Steek uw duiten in de kluiten
BUITEN 13
WOENSDAG 6 MAART 2013
In het randgebied tussen Nieuwdorp
op Zuid-Beveland en het grote indus
triegebied van het Sloe ligt een oude,
statige boerderij in niemandsland. De
oude hoeve uit 1698 of daaromtrent is in
heel Zeeland bekend als het restaurant
Landlust. Ieder die er komt, bewondert
er de schuur, met zijn dikke gebinten, de
oude schuurplanken, gerimpeld door
teer en ouderdom, de hoge overspannin
gen van hout in de kap, en de fraai geres
taureerde kamers in het grote, oude boe
renhuis. „Een kapitale boerderij", is
meestal de uitgesproken conclusie van
de restaurantgasten. „Hoeveel bunder of
gemeten grond zou er wel bij de boerde
rij gehoord hebben?" Het zijn inderdaad
kapitale gebouwen, zeker voor de 17e
eeuw. Maar zoveel grond hoorde er in
het begin niet bij. Een eindje verderop
staat nog zo'n kapitale boerderij, de 'Ma-
riahoeve', meestal 'Het Hertenkamp' ge
noemd. Dit vanwege het feit dat het voor
erf als hertenweide in gebruik was. En
ook hier dezelfde conclusie: grote, dure
gebouwen, maar bij de start van de hoe
ve rond 1700 helemaal niet zoveel grond.
Waarom dan toch die prachtige herenhui
zen en de kolossale schuren? Hadden de
bouwers geld teveel? Het lijkt er wel op.
De bouwer wilde blijkbaar, zoals we dat
nu noemen, een 'statement' maken. Geld
had hij genoeg, en met die pecunia zette
hij gebouwen neer die indruk maakten,
die hem status verleenden. Maximiliaan
de Bologne de Licques, graaf van Rupel-
monde en Heer van Baarland, was eige
naar van een groot deel van de Nieuwe
West-Krayertpolder, die in 1676 was inge
dijkt, en hij liet de genoemde twee hoe
ves (en misschien nog wel meer) neerzet
ten. Zo groot, zo kapitaal, dat de schuren
(van meer dan 50 meter lengte en onge
veer 14 meter breed) groot zat waren
voor de oppervlakte van zo'n 40 hectare
grond. Typisch een gebaar van een grote,
stedelijke bouwheer die zijn rijkdom ten
toon spreidde. Typisch ook voor die tijd.
Er was enorm veel geld verdiend, vooral
in het stedelijke gebied van Zeeland.
Kooplieden en oude adel die geïnves
teerd hadden in de overzeese handel ge
durende de Gouden Eeuw, waren in be
trekkelijk korte tijd rijk of nóg rijker ge
worden. De handel met de Baltische sta
ten, met Noord-Amerika, met Brazilië en
het Caribisch gebied, met Indië en het
Verre Oosten, hadden Nederland en zijn
handelslieden het rijkste land van Euro
pa gemaakt. Die handel vond altijd plaats
vanuit de steden. Het platteland van Zee
land profiteerde er veel minder van. Dat
betekende, dat het verschil in welvaart
tussen stad en platteland in Zeeland ge
durende de Gouden Eeuw steeds groter
werd. Gelukkig was er ten onzent altijd
al de neiging om het door de stedelingen
verdiende geld te investeren in nieuwe
polders en boerderijen. Dat was de beste
en veiligste belegging. „Steekt uw duiten
in de kluiten!", was een reclameslogan,
verzonnen door Jacob Cats, en breed en
eeuwenlang opgevolgd en volgehouden
door vele rijk geworden Zeeuwse kooplie
den uit de steden. Tot gewin uiteindelijk
van zowel stad als land, van landschap
en cultuurhistorie. De prachtige reeks
aan i7e-eeuwse herenboerderijen die nog
steeds het Zeeuwse land sieren, is het
zichtbare gevolg van deze instelling.
In de Oosterzwakepolder was het begin februari nog volop winter, foto's Chiel Jacobusse
De houtduif en de groene specht
Heggenmus.
De sijs bij gemaal Maelstede.