10 VERDIEPING
ASIELZOEKERS
Vier maanden in een Vlucht
kerk. Het verhaal van Moham
med uit Somalië, lijdzaam
wachten in ledigheid.
door Cyril Rosman
Op een koude dag in ja
nuari ligt Mohammed
(23) op het plein yoor
de Tweede Kamer in
Den Haag. Zijn ogen
staren naar nergens. Op
zijn voorhoofd gaapt
een wond waar bloed uitstroomt. Naast
hem, op een plastic laken, liggen nog meer
mensen die acteren dat ze dood zijn.
Het was een geslaagde demonstratie tegen
het Nederlandse uitzettingsbeleid, vindt
hij. Maar, zegt Mohammed treurig: „Het is
alsof staatssecretaris Teeven door het leven
loopt met een hand voor zijn ogen: hoe
kan hij nu niet zien dat het in Somalië niet
veilig is? Mijn leven is momenteel erg
ingewikkeld."
12 december 2012,
Vluchtkerk, Amsterdam
Het leven van Mohammed, om veiligheids
redenen niet zijn echte naam, is al een tijd
je erg ingewikkeld. Vier jaar is hij al in Ne
derland. Gevlucht vanuit Somalië. Drie
jaar lang verbleef hij in asielzoekerscentra
in Nederland. Nadat zijn asielaanvraag defi
nitief wordt afgewezen, belandt hij op
straat. Daarna vindt hij een plek in het ten
tenkamp aan de Notweg in Amsterdam.
Als dat eind november door de politie
wordt ontruimd, krijgen de asielzoekers on
derdak in de tot Vluchtkerk omgedoopte
gekraakte St. Joseph kerk in Amsterdam.
Het is een kerk die al jaren leegstaat: geen
verwarming, geen verlichting, alleen mu
ren en een dak. Omwonenden en organisa
ties die uitgeprocedeerde asielzoekers steu
nen, gaan aan de slag: de nissen van de
kerk worden slaapkamers, er komen ka
chels, lampen, een keuken. En kleren, mo
bieltjes, beltegoed en voedsel. Ruim hon
derd asielzoekers verblijven er, mensen uit
Guinee, Sudan, maar voornamelijk uit So
malië. Ze kunnen blijven tot eind maart,
zo spreken de krakers met de eigenaar, een
belegger in vastgoed, af.
Mohammed loopt door de kerk. Een wat ge
drongen, vriendelijke jongen. Gekleed in
een trainingsjack van het Braziliaans voet
balelftal. Zijn handdruk is stevig, zijn uiter
lijk gesoigneerd, een bijgehouden ring
baardje, zijn engels is gebroken en zijn blik
droevig. „Ik wil geen vluchteling zijn. Uit
eindelijk wil ik terug naar mijn eigen land.
Als het daar veilig is. Maar geef ons nu in
Nederland een normaal leven. Het Neder
landse volk is goed voor ons, maar de over
heid niet. Zij moet met een oplossing ko
men." Daarom zijn ze in de kerk: een
schreeuw om aandacht.
17 januari 2013,
Zuidplein, Rotterdam
Een smsje van Mohammed: I'm in Rotter
dam. Let's talk at Soudplain. Hij blijkt een
paar dagen weg te zijn uit de kerk. Na zes
weken even weg uit die hogedrukpan, de
stress en het gebrek aan privacy.
Er is in die zes weken niets veranderd aan
de situatie van de bewoners: de Nederland
se regering wil dat ze terugkeren naar hun
land, zelf willen of kunnen ze dat niet. De
enige zekerheid is dat iedere nieuwe dag
de sluiting van de kerk weer een dag dich
terbij is. In april staan ze op straat.
Het zorgt voor storm in het hoofd van Mo-
Demonstratie op het Plein in Den Haag tegen de uitzetting van Somaliërs. foto ANP
hammed. En voor gezondheidsproblemen.
Daarom logeert hij bij vrienden buiten Am
sterdam, om wat rust te vinden. „Maar ik
kan hier maar een paar dagen blijven."
We zitten bij de Hema in winkelcentrum
Zuidplein en drinken cappuccino. Een ken
nis schuift aan. Zij tolkt. Mohammed ver
telt zijn vluchtverhaal. Een verhaal dat van
wege veiligheidsredenen niet uitgebreid ge
publiceerd kan worden. Een verhaal ook
dat vanuit Nederland niet te controleren is.
Zijn vader en moeder worden vermoord
als hij nog jong is. Later krijgt hij een rela
tie met een meisje van een andere clan.
Haar familie ziet de relatie niet zitten. Ze
mishandelen hem en hebben banden met,
zo zegt Mohammed, de islamitische ter
reurorganisatie al-Shabaab, die in Somalië
een harde strijd met het regeringsleger uit
vecht. „En als al-Shabaab zegt dat ze je ver
moorden, dan doen ze dat."
Mohammed vlucht en belandt uiteindelijk
in het aanmeldcentrum in Ter Apel. Het is
2009 en Mohammed heeft geen idee waar
hij is beland. „Ik ben opgegeroeid in een
kleine stad in Somalië, ik had nog nooit
van Nederland gehoord." Hij begint aan
een reis langs asielzoekerscentra en be
landt na de zomer van 2012 op straat. Hij is
dan illegaal in Nederland. Wat volgt is het
tentenkamp aan in Amsterdam en De
Vluchtkerk. Langzaamaan komt hij aan het
einde van zijn latijn, vertelt hij, terwijl we
de cappuccino afrekenen. „Mijn problemen
hier zijn bijna nog groter dan in Somalië."
23 januari 2013,
Vluchtkerk, Amsterdam
Achter de deur van de kerk zitten dertig
mannen op stoeltjes. Ze kijken naar een
Afrikaanse zender met live voetbal; de Afri
ka Cup. De mannen kijken naar elke wed
strijd van die Cup. Veel anders hebben ze
niet te doen. Mohammed is weer terug in
de kerk. Hij ziet er beter uit, de dagen in
Rotterdam hebben hem goed gedaan, zijn
gedachten zijn meer op orde.
We drinken thee op zijn 'kamer': een van
de nissen in de kerk. Die nis deelt hij met
acht anderen: de stapelbedden staan er
dicht tegen elkaar aan. Een schot van spaan
plaat scheidt de slaapkamer van de grote,
centrale ruimte in de kerk. De Somaliërs
slapen bij de Somaliërs, de Sudanezen bij
de Sudanezen.
Mohammed voelt zich beter dan een week
geleden. De kerk ziet er ook beter uit dan
begin deze maand: er is nu tv, een ping-
pongtafel, een voetbaltafel en zelfs wifi. Hij
geeft vrolijk een rondleiding en zegt: „Ik
heb nog steeds hoop. Want zonder hoop
ben je nergens meer." Hoop dat hij langer
in Nederland mag blijven, niet als dakloze
illegaal, maar als normaal gehuisveste
vluchteling die terug wil naar Somalië als
het daar weer echt veilig is. Want dat wil
hij, verzekert hij. Maar het is moelijk die
hoop vast te houden. De dagen van ledig
heid rijgen zich aaneen. Dagen van slapen,
wakker worden, koffie drinken, eten, pra
ten, slapen en weer wakker worden. Zo nu
en dan onderbroken door een demonstra
tie of een reisje naar kennissen in het land.
13 maart 2013,
Plein, Den Haag
Op het Plein voor de Tweede Kamer vouj
wen de Vluchtkerkbewoners in de sneeuw
hun spandoeken en vlaggen uit. 'Geen
mens is illegaal', staat erop. Het is woensda
gochtend, 08.30 uur. Over anderhalf uur
praat de Tweede Kamer over de twee
Vluchtkerken, het zoveelste debat. De zo
veelste demonstratie. Ze zijn met bussen
uit Amsterdam gekomen.
Een paar meter verderop vertelt Moham
med in een van de cafés op het plein over
zijn nabije toekomst. De Vluchtkerk moet
over twee weken leeg zijn. „Een plan? Nee,
ik heb nog geen plan." Hij is kortaf en
maakt een uitgebluste indruk. Hij hoopt op
een oplossing. Hoopt straks niet weer op
straat te moeten slapen. Het is niet alles in
de kerk, zegt hij. Maar beter dan niets.
Na drie uur debat is er nog geen oplossing
in zicht. En die oplossing lijkt er ook niet
te zijn voordat de Vluchtkerken ontruimd
worden. De sfeer in de Amsterdamse kerk
is aan het veranderen. Mohammed: „De
mensen beginnen nu echt nerveus te wor
den." Ook onder de vrijwilligers ontstaat ir
ritatie. Een vrijwilligster zou iemand van
de Dienst Terugkeer Vertrek naar de
kerk hebben meegenomen, om met de
vluchtelingen te praten over terugkeer. An
dere vrijwilligers zouden woedend hebben
gereageerd. Er sluipt gelatenheid in de be
woners van de kerk. En onzekerheid. Heeft
het nog wel zin om bij elkaar te zijn en zo
in de aandacht te blijven? Het heeft nog
niets concreets opgeleverd.
Donderdag 21 maart, gisteren
Heeft Mohammed inmiddels een plan? Hij
reageert niet op een sms. Ook belt hij niet
terug na het inspreken van zijn voicemail.
Het is niet duidelijk of hij nog in de kerk
is. Eind maart moet de kerk leeg zijn. Het
is dan een kwestie van tijd tot het eerste
tentenkamp weer wordt opgebouwd.
O onze website/binnenland
Weblog Vluchtkerk
maar nu nog niet
Hij wil wel terug,