TECEN: \ewAeM w<yne*u. fj&cfk tueX' altbEjtl' ieJUy owe/v OudeAX>, ócJicw^eAikuien> e^v T ZEELAND 33 leefbaarheid in de dorpen: ze denkt dat jonge gezinnen weg trekken. Scoop-onderzoeker Dick van der Wouw bestrijdt dat en zegt dat het niet realistisch is om in elk dorp een school open te houden. oe/rb inoeteAU HeA$AAAeAv wdïiLe> ccJioie^u Uiijdtesu e*i> welL tUet. Éi WOENSDAG 20 MAART 2013 zitten op de wip door Cornelleke Blok mee/u Mi/ De sluiting van basisscholen met minder dan hon derd leerlingen is desastreus voor de leefbaar heid van een groot aantal Zeeuwse dorpen. Dat vindt de Zeeuwse Vereniging voor Kleine Ker nen (ZVKK). Samen met dorpenkoepels in Drenthe, Groningen en Fries land stuurde de ZVKK vorige week een brief aan staatssecreta ris Sander Dekker. Ze reageren daarin op het advies van de Onderwijsraad. Basisscholen zijn veel meer dan alleen plekken waar les gege ven wordt, benadrukt de ZVKK. „Het is een sociale ontmoe tingsplaats, een accommodatie waar mensen elkaar ontmoe ten en initiatieven nemen", zo staat in de brief. Wim van Tatenhove, voorzitter van de ZVKK: „Natuurlijk zijn er voorbeelden te vinden van dorpen zonder basisschool, waar het goed gaat. Maar grosso modo is de sluiting van een school een geweldige aderlating voor een dorp. Die kernen zullen langzaam leeglopen, omdat er geen nieuwe mensen met jonge kinderen komen wonen. Daardoor worden er min der huizen verkocht, voorzieningen zijn moeilijker overeind te houden en het verenigingsleven wordt negatief beïnvloed." De omvang van de school zegt bovendien niet altijd iets over de kwaliteit van het onderwijs, betogen de dorpenkoepels. Van Tatenhove: „Juist de persoonlijke aandacht op een kleine basisschool draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs." De dorpenkoepels vinden dat niet vanuit de landelijke over heid opgelegd moet worden welke scholen, in stand gehouden worden en welke niet. Dorpsbewoners moeten de ruimte krij gen om daarover samen met schoolbesturen en gemeentebe sturen te bepalen. Van Tatenhove: „Die ondergrens van hon derd moet geen wetmatigheid worden. Er moet ruimte zijn voor flexibiliteit. Wij pleiten daarom voor maatwerk. De geo grafische situatie van scholen verschilt bijvoorbeeld sterk. Daar moet je rekening mee houden. In de ene kern is de dichtstbijzijnde school één of twee kilometer verderop, maar in andere gevallen kan dat wel vijf kilometer of meer zijn." Sluiting van de ene school hoeft volgens Van Tatenhove niet te betekenen dat de andere school wél kan blijven bestaan. „Als een school van dertig leerlingen sluit, betekent dat niet per definitie dat alle kinderen naar de meest nabij gelegen school gaan. Daar hebben ouders het laatste woord over. Die groep van dertig kinderen kan ook naar drie verschillende an dere scholen gaan. Dan is de school in het nabij gelegen dorp nog niet veilig gesteld. Wat heb je dan opgelost?" MHHtttM MQ^cWiltemAdriMite.»

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 33