Acht potentiële locaties heeft kolonel der mariniers Freek Swart in Zeeland bekeken. En het terrein oostelijk van de Vlissingse Buitenhaven kwam direct als meest ideaal boven drijven. „Voor de provincie gold dat ook. Dus daar waren we snel uit samen." 28 ZEELAND MICHIEL ADRIAENSZOON DE RUYTERKAZERNE Ritthem terrein nieuwe marinierskazerne huidige marinekazerne Qua patet orbis; zo wijd door Marcel Modde Het Korps Mariniers maakt zich op voor verhuizing van de kazer ne uit Doorn. Zo'n negentien honderd man strijkt medio 2017 - zo is nog steeds de planning - neer in het nieuwe complex bij Ritthem. Hoe de beschikbare ze ventig hectare worden ingevuld, wordt de komende maanden duidelijk. Duurzaamheid en inpassing in het landschap staan daarbij in ieder geval voorop, zegt Swart. Waar mogelijk worden gebouwen in een kunstmatige zandbedding verwerkt, of gaan deels ondergronds. Hoogbouw zal zich beperken tot een paar verdiepingen en dan alleen tegen de achter grond waar nu al windmolens of industrie de hori zon bepalen, verzekert de kolonel. „Het is niet de bedoeling dat de kazerne een disso nant wordt in het landschap." Wind, zon en bodem- warmte worden gebruikt om in de energiebehoefte te voorzien. Defensie heeft de afgelopen jaren geen nieuwe kazernes meer gebouwd. Afgezien van de Kromhout in Utrecht ('een verzameling stafgebou wen midden in de stad met louter een kantoorfunc tie') en het nieuw districtsgebouw van de mare chaussee bij Schiphol. „Van een heel ander type dus. Vlissingen wordt in die zin best uniek." Swart is de commandant Landing Forces van de ma rine. De Michiel Adriaenszoon de Ruyterkazerne wordt het operationele hart van de mariniers. Gaan de 'zeesoldaten' op missie naar het buitenland (qua patet orbis; zo wijd de wereld strekt, luidt hun lijf spreuk), dan zal de bevoorrading in de haven van Vlissingen gebeuren. De thuishaven van de twee am fibisch transportschepen Rotterdam en Johan de Witt blijft evenwel Den Helder, boort Swart meteen maar de hoop de grond in dat Vlissingen straks ook in uiterlijk vertoon weer een beetje meer marine- stad wordt. Evenmin is het volgens hem realistisch dat het korps in een later stadium de kazerne in Rot terdam verlaat en tevens de opleidingen in Vlissin gen concentreert. „Onze relatie met de stad Rotter dam is een heel bijzondere", benadrukt hij. Sinds 1665 voeren mariniers op de schepen van de Rotter damse admiraliteit. In 1817 kregen ze er hun eigen kazerne en werd Rotterdam de korpsstad van het land. „Strategisch is er straks sprake van een prima sprei ding in het kustgebied. Belangrijk voor ons is de ont sluiting naar het water", noemt Swart een doorslag gevend voordeel ten opzichte van de huidige Van Braam Houckgeestkazerne. „Als we dan toch uit Doorn verdwijnen, moet je er voor zorgen dat de voordelen ook echt worden benut." Dat de meeste mariniers in de omgeving van de huidige kazerne wonen, is volgens de commandant een omstandig heid die op den duur zal slijten. De Van Braam Houckgeest telt gemiddeld 600 zogeheten binnensla- pers. In verband met de meer decentrale ligging Het terrein binnen de rode lijnen wordt bestemd voor het complex van de mariniers. Linksonder de bestaande marinekazerne, foto Ruben Oreel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 78