p
Onwetendheid brengt aantal Zeeuwse
p
In een serie artikelen staat de PZC stil bij
dopingcontroles in Zeeland. Er werd gesproken
met vele mensen uit de sportwereld. Vandaag in
deel 2: Artsen over dopinggebruik bij amateur
sporters.
8 SPECTRUM
Vraagtekens
door Rudy Boogert en Maurice Steketee
foto Camile Schelstraete
Huisarts Peter de Doelder.
Nee, ze komen ze niet bij
bosjes tegen. Maar er zijn
Zeeuwse amateurspor
ters die stimulerende
middelen gebruiken. Dat
blijkt uit gesprekken met
(sport)artsen uit Zee
land. „Maar als je er naar vraagt krijg je bijna
nooit een bevestigend antwoord", vertelt de
Middelburgse huisarts Peter de Doelder. „We
hebben er wel zo onze gedachten over..."
Uit onderzoek van de VvAA, de dienstverle
ner voor onder meer artsen, specialisten en
tandartsen, blijkt dat veel amateursporters
aan de doping zitten. Van de Nederlandse
huisartsen heeft 35 procent ervaring met ama
teursporters die klachten hebben na gebruik
van doping, meldt de VvAA. Volgens Her
man Ram zijn er in Nederland zo'n I60.000
dopinggebruikers.
De Doelder, bestuurslid bij de Huisartsen
kring Zeeland en betrokken bij verschillende
Zeeuwse sportevenementen, heeft er ook
wel eens mee te maken gehad. „Ik heb rede
lijk wat contacten in de sportwereld. Maar ik
heb bijna nooit met een sporter te maken ge
had die dopinggebruik meteen bekende. Het
gaat om een enkeling die dat toegeeft. Dat
neemt niet weg dat er gébruikt wordt, maar
dat blijft voor ons verborgen. Het is heel
moeilijk te ontdekken, dat hebben we met de
affaire-Armstrong wel gezien."
De Vlissingse sportarts Jon van Caspel is de
zelfde mening toegedaan. „Ik denk dat 't on
der lopers en fietsers in Zeeland wel meevalt,
maar zeker weten doe je het niet In
krachtsporten kom je nog wel eens iemand
tegen. Twintig a dertig jaar geleden stonden
er in de sportscholen allerlei potjes en werd
er van alles gebruikt, maar die tijd is wel voor
bij. Sporters melden zich in ieder geval niet
bij bosjes aan. Maar misschien komt alles
hier in Zeeland wel tien jaar later. Ik snap
wel dat sommige sporters in de verleiding ko
men om te gebruiken, zeker als ze er van
moeten leven."
Van Caspel, die werkt voor het Sportmedisch
Adviescentrum Zeeland (SMAZ), geeft vooral
voorlichting over dopinggebruik. „We geven
advies wat de consequenties kunnen zijn van
bijvoorbeeld het gebruik van anabolen, we ge
ven geen advies over doseringen. De sporter
moet zelf de keuze maken of-ie er wat mee
doet. We willen niet betrokken zijn bij het
dopinggebruik en gaan sporters niet begelei
den."
Arnold Brons, die ook als sportarts
verbonden is aan het SMAZ in
Middelburg en bovendien in de
Raad van Advies van de Dopingau-
toriteit zit, is geen voorstander van het mas
saal controleren van amateursporters: „Nee,
niet omdat het zoeken is naar een speld in
een hooiberg. Er zijn wel spelden. Maar het is
de eigen verantwoordelijkheid van mensen.
Besteed liever het geld aan voorlichting.
Soms komen er sporters langs van wie ik ver
moed dat ze anabolen gebruiken. Als ze daar
dan eerlijk over zijn, geef ik aan wat de conse
quenties kunnen zijn."
Brons vindt het niet meer dan normaal dat
hij advies geeft. „Moet ik ze dan niet helpen?
Je kunt het vergelijken met roken. Als er bij
een huisarts een patiënt komt die rookt,
wordt-ie ook gewoon geholpen."
Volgens Van Caspel staan er veel
medicijnen op de dopinglijst en
dat maakt het probleem wel eens
lastig. „Efedrine bijvoorbeeld, dat
wel eens in hoestdrankjes zit, stond op de do
pinglijst. Maar daar ga je echt niet sneller van
fietsen. Misbruik ligt echter op de loer. Van
een astmapufje krijg je meer lucht, maar dat
kan dus ook door sporters gebruikt worden
die helemaal geen astma hebben."
Van Caspel, zelf een fanatieke marathonlo
per, vindt dat de voorlichting de laatste jaren
wel verbeterd is. „Vroeger moest je als spor
ter alles zelf uitvogelen, tegenwoordig kun je
op de website van de Do-
66 pingautoriteit precies
zien wat wel en niet
We zien mas- v°igens m^j zij"n de
sporters er ook wel aler-
SOmS jonge ter op geworden."
SDOrterS De Doe^er nierkt dat
bij de huisartsen het on-
doodgaan derwerp doping vaker
en dan ter sPrake komt. „Met
collega's wordt er wel va-
vragen we ker over gesproken ja",
ons af: hoe vertelt hii- »We zien
soms jonge sporters
kan dat doodgaan en dan vragen
nQU? we ons af: hoe kan dat
nou? We hebben er wel
zo onze gedachten over,
maar verder dan vermoe
dens komen we niet, omdat er meestal geen
onderzoek wordt gedaan. Je weet ook niet
wat de lichamelijke toestand precies is ge
weest, maar het is wel heel typisch."
Van Caspel onderstreept dat. „Je hebt wel
eens verdenkingen. Maar bij veel overleden
sporters is de doodsoorzaak nooit opgehel
derd. Ik zal niet beweren dat het door doping
gebruik komt, maar het kan natuurlijk wel."
De Doelder heeft in zijn carrière drie keer
meegemaakt dat een sporter meldde doping
te hebben gebruikt.
„Het ging in die gevallen om iemand die de
sportschool bezocht." De Middelburger
kreeg zelf nooit een verzoek van een sporter
om te helpen bij het toedienen van stimule
rende middelen. „En van collega's hoor ik het
zelfde."
Eén simpel slaappilletje kan
een topsporter al in de do
pingproblemen brengen.
Of een anticonceptiepil.
Sterker nog, je hoeft niet
eens iets geslikt of gespoten te heb
ben om in het beklaagdenbankje te
recht te komen.
Verschillende Zeeuwse sporters zijn
in de loop der jaren op die manier 'po
sitief bevonden. Niet omdat ze ster
ker, beter of sneller wilden worden
door een greep in de dopingpot, maar
door onwetendheid.
Sandra Begijn in problemen door de
anticonceptiepil
Twee jaar en vier maanden moest San
dra Begijn wachten op haar vrij
spraak. De talentvolle tennisster uit
Hulst onderging in mei 1989 een do
pingcontrole na een competitiewed
strijd in het Belgische Wezel. Begijn
werd positief getest op nortestoste-
ron. Zes maanden later werd ze vrijge
sproken, omdat nortestosteron op na
tuurlijke wijze aangemaakt kan wor
den in het vrouwelijk lichaam.
De tuchtkamer van de Belgische ten-
nisfederatie tekende echter beroep
aan. Na tal van onderzoeken, waarbij
ook een toxicoloog werd ingescha
keld, kreeg Begijn in september 1991
via een aangetekende brief meege
deeld dat ze onschuldig was, zoals ze
zelf al jarenlang betoogde. De positie
ve plas werd veroorzaakt door de anti
conceptiepil. Hangende de onderzoe
ken mocht Begijn wel haar partijen
spelen. ,v
Alfons Frankevijle bekent gebruik
van cortisonen
Alfons Frankevijle erkende het ruiter
lijk: de atleet had cortisonen in zijn ge
kwelde achillespees laten spuiten. Dat
spierversterkende middel komt voor
op de internationale lijst van verbo
den middelen. Begin 1989 was hij als
sprinter van Scheldesport nationaal in-
doorkampioen op de 60 meter gewor
den in 6,99 seconden. Een paar maan
den later moest hij met de billen
bloot in de PZC na het behalen van
de Zeeuwse titel op de 100 meter.
Alles probeerde Frankevijle om zijn
achillespees te helen. Laserbehandelin
gen, inspuitingen en dus ook cortiso
nen. „Ze hebben de pezen van mijn
voet voor zestig procent kapotgespo-
ten met cortisonen", treurde hij. Een