Pool met de Polen in een land van spaarders
10 VERDIEPING
ARBEIDSMIGRATIE
Ze wonen lang in Neder
land. Maar echt wennen?
Polen over de dichte
koekjestrommel en spa
ren, sparen, sparen.
plakt hangt: 'Polen verplicht overwerken'.
Wioleta wist aan de verplichting te ontko
men, omdat ze een Nederlandse legitima
tie kon laten zien, vertelt ze.
„Ik heb ergens gewerkt waar het verboden
was tussendoor naar het toilet te gaan. Ter
wijl dat toch iets is waar je geen controle
over hebt. Ik vroeg aan de leidinggevende:
bent u getrouwd? Menstrueert uw vrouw
soms niet? Nou dan. Dan moet je wel eens
tussendoor naar de wc. Maar daar was de
pauze voor, vond hij. Ik zei: de pauze is om
te rusten en te eten."
Nederlands personeel had andere rechten.
Terwijl de Polen toch echt dezelfde plich
ten hadden en over hun lagere loon 'netjes
belasting' betaalden, stellen ze. Maar ja,
met Nederlanders, zeggen de twee, is het
net als met Polen. „Het is maar net wie je
treft."
Wioleta heeft van de Nederlanders geleerd
om 'meer schijt aan van alles te hebben'.
„Waarom de rommel van de kinderen op
ruimen? Ze gaan zo toch weer spelen",
praat ze Nederlandse moeders na. Het
heeft haar leven in zekere zin wel wat mak
kelijker gemaakt, vindt ze.
Arnold combineert de Poolse winkel nu al
drie jaar met een ploegendienst als machi
ne-operator bij een aardappelbedrijf. Polen
uit verre omtrek komen naar de winkel,
evenals Tsjechen en Russen. En ja, ook Ne
derlanders; vooral voor de Poolse worst.
Naar Polen gaat hij alleen voor een bezoek
aan zijn hulpbehoevende ouders. „Ik heb
hier nu meer vrienden dan daar."
Wioleta: „Weet je wat ik hier vanaf het be
gin mooi vond? Die instellingen voor ge
handicapten of dat mensen met bejaarden
in rolstoelen over straat lopen. Bij ons wor
den zieke mensen weggestopt."
Ze herinnert zich dat ze in haar nieuwe
land voor het eerst een gehandicaptentocht
met vrachtwagens zag. „Ik stond te huilen
op straat."
door Wilma de Cort
Wioleta Hofmans draait
de deur van een Poolse
specialiteitenwinkel in
Cuijk van het slot en
gaat voor naar de boven
woning: een grote ruimte met een allegaar
tje aan meubilair. Terwijl ze koffie zet,
komt Arnold Konietzko boven met de
hond, die hij heeft uitgelaten. Arnold en
diens vriendin zijn dik bevriend met Wio
leta en haar vriend. Ze zien elkaar iedere
dag en koken om de beurt.
Wioleta woont al 22 jaar in Nederland en
heeft een Cuijks accent. Ze gebruikt uit
drukkingen als 'grapjas' of'keileuk' als ze
het over de Poolse disco-avond in een plaat
selijk café heeft. Ze verliet haar moeder
land voor een relatie met een Nederlander.
Het hield niet stand. Laatst vergezelde ze
haar huidige vriend - Pool - naar de huis
arts. „Hij zei: 'wat kun jij goed Pools, zeg'.
Ze glimlacht. „Hij had niet in de gaten dat
ik Poolse bén."
De kamer vult zich met sigarettenrook, de
salontafel met koekjes en snoep. Het ge
sprek over leven in Nederland schiet alle
kanten op. Eerst is de beruchte Nederland
se koekjestrommel aan de beurt, waar stee
vast na één koekje het deksel op gaat. En
dat je alleen op afspraak mag komen en
nooit spontaan gevraagd wordt om te blij
Arnold Konietzko in zijn Poolse winkel, foto Ed van Alem
ven eten. Ondenkbaar in Polen, waar gast
vrijheid met de paplepel wordt ingegoten.
„Wij zijn ook gewend dat vrienden en fa
milie elkaar voor niks helpen. Maar in Ne
derland draait het om geld, geld, geld", zeg
gen ze. „En sparen, sparen, sparen."
Veel kinderen in Nederland zijn ziek, mer
ken de twee. Volgens Wioleta komt dat
door de anticonceptiepil. En omdat er eerst
gestudeerd en gespaard moet worden, voor
er kinderen mogen komen. „Ik ben 41 jaar
en al oma. Ik geniet er zo enorm van."
Hoog lopen de gemoederen op als het over
de behandeling van Polen op de werkvloer
gaat. Arnold, dertien jaar in Nederland en
begonnen op een snackfabriek, woonde
toen in een stacaravan op een camping. Nu
huren steeds meer Polen - behalve van uit
zendbureaus of via hun bazen - ook vaker
huizen van een woningstichting, zegt hij.
Dat is tenminste veel gunstiger dan 70 eu
ro per week betalen voor een stapelbed in
een huis dat je met zessen deelt.
De bejegening van Polen vond hij in die be
gintijd beter dan nu. „Misschien omdat er
nog niet zo veel Polen waren", zegt hij.
Wioleta: „Of dat er nog niet die verhalen
waren over misdragingen en dat er dingen
kapot werden gemaakt."
Ze heeft zelf meegemaakt, zegt ze, dat op
het middaguur in een snikhete kas werd
omgeroepen dat 'alle Nederlanders en kin
deren naar huis mochten, maar dat de Po
len moesten blijven'. „Die mochten wel
een zonnesteek oplopen."
Arnold vertelt over een bedrijf waar aange