Hongarije gaat
de strijd met het
daklozenprobleem
aan. Niet door ze
onderdak aan te
bieden, maar
door de daklozen
te beboeten:
500 euro voor wie
in een openbaar
gebouw slaapt.
6 SPECTRUM
buitenland
door Joost van Egmond
ozsef trekt de dekens nog
eens goed over zich heen. Op
deze koude, vroege winter
ochtend blijft hij liever lig
gen. Dan gaat er minder
warmte verloren. Een fleuri
ge mok staat klaar voor wie
hem geld wil geven. Storm
foopt het niet. Een paar munten is
wat hij tot nu toe heeft binnenge
haald. De doorloop is goed in deze be
schutte galerij in het centrum van
Boedapest, maar Jozsef heeft veel con
currentie. Naast hem liggen nog tien
daklozen.
Al deze mensen lagen kortgeleden
nog in een ondergrondse passage,
waar het veel warmer is. De plek was
een favoriet bij de circa 1.500 daklo
zen die iedere nacht buiten slapen in
de Hongaarse hoofdstad. Maar de pas
sage wordt gerenoveerd, en de 'bewo
ners' zijn eruit getrapt.
Dergelijke renovaties zijn er opmerke
lijk veel de laatste tijd. Niet iedereen
gelooft dat er ook echt verbouwd
moet worden. Daklozen zien het als
onderdeel van het ontmoedigingsbe
leid van de autoriteiten. „Ze jagen ons
wat op", zegt de 50-jarige Jozsef nuch
ter. Hij leeft sinds 1995 op straat en
heeft het allemaal al een keer meege
maakt. Hardnekkige buitenslapers als
hij zijn de mensen die de regerings
partij Fidesz in gedachten heeft bij
één van haar stokpaardjes: een verbod
op dakloosheid. Deze week joeg de re
gering een grondwetswijziging door
het parlement die zo'n verbod moge
lijk maakt.
In de tussentijd wordt wildslapen
door de gemeentes alvast flink ont
moedigd. Inmiddels zijn talloze boe
tes uitgedeeld. Aan Jozsef de eer er vo
rig jaar al één te ontvangen, van onge
veer 250 euro. „Ik heb er nooit meer
iets van gehoord. Voor dat geld zou ik
de hele dag moeten bedelen en dan
ben ik er nog niet." Inmiddels is het
boetebedrag verdubbeld, en niemand
Hongarije maakt
weet nog wat de sanctie wordt als
straks een nationaal verbod komt.
Het verbod op dakloosheid is omstre
den. Het hooggerechtshof verwierp in
november een eerste verbod, omdat
het in strijd was met de grondwet.
Premier Victor Orban is echter niet
voor één gat te vangen. Hij gebruikte
zijn royale meerderheid in het parle
ment om dan maar de grondwet op
dat punt aan te passen, samen met
een reeks andere maatregelen die on
der meer de vrijheid van menings
uiting inperken.
Het pakket kwam hem op felle kritiek
te staan van zijn Europese collega's,
die de premier onverstoorbaar naast
zich neerlegt. Inmiddels wordt druk
uitgeoefend op president Janos Ader
om de grondwetswijziging niet te be
krachtigen. Maar alles wijst erop dat
ook hij Orban niet zal tegenhouden.
De stoomwalstactiek van de premier
kan bij veel passanten op instemming
rekenen. „Het is geen gezicht", zegt
een vrouw die snel doorloopt. „Er
moet wat aan gedaan worden."
De gedachte aan 'wildslaapboetes'
brengt zelfs op het ernstige gezicht
van Zoltan Aknai een glimlach tevoor
schijn. Deze welzijnswerker runt Men-
hely Alapitvany, het grootste netwerk
van daklozenzorg in Boedapest. „Na
tuurlijk is er geen sprake van dat die
boetes ooit worden betaald", scham
pert hij. „Maar ze kunnen worden om
gezet in celstraf, werkstraf of een ge
dwongen opname", vervolgt hij op
ernstiger toon.
Het dakloosheidsverbod is meer dan
een slechte grap, het hindert wel dege
lijk de hulpverlening. Daklozen ver
dwijnen uit zicht en worden moeilijk
benaderbaar voor organisaties als die
van Aknai. Maar bovenal leidt dit
soort stunts af van de echte proble
men rond dakloosheid: preventie,
noodhulp en reïntegratie. „Het ver
bod is nu zo'n hype dat niemand zich
meer met die kwesties bezighoudt",
zegt Aknai. „Natuurlijk zorgen daklo
zen voor overlast. Ik kan zo vijf of zes
plekken in Boedapest aanwijzen waar
iets aan gedaan moet worden. Maar
de politie doet niets, en volgens mij is
dat met opzet, zodat de publieke opi
nie zich tegen daklozen keert en de
weg wordt geplaveid voor een verbod.
Ik merk dat steeds meer mensen den
ken dat er geen normale oplossing is
voor het probleem."
Toegegeven, de overheid werkt op
meerdere fronten. Dit jaar werd 3 mil
joen euro vrijgemaakt om zo'n
1.000 daklozen te helpen zelfstandig
in een appartement te leven en te be
geleiden om de arbeidsmarkt op te
gaan. Maar Aknai is niet optimistisch.
„Niemand luistert naar de hulpverle
ners. In de praktijk is het verschrikke
lijk moeilijk een flatje te vinden voor
deze mensen."
Daar kan de 57-jarige Istvan Petrak
over meepraten. Hij is een ander soort
dakloze dan Jozsef: keurig verzorgd en
stipt op tijd voor een interview. Hij
raakte zijn huis kwijt in 2008, toen hij
door de recessie zijn baan verloor. Hij
zwierf een jaar over straat, tot hij een
opvanghuis vond waar hij sindsdien
woont. „Het is een stuk beter, maar
het is nog steeds geen leven", zegt hij.
Petrak loopt continu tegen de bar
rières aan die de opvanghuizen vol
houden. „Als ik een baan krijg, word
ik uit de opvang gezet. Maar niemand
houdt er rekening mee dat ik een
mtÊÊÊÉf