ii Ze had meer kunnen doen om ontpoldering in Zeeland te voorkomen. Morgen neemt Karla Peijs afscheid als commissaris van de koningin. Met een Statenvergade ring, een symposium en een receptie. Zeven Zeeuwen kijken terug op zes jaar Peijs. COMMISSARIS VAN DE KONINGIN Karla Peijs is de enige cdk die niet wegvalt in de aanwezigheid van de koningin. Peijs heeft afgerekend met het imago dat Zeeland een grijze, oude man is. Het is een misverstand dat mevrouw Peijs zo bourgondisch zou zijn. Ze is sympathiek, doet veel, is nooit ergens te beroerd voor. 'Zo mevrouw Peijs, nu is Harry van Waveren Peter Holtring Johan van Kaam door Ben Jansen Een ander zou zich er ongemakkelijk onder hebben ge voeld, maar de kers verse commissaris van de koningin Karla Peijs schikte zich begin maart 2007 gewillig in de taak die de organisators van de open dag van de provincie voor haar hadden bedacht. 'Kennisma ken met Karla Peijs' heette het pro gramma-onderdeel. En dus stond de nieuwe functionaris klaar om ie dereen die de voorhal van de Sta tenzaal passeerde een hand te ge ven, een stralende glimlach te schenken en een belangstellende vraag te stellen. Zo begon de nieu we commissaris aan de verovering van de Zeeuwen. Karla Peijs is inne mend, betrokken en energiek. Daar valt niet veel tegenin te brengen. Oud-gedeputeerde Harry van Wa veren heeft misschien wel het mooiste compliment: „Karla Peijs is de enige cdk in Nederland die niet wegvalt in de aanwezigheid van de koningin." Magda de Feijter van Red Onze Polders: „Ze komt al tijd meteen naar je toe." Peter Holt ring, oud-fractievoorzitter van de PvdA in de Staten van Zeeland: „Ze heeft afgerekend met het imago dat Zeeland een grijze oude man is. Ze laat Zeeland weer swingen." Saadia Souhail van Slachtofferhulp Zee land: „Karla Peijs bezit een gewel dig inlevingsvermogen." Peter Dob belaar, prins carnaval in Vogelwaar de: „Met haar hartelijkheid stelt ze iedereen op zijn gemak." Johan Ro besin, fractievoorzitter van de Par tij voor Zeeland in de Staten: „Ze is sympathiek, doet veel, is nooit er gens te beroerd voor.'" Johan van Kaam, tot voor kort hoofd represen tatie bij de provincie: „Ze vraagt veel van anderen, maar zeker ook van zichzelf." Aan loftuitingen geen gebrek. Maar er zijn meer aspecten van zes jaar Peijs te belichten. Wie haar beter heeft leren kennen, heeft soms ook andere eigenschappen opgemerkt. Die geven reliëf aan het karakter en het commissarisschap van de schei dende functionaris. „Peijs heeft Zeeland goed gepro moot", vindt Peter Holtring, „maar dat verhaal is zo langzamerhand wel verteld. Buiten Zeeland weten ze wie Peijs is, maar niet wat ze doet. Ik heb een stellingname van Peijs in het ontpolderingsdebat ge mist. Haar bestuurlijke kant is niet echt uit de verf gekomen. Soms loopt ze van dossiers weg, zoals bij Thermphos. Daar was zij toch dege ne in het dagelijks provinciebe stuur die verantwoordelijk was voor de handhaving van de milieu vergunning. Ze was toen duidelijk niet consequent in haar rol. Als je inhoudelijke portefeuilles hebt, moet je er ook echt voor gaan." In de manier van werken van Peijs spelen relaties een belangrijke rol. Harry van Waveren: „Het accent ligt minder op de inhoud. Haar ef fectiviteit betaalt zich uit in de sa menwerking met mensen die in houdelijk bezig zijn. Als iets te elf der ure onder de aandacht van Den Haag moet worden gebracht, is ze op haar best. Haar kracht is de kor te sprint. Punt is dat ze soms te veel op haar bordje heeft. Ze komt nauwelijks aan uitwerken toe. Peijs geeft goede voorzetten; het benut ten ervan laat ze aan anderen over. Ze is geen control-freak die boven op haar dossiers zit. Daarvoor drijft ze op ambtenaren." In het ontpolderingsdossier is Peijs naar de mening van Magda de Feij ter niet altijd even handig opgetre den. „Ze heeft eens tegen de Zeeuws-Vlamingen gezegd: jullie krijgen de Sluiskiltunnel toch. Dat vond ik echt een verkeerde opmer king. We waren er ook niet erg ge lukkig mee dat ze er steeds maar op wees dat de ontpoldering van de Hedwigepolder in het Scheldever- drag is afgesproken met Vlaande ren. En we dachten er het onze van dat ze zo goed met Vlamingen kon opschieten. Ze had meer kunnen doen om ontpoldering te voorko men. Positiefis wel dat ze de on houdbaarheid van ontpoldering zo goed onder woorden heeft ge bracht, toen ze zei: het kan toch niet zo zijn dat Zeeland steeds klei ner wordt omdat de vaargeul naar Antwerpen steeds dieper moet." Op de inzet van Peijs valt niets af te dingen, meent Johan Robesin, die naar eigen zeggen een haat-lief de verhouding had met de commis- Magda de Feijter Johan Robesin saris van de koningin, vooral in het Westerscheldedossier. „Ze doet vre selijk haar best voor behoud van rijksdiensten in Zeeland, maar ik vraag me af of ze wel op tijd door had wat er aan zat te komen. Ze wil te graag de reddende engel zijn en dat is niet gelukt. Peijs is als de com mandant van de brandweer. Ze vliegt naar Den Haag als er in Zee land iets in brand staat. Juist van ie mand die minister is geweest, had je meer verwacht. Door bijvoor beeld allianties te sluiten met het Rijk, zoals Rotterdam voor de Twee de Maasvlakte heeft gedaan. Ze had zo meer voor elkaar kunnen krij gen. Dat is wat tegengevallen, al is op de valreep de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen gelukkig wel binnengehaald. Maar verder had ze slimmer kunnen zijn. Voorbeeld: het baggerwerk voor de derde verdieping was nog maar net voltooid of België kondigde een we genvignet aan. Je kunt er donder op zeggen: dat verdwijnt weer van ta fel als Nederland bereid is om over een vierde verdieping te praten. Dit soort zetten had Peijs moeten door zien." Ook Peter Holtring meent dat Peijs bij haar komst naar Zeeland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 64