_L
Kinderen worden steeds later
zelfstandig. Uit liefde beschermen
ouders hun kinderen te veel. Maar
dat is niet goed. Stel eisen. Geef ze
taken in huis. „Begin je met 12 jaar,
dan ben je te laat."
4 SPECTRUM
verdieping
Wat kunnen ze zelf?
in
Je bent elf,
doe het zelf
door Mayke Calis
illustratie Eliane Gerrits
Een ochtend aan het ont
bijt. Mijn dochter van
5 wil zelf haar boter
ham smeren. Vooruit.
Het is toch weekend.
Maar haar mes roert ze
van voor naar achteren
door de botervloot. Een grote klodder
valt op de tafel, een andere klodder op
haar boterham. Lekker smeren. Aan
de bovenkant van de boterham zit al
les, beneden niets. „Nee liefje, dat
moet zo." Ik laat haar zien hoe je de
boter uitsmeert.
Daarna de pindakaas. Binnen twee tel
len zit het mes tot aan het handvat on
der de pindakaas. Weer neem ik het
over. De boterham is klaar. Tevreden
veegt ze haar handen af aan haar pyja
ma. Ik zucht. Dat ga ik haar door de
week echt niet laten doen. Duurt veel
te lang en bovendien kan ik haar daar
na schone kleren aantrekken.
Helemaal verkeerd, vindt Heieen de
Hertog, ex-ploetermoeder van vier
kinderen en bewerker voor Neder
land van het Amerikaanse boek
How2talk2kids, een communicatie
methode om kinderen meer zelf ver
antwoordelijk te maken voor hun ge
drag. Ze begrijpt het boterhammen-
voorbeeld wel. Haar 4-jarige zoontje
ging vroeger vaak languit op de grond
liggen als zij hem wilde aankleden.
'Mama doet het, dus ik hoef niks te
doen', leek hij te denken. Zo was het
ook. Zij smeerde brood voor het ont
bijt en de lunch, maakte 's middags
de schooltassen leeg, zette de brood
trommels in de vaatwasser. Aan het
einde van de dag plofte ze klagend op
de bank dat ze het zo druk had.
Ze ziet het ook bij andere ouders. In
de grote steden spelen kinderen nau
welijks alleen buiten. Naar school
gaan ze achterop de fiets of kruipen
op de achterbank. Veel te gevaarlijk,
dat verkeer. Wat te denken van al die
gekken die overal rondlopen. Bij speel
tuinen staan moeders bezorgd onder
het klimrek bovenop de verplichte,
dikke, rubberen matten die iedere val
bij voorbaat breken.
Op school gaat het anders. Daar rui
men kinderen zonder problemen hun
rommel op. Maar ook daar wordt ge
klaagd. Kinderen die niet zindelijk
zijn als ze naar de basisschool gaan,
4-jarigen die hun gymkleren niet zelf
kunnen aantrekken, docenten die
moeten helpen met schoenen en rit
sen. Kinderen lijken steeds later zelf
standig te worden. Want eenmaal
groot, blijven ze lekker bij pa en ma
wonen. Makkelijk én goedkoop.
Maar hoe erg is dat eigenlijk? Ernstig,
zegt ontwikkelingspsycholoog en
schrijver Steven Pont. „Als kinderen
heel jong zijn, moeten ouders hun
kinderen beschermen. Dit zogeheten
hechtingsgedrag is positief. Maar wat
we steeds meer zien, is dat dit gedrag
bij ouders niet afneemt, naarmate kin
deren ouder worden. Terwijl de be
langrijkste taak als ouder is: werken
aan je eigen overbodigheid."
Kinderen leren door instructies en
door ervaring, zegt Pont. „Wij zijn
steeds meer geneigd instructies te ge
ven en dat gaat ten koste van de erva
ring. 'Kom hier, doe dit, doe dat, trek
je dikke jas aan, doe je muts op.' Ze
hoeven niet na te denken, want er is
altijd wel een volwassene die met een
sjaal of vest achter ze aan komt ren
nen. Een kind met een te dunne jas
vraagt heus wel om een dikkere als
hij het koud krijgt."
Bezorgde ouders zijn goede ouders, is
de teneur. Maar Pont is het daarmee
niet eens. ,/Elk ingrijpen van een vol
wassene doet iets met het zelfbeeld
van een kind. De wereld wordt een be
dreigende plek. Als ouders kinderen
alles uit handen nemen, denken ze
dat ze het niet alleen kunnen. Dat kan
faalangst tot gevolg hebben."
Kinderen moeten volgens Pont ook
lekker buiten spelen. Vroeger was het
normaal dat een kind wel eens uit een
boom viel. Nu denken we al snel dat
het wordt verwaarloosd. Maar je beze
ren en vallen hoort bij gezond experi
menteergedrag. Kinderen worden er
volgens Pont zelfredzaam van. Ze le
ren hun grenzen kennen en durven
daardoor initiatieven te nemen. „Het
hele leven is risicovol, daar moeten
kinderen mee oefenen. Als het leven
de wedstrijd is en de jeugd het trai
ningsveld, moet er flink worden geoe
fend om later een wedstrijd te kun
nen spelen."
Ouders willen hun kinderen bescher-
Kinderen van 2 tot 4 jaar kun
nen zelf naar de wc, de telefoon
aannemen en een gesprekje voe
ren. Ze kunnen zichzelf aan- en
uitkleden, de vuile was in de was
mand doen, hun pyjama oprui
men, en ze kunnen de tafel dek
ken en helpen met afwassen.
Zonder continu toezicht buiten
spelen is niet gek voor kinderen
van 4 tot 6 jaar. Ze kunnen nu
ook alleen bij een vriendje loge
ren, zichzelf wassen, hun tanden
poetsen en billen afvegen. Ze
kunnen zelf douchen (onder toe
zicht), een boterham smeren en
een kleine boodschap doen.
7- tot 9-jarigen kunnen zelfstan
dig deelnemen aan het verkeer.
Ze kunnen zelf douchen en in
bad. Ze krijgen hun eerste zak
geld, leren een eenvoudige maal
tijd bereiden, smeren hun eigen
lunch en helpen in huis.
Kinderen van 9 tot 12 jaar kun
nen zelf hun kleding uitzoeken
en hun eerste kleedgeld krijgen.
12-jarigen kunnen prima helpen
met het organiseren van een
feestje. Ze kunnen ook een me
nu samenstellen en bereiden.