Vertrek bussen 10 jaar Westerscheldetunnel Halte Vertrek Bus Richting In tegenstelling tot de voormalige veerpleinen van de PSD, waar men sen soms enige tijd vertoefden, is het tolplein van de Westerschelde- tunnel voor de meeste weggebrui kers een hindernis die ze het liefst zo snel mogelijk nemen. Alleen car poolers en busreizigers verblijven er doorgaans wat langer. Deze krant keek er een paar uur rond. Ik heb destijds niet emotioneel gedaan over het verdwijnen van de boten. DONDERDAG 14 MAART 2013 Voor carpoolers is het hier prima geregeld De bijlage 10 jaar Westerscheldetunnel is een speciale uitgave van de PZC en BN deStem in samenwerking met NV Westerscheldetunnel. Samenstelling/coördinatie: Ab van der Sluis Eindredactie: Jan van Damme Tekst: Wout Bareman, Theo Giele, Ben Jansen, Rob Paardekam, Sheila van Doorsselaer Fotografie: Lex de Meester Vormgeving: Kees Lammers Infographic: Rolant Quist door Rob Paardekam Maandagochtend, kwart over 7. De verslaggever volgt de borden 'P+R Westerscheldetunnel' om op de parkeerplaats aan de oostelijke zijde van het Tolplein te komen. Het is al direct een leerzaam tripje, want hij komt erachter dat de 'R' in P+R niet voor iets als restaurant of res tauratie staat, iets wat hij altijd heeft gedacht. Op het hele plein is echter geen gebouwtje of kraampje te vinden waar een beker koffie of een broodje te krijgen is. P+R staat voor Parkeren Reizen, zo leert de verslaggever als hij later terugkeert op de redactie. Zo gek is het overigens niet dat een res tauratie ontbreekt op het tolplein. Op de vroegere veerpleinen moesten men sen wachten op de boot, hier kunnen bestuurders meteen doorrijden. Wei nig mensen dus om iets aan te verko pen. Enkel carpoolers en busreizigers verblijven soms even op het tolplein. Tegen half 8 lopen slechts een paar mannen rond op de parkeerplaats. „Ja, ik ben een carpooler", bevestigt Evert Bijlstra uit Vlissingen desgevraagd als hij uit zijn auto stapt. „Ik werk in Gent en word zo opgepikt door een collega uit Heinkenszand. De ene week rij ik, de andere week is hij aan de beurt. Ze ker in deze tijd moet je op de centen letten... en het milieu natuurlijk. Al geef ik toe dat dat laatste voor mij niet de voornaamste reden is om zometeen bij m'n collega in te stappen." Bijlstra vindt dat ze het goed hebben geregeld voor carpoolers. Hij parkeert zijn auto aan de oostkant van het tol plein, maakt gebruik van de voetgang ersbrug die over de tolpoortjes heen loopt en wordt aan de andere kant op gepikt door zijn collega. De Vlissinger zegt überhaupt blij te zijn met de tun nel. Hij vindt het 'een hoop minder ge doe' dan toen hij nog met de boot naar de overkant moest. „Ik heb me destijds niet schuldig gemaakt aan dat emotio nele gedoe over het verdwijnen van de boten. Dingen veranderen nou een maal. Als de tunnel over honderd jaar bij wijze van spreken wordt vervangen door iets anders, zal daar weer emotio neel over worden gedaan." Om het verblijf op het tolplein, waar uiteraard ook het kantoor van de Wes terscheldetunnel N.V. staat, een beetje te veraangenamen, is een klein parkje met wat bankjes aangelegd. Sinds een jaar kunnen mensen die wachten op de bus of hun carpoolcollega ook ge bruik maken van gratis draadloos inter net (wifi). Een jongen is deze maandag ochtend met zijn smartphone in de weer in de zogeheten wifi-zone, een klein glazen huisje naast de bushaltes. „Ik zit hier vooral om een beetje warm te blijven", verklaart hij. „Verbinding met het internet heb ik buiten ook wel." De jongen, die nog een kwartier moet wachten op de bus naar Terneu- zen, zegt er geen hekel aan te hebben om af en toe wat tijd door te brengen op het plein. „Ik heb deze hè", grapt Evert Bijlstra hij, terwijl hij zijn smartphone in de lucht steekt. „Ik vraag me ineens af wat jongeren vroeger deden toen ze op de bus moesten wachten." Een vrouw die op dat moment ook het glazen hok binnenstapt, stelt dat er al tijd wel wat te zien is op het tolplein. „Pas heb ik met een paar anderen zit ten lachen om een automobilist die bij het verkeerde tolpoortje stond en daar na nogal stuntelig achteruit reed. Hij ramde bijna een andere auto. Geen be ter vermaak dan leedvermaak, toch?" De vrouw stelt dat het niet verkeerd zou zijn als op het tolplein op z'n minst een bak koffie te krijgen zou zijn. „Maar ik snap dat ze daar niet aan beginnen voor die anderhalve man en een paardenkop." Iets later die ochtend verlaten twee da mes van middelbare leeftijd de bus die uit de richting van Terneuzen komt. Gevraagd naar hun motieven om op het tolplein uit te stappen, schiet één van hen in de lach. „We gaan winke len in Goes", zegt ze schaterend. Had Karla Peijs dan toch gelijk over Zeeuws-Vlamingen die massaal de Westerschelde oversteken om te gaan winkelen? „Nee, nee, nee", maakt de Zeeuws-Vlaamse duidelijk. „Ik ken ver der helemaal niemand die aan de over kant gaat winkelen. De enige reden dat wij dat doen is dat we een vriendin in 's-Heerenhoek hebben wonen. Ze pikt ons hier zo op. De ene keer komt zij bij ons winkelen, de andere keer ma ken wij de reis door de tunnel. Of we dat erg vinden? Nee, hoor. Goes is best een aardig stadje." Als de dames even later richting 's-Heerenhoek rijden, is op de carpoolplaats en het bussenplein niemand meer te zien.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 43