-De Protestantse Kerk
Nederland (PKN) probeert
met een ambitieus
programma Nederlanders
weer in de kerk te krijgen.
Nieuwe gemeenschappen in
vinexwijken, een
protestants klooster in
lorwerd en een digitale kerk.
Een wanhoopsoffensief of
het bewijs van een creatieve,
vitale geloofsgemeenschap?
4 SPECTRUM
actueel
Een kerk
in de
aanval
door Joost Bosman
Voor Alexander
Noordijk is het een
speciale zondag.
•Hoewel hij al predi
kant is, doet hij nu
pas belijdenis van
zijn geloof. Niet in
de oude Westerkerk of in de chique
Keizersgrachtkerk, maar in De Binnen
waai, kerk op IJburg. Van een officieel
'ja-woord' tegenover de kerk was het
nog nooit gekomen. „Vroeger vond ik
het nooit zo nodig. Ik geloofde, daar
ging het toch om?", zegt Noordijk. La
ter kwam hij in evangelische kringen
terecht, waar belijdenis moeilijk lag
vanwege zijn homoseksuele geaard
heid. „Maar in De Binnenwaai was
het geen enkel probleem", zegt Noor
dijk vrolijk.
De Binnenwaai is een van de zogehe
ten pioniersplekken, locaties in Neder
land waar de Protestantse Kerk Neder
land (PKN) sinds een jaar of vier klei
ne, nieuwe gemeentes begint. Meestal
in vinexwijken, waar veel jonge gezin
nen wonen. Ooit, als kind, kwamen
ze in de kerk, daarna dwaalden ze af.
Nu probeert de PKN hen weer te inte
resseren voor het kerkelijk leven.
Volgens Hans van Ark, hoofd Missio
nair werk en kerkgroei van de PKN,
loopt de oprichting van de pioniers-
kerken parallel aan een algehele revita
lisering van de bestaande 1.800 ge
meenten. Van Ark vertelt dat uit on
derzoek van de PKN is gebleken dat
mensen tussen de 30 en 40 jaar op
zich nog best belangstelling hebben
voor de kerk. „Maar het gaat daar te
weinig over zaken die hen bezighou
den. Bovendien is de vorm van de
kerkdienst te monologisch, ze willen
discussie", zegt Van Ark. Ook het tijd
stip (veelal tussen half tien en tien
uur zondagochtend) is voor jonge ge
zinnen niet altijd praktisch. „Mis
schien moeten we wel naar andere
vormen van kerkdiensten", denkt Van
Ark hardop. „Verschillende diensten
op zondag en wellicht ook door de
week: traditionele en daarnaast op
een ongedwongener manier."
Een dergelijk experiment loopt al in
de Amsterdamse binnenstad, waar el
ke wijk zijn eigen profiel heeft, van or
thodox tot vrijzinnig. Volgens Van
Ark een groot succes: waar de landelij
ke uitstroom jaarlijks zo'n 2,5 procent
bedraagt, is die in de hoofdstad tot
staan gebracht.
Dominee Rob Visser (59) is de pio
nier van De Binnenwaai, al wil hij
daar zelf niet van weten. „Noem mij
maar eèn cementboer, ik zie de kerk
meer als bindmiddel van de wijk." Ja
renlang diende Visser een bloeiende
protestantse gemeente in Apeldoorn.
Zijn laatste jaar daar kende veel dra
matiek door de aanslag op Koningin
nedag 2009. Enige tijd later vroeg de
PKN hem in de Amsterdamse vinex-
wijk IJburg een nieuwe gemeente op
te zetten. Pogingen daartoe in het ver
leden waren in ruzies verzand. „Mis
schien zei ik wel 'ja', omdat het in
Apeldoorn te goed ging", filosofeert
Visser, een jongere broer van de illus
tere drugspastor Hans Visser in Rot
terdam. „Je moet niet altijd de weg
van de minste weerstand kiezen."
De meeste bewoners in IJburg had
den geen belangstelling voor een ker
kelijke toenadering, vertelt Visser. Ze
bleven altijd correct, maar de herinne
ring aan de kerk uit hun jeugd was ge
woon niet prettig. Niettemin merkt
de predikant dat mensen in de jonge
wijk behoefte hebben aan iets meer
dan de beslommeringen van hun da
gelijks leven. „De kerk is niet meer
aan de orde. Maar vergis je niet: er is
wel interesse in spiritualiteit, ik heb
honderden uren met hen zitten pra
ten." En ja, tijdens kerst zaten er in
eens 850 mensen in De Binnenwaai,
waar Visser op zondagmorgen nor
maal gesproken tussen de 30 en 40 be
langstellenden kan begroeten. „Ter
wijl ik wist dat ze na twee weken op
zondagochtend weer gaan zeilen en
niet hier terugkomen."
Maar daar ligt voor Visser juist de
kern van zijn pioniersplek: in de nede
righeid ervan. De predikant springt
op en rent naar boven. Hij komt terug
met een schilderij van Marius van
Dokkum: een bouwvallige kerk, als
een lappendeken aan elkaar genaaid,
balancerend op de rand van een af
grond. Het beeld is in één keer duide
lijk. „Ik ben hier niet heengekomen
om groot werk te verrichten. Die illu
sie moet de kerk niet meer hebben.
De aantallen lopen terug en eerlijk ge
zegd: het is helemaal niet erg als de
kerk zou verdwijnen. Dat bedoel ik
niet negatief, maar we moeten er niet