II
Oefenopgaven Cito
'De Cito-eindtoets is het meest fraudegevoelige systeem
dat we in Nederland hebben'
Sjoemelen met Cito
I
Ard op de Weegh, directeur van de Margarethaschool in Arnhem
donderdag 31 januari 2013
NMNMMHMMMNi
TAAL:
De opgave bestaat uit vier zinnen.
In welke zin is het dikgedrukte woord fout
gespeld?
A: De film begint 's middags al om twee uur.
B: Derk maakt voordurend flauwe grapjes.
C: Er zitten geen bladeren meer aan de bomen.
D: Zon en zee, dat is mijn ideale vakantie.
2. In deze opgave is de vraag:
Wat doet een componist?
A: Die begeleidt een toneelgezelschap.
B: Die creëert beeldhouwwerken.
C: Die geeft leiding aan een orkest.
D: Die schrijft muziekstukken.
REKENEN:
3. Twaalf mensen wonnen samen de hoofdprijs
van 13,8 miljoen euro. Hoeveel euro kreeg elke
winnaar?
A: 1 015 000,-
B: 1 120 000,-
C: 1 150 000,-
D: 2 500 000,-
4. Sofie heeft van haar foto een vergroting ge
maakt. Haar foto was 10 x 15. Bij de vergroting
zijn de verhoudingen hetzelfde gebleven. Op welk
formaat kan de foto afgedrukt zijn?
A: 13x18
B: 20 x 25
C: 30 x 40
D: 40 x 60
STUDIEVAARDIGHEDEN:
5. Ferry wil weten hoeveel deze postzegel van 1V2
cent uit 1930 tegenwoordig kost. In welk van de
onderstaande boeken kan hij dit vinden?
A: In het boek: 'De geschiedenis van posterijen in
Nederland'.
B: In het boek: 'Postzegelcatalogus 2012: de waar
de van alle zegels'.
C: In het boek: 'Overzicht van de posttarieven -
prijslijst 2012'.
D: In het boek: 'Kinderpostzegelactie door de eeu
wen heen'.
WERELDORIËNTATIE:
6. Egels worden door het snelverkeer vaak doodge
reden. In de winter gebeurt dat bijna nooit.
Hoe komt dat?
A: In de winter hebben de auto's vaker licht aan,
waardoor de egels gewaarschuwd zijn.
B: In de winter zijn de egels niet zo actief en zie je
ze minder.
C: In de winter lopen de egels harder om warm te
blijven en daardoor zijn ze sneller.
D: In de winter wordt er zout gestrooid op de we
gen en daar houden de egels niet van.
De juiste antwoorden: 1 B; 2 D; 3 C; 4 D; 5 B; 6 B.
Bron: Cito, eindtoets voor ouders groep 8.
-re-I t-
Haar bureau doet dat vooral door in overleg
met de leerkracht dieper in te gaan op onder
werpen waar kinderen minder goed op sco
ren. En door kinderen te laten wennen aan
de manier van vragen stellen in de toets.
Goede training kan kinderen bij de eindtoets
soms zelfs tien punten meer opleveren dan
op de entreetoets, die ze eind groep 7 krijgen,
is de ervaring van Bekenkamp. „Een lage sco
re op de entreetoets maakt ze vaak onzeker,
door trainen groeit het zelfvertrouwen."
De Cito-toets is volgens haar zeker geen 'truc
je': „De tijd dat twee van de vier antwoorden
al direct af te strepen waren, is voorbij. Je
kunt de toets alleen beter maken als je snapt
wat er staat, als je meer kennis hebt. Daar
werken we aan. We leren kinderen hoe ze
moeten leren. Daar hebben ze hun leven
lang profijt van."
Het zijn zeker niet alleen 'rijke' ouders die
kiezen voor training, stelt Bekenkamp. „Ik
heb een aantal Somalische kinderen. Hun
ouders moeten er echt voor sparen. Maar het
resultaat hangt niet alleen af van ouders na
tuurlijk, hoewel hun steun een belangrijke
factor is. Het valt of staat met de leerling zelf,
die moet het willen. Als kinderen hard wil
len werken om de Cito-toets zo goed moge
lijk te maken, willen ze dat ook als ze op de
zo gewenste vervolgopleiding zitten."
Cito-projectleider De Wijs denkt helemaal
niet dat er uitgebreid gerommeld wordt met
de toets. „De directeur tekent ervoor dat hij
de opgaveboekjes goed bewaart. Die blijven
geheim. Wij vertrouwen erop dat scholen zo
professioneel zijn dat ze dat ook doen."
Ze ziet de laatste jaren een hausse aan exter
ne aanbieders die kinderen voorbereiden op
de Cito-toets. „Dat juichen wij niet toe. Toets-
training voegt aan kennis niks toe. Dan leer
je een kind trucjes. Die opwaartse druk is af
en toe merkbaar."
Wel constateert ze dat er een markt voor is.
„Maar ja, de Cito-toets is geen examen. Als
de uitslagen binnen zijn, horen we wel eens
dat ouders ontevreden zijn. Het komt voor
dat een kind de toets verprutst heeft. De
school kan het kind dan opgeven voor de di
gitale eindtoets. Daar doen er jaarlijks 300 a
350 aan mee. Dat kan alleen als er aantoon
baar iets fout is gegaan. Maar soms hebben
ouders een veel te optimistische kijk. Ze heb
ben bepaalde ideeën over hun kind. Er zijn
er altijd die koste wat kost het allerhoogste
willen voor hun kind. Je mag je dan afvragen
of je je kind daar een dienst mee bewijst."
Basisscholen kunnen met een hoge score als 'goede school' bekend staan:
Trainen op Cito: normaal is dat groep acht ongeveer vier keer een Cito-toets maakt om de
wijze van vragen door te krijgen. Veel vaker kan een vertekend beeld geven.
Opgaven tevoren (laten) inzien: de doos met opgaven komt een week voor de toetsdag
binnen. Het kan aantrekkelijk zijn de doos al te openen en opgaven of de stof van de opga
ven nog met de leerlingen te behandelen.
Gum hanteren: na het afnemen van de toets heeft de school twee dagen om de papieren in
te leveren. De opgaven worden met een potlood ingevuld, zodat de leerling die tijdens de
toets nog kan corrigeren. Dat kan een onderwijzer natuurlijk ook achteraf doen.
Aanpassingen voor 'slechte' leerlingen: kinderen niet laten deelnemen, de makkelijke ver
sie geven of een versie voor dyslexie, zodat ze meer tijd hebben.
Ouders en/of kinderen willen scoren om op de gewenste vervolgschool te komen:
Trainen bij een (commercieel) bureau: voor bedragen variërend van 50 tot enkele honder
den euro's wordt kinderen van november tot januari geleerd hoe ze de toets het beste kun
nen maken. Meestal individueel of in kleine groepjes, zodat de hiaten per kind kunnen wor
den 'opgevuld'.
Trainen op internet: met een abonnement kan een kind een paar keer per jaar online een
toets maken, die dan wordt nagekeken volgens de bij Cito gebruikelijke systematiek.
Aanvullende toets laten maken: NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau)
heeft een iets andere vraagmethode, waardoor sommige kinderen daar anders scoren. Als dat
hoger uitvalt, kan met die score in de hand een vervolgschool een leerling soms wel toelaten.