. Zo'n conflict maakt erg een zaam. Je gaat aan alles twijfelen." Ook Busard heeft een aandeel gehad in de tot het bot toe verziekte sfeer van toen, er kent hij. „Ik heb me wel eens arrogant te genover anderen uitgelaten over hun pres taties. Ik had beter kunnen zeggen dat ik er gens van baalde dan dat ik er met een strak gezicht bijzat zonder iets te zeggen en soms, wanneer het me te veel werd, hard op iemands tenen trapte." Uiteindelijk kwam zelfs de Inspectie voor de Gezondheidszorg om de hoek kijken. Die maakte zich zorgen over de continuï teit en kwaliteit van de psychiatrische zorg. Het ziekenhuisbestuur besloot daar op na zesentwintig jaar trouwe dienst van Busard afscheid te nemen. „Ik kreeg een

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 8