Leuk is anders, maar het moet. Zorgen voor bejaarde ouders wordt straks ook van de kinderen verwacht. De verzorgingsstaat staat in de nabije toekomst alleen nog klaar voor de meest hulpbehoevenden. 8 VERDIEPING A OUDERENZORG door Sandra Donker en Floor Ligtvoet illustratie Mark Reijntjens en Jos Diender Dagelijks boodschappen doen voor je moeder tje. 's Ochtends je be jaarde schoonvader in de kleren helpen. En misschien kan de buur vrouw hen vanavond dan even onder de douche zetten. In de toekomst zou dit zomaar realiteit kunnen worden voor miljoenen dochters en zo nen. Omdat de kosten van ouderenzorg on betaalbaar dreigen te worden, eist het kabi net dat kinderen, buren en andere mantel- zorgers straks bijspringen. Of we er nu mooie woorden voor verzinnen als partici patiemaatschappij of solidariteitsstaat, de handen moeten uit de mouwen worden ge stoken. De omwenteling is al langer gaande, maar voor het grote publiek worden de verande ringen plots zichtbaar. Ineens staan de kranten bol van de verwachte sluiting van achthonderd verzorgingstehuizen en bezui nigingen op de huishoudelijke hulp voor ouderen. Dat straks alleen de meest hulpbe hoevende ouderen nog voor een plek in een tehuis in aanmerking komen, dringt nu goed door. Langer zelfstandig thuis blijven wonen, is het devies vanuit Den Haag. De hulp van kinderen is daarbij onontbeerlijk. Ons toekomstbeeld moet dus veranderen. De tijden dat de staat onze senioren een on bezonnen oude dag garandeerde, zijn voor bij. Wie dacht dat zijn belangrijkste levens taak was volbracht toen de kinderen het huis uit gingen, heeft het mis. Hoewel al heel veel mensen hun oudere moeder en vader ondersteunen en helpen (Nederland telt 2,6 miljoen vaste mantelzorgers), zal dit in de toekomst alleen maar toenemen. Een fijne ontwikkeling is het niet, geeft so cioloog Paul Schnabel, tevens directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, direct toe. „Het is belastend." Het wordt misschien niet zoals in Duits land, stelt hij, waar kinderen wettelijk ver plicht zijn actief bij te dragen aan de zorg voor hun ouders. „Maar een morele plicht heb je hier natuurlijk wel." Alleen is het voor elkaar zorgen niet zo ro mantisch als het soms in Zuid-Europa wordt afgeschilderd, zegt hij. „Het is hele maal niet altijd leuk." Marjolein Broese van Groenou denkt dat de inschakeling van kinderen niet zonder slag of stoot zal gaan. Tijdens haar oratie plaatste de bijzonder hoogleraar informele zorg kanttekeningen bij het beleid. „Wat de overheid over het hoofd ziet, is hoe de samenleving en de bevolking de afgelopen jaren is veranderd en nog verder zullen ver anderen. Vroeger was het heel gebruikelijk dat familieleden, meestal de gehuwde vrou wen, zorgtaken voor familieleden op zich namen. Solidariteit was toen vanzelfspre kend." De nieuwe generatie mantelzorgers bestaat uit de babyboomers, schrijft ze. Het is de vraag of bij hen de bereidheid en mogelijk heid om lange tijd hun ouders te verzor gen, even groot is. „Zij zijn opgegroeid in tijden van individualisering, groeiende wel vaart en een sterk ontwikkelde verzorgings staat. Nu zij zelf ouder worden, zouden zij ineens een oplossing moeten vormen voor een grote vraag naar informele zorg. Dat kan wringen." Bij de huidige generaties

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 8