irjournaal
32
Spraokjes^mm Ut kefc LmcUckü^)
Soms ben ik bang dat mijn kleinkinderen - als ze al
ambitie zouden hebben om vogelaar te worden - het
moeten stellen met slechts een fractie van de vogels die
ik in mijn jeugd te zien kreeg. Immers, de polders zijn zö
stil geworden. Zeker, er is het hele jaar het luidruchtige
gedoe van ganzen, maar die zijn voor een flink deel van
twijfelachtige oorsprong. Uiteindelijk terug te voeren
op tamme beesten die verwilderd zijn, en 'dus' weinig
interessant. Maar leeuweriken en patrijzen zie je bijna
niet meer. En waar zijn de vele kneutjes, ringmussen, gele
kwikstaarten en graspiepers gebleven? Ik heb ze niet eens
op mijn lijstje van te verwachten soorten staan.
dinsdag 29 januari 2013
Een lijstje van te
verwachten soorten?
Ja, dat heb ik opgesteld
op Nieuwjaarsdag, in
het kader van de goede
voornemens voor 2013.
Het goede voornemen is om elke dag een
vast rondje van vijf kilometer te lopen en
dan alle vogels die ik onderweg tegenkom bij
thuiskomst te noteren. Een soort combinatie
van bewegen om de conditie een beetje
op peil te houden, dagelijks te oefenen op
vogelherkenning en gewoon plezier beleven
aan het uurtje buiten. Om niet al te veel
werk te hebben bij het registreren heb ik
een digitaal formulier gemaakt van soorten
die ik in de loop van het jaar op dat rondje
verwacht tegen te komen. Ik hoefin de tabel
alleen maar een kruisje te zetten om een
waarneming voor een dag te registreren.
Je moet jezelf natuurlijk een aantal regels
stellen om gegevens te krijgen waar je later
nog eens iets mee kan. Ik heb mezelf vijf
regels opgelegd die iedere dag van toepassing
zijn. Vogels kijken gebeurt zonder verrekijker
(1). De tweede regel is dat ik niet stil blijf
staan om extra soorten te scoren. Alleen wat
tijdens het wandelen wordt waargenomen
telt mee. Regel drie luidt dat zowel visuele
waarnemingen als auditieve waarnemingen
(dus soorten die je alleen hoort) meetellen. Ik
weet nu al dat dat laatste meer voorkomt dan
ik had verwacht. De vierde regel is dat mijn
rondje onder alle omstandigheden doorgaat.
Koud of warm, regen mist of ijzel: ze zullen
me nooit tegenhouden zo had ik stoer
voorgenomen. Tot slot besloot ik om geen
vaste tijd aan te houden, zodat ik mogelijk af
en toe ook eens een uil of een soort die alleen
in de heel vroege ochtend actiefis kan scoren.
Het dagelijkse tochtje volgt een heel
gevarieerd traject. Het loopt de hele tijd
over de kruin van een dijk, namelijk
achtereenvolgens de Lenshoekdijk, de
Nieuwe hoondertse dijk, Oosterzwakedijk,
Heer Jansdijk, Populierendijk, Langedijk,
Weeldijk, Haagdijk, Lenshoekdijk. Allemaal
gelegen ten zuidoosten van 's-Gravenpolder,
langs het oostelijk deel van de Zwake. In
de route zit een klein stukje dorp, heel
veel akkerland, wat weiland, vrij veel
boomgaarden, boerderijen (waaronder
enkele heel erg mooie), een weel, diverse
watergangen, een klein bosje en tot slot een
miniem stukje Westerscheldedijk met een
klein schorretje ervoor.
Dat schorretje wilde ik eigenlijk niet
meenemen, omdat het nogal wat
complicaties geeft. Je moet er een klein
stukje zijwaarts van de route voor lopen om
het echt te overzien. En je ziet soms in één
oogopslag meer dan je in het voorbijgaan in
je hoofd kunt registreren. Maar het schorretje
negeren bleek geen optie. Zeker met hoog
water hoor je allerlei vogels over de dijk en
waarom zou je die niet evengoed meenemen
als een kraai of een buizerd die je in de
verte in de polder hoort? Het probleem is
Het is een mooi gezicht
die witte bomen in het
landschap. Zo met de
kinderen achter op de slee
kan ik daar enorm van
genieten. Ik denk dat al
die mensen die nu langs de weg wandelen in
plaats van fietsen of autorijden wel even extra
opkijken bij zo'n mooi beijzelde hoogstam-
fruitboom, die nu zo sprookjesachtig staat
te schitteren. Nu de bomen kaal zijn is hun
uitstraling in de omgeving nog krachtiger. Het
geeft landschappelijk een prachtig winter-
beeld waarin die bomen een belangrijke rol
spelen. Wat zou het kaal zijn zonder. Toch
goed dat we nadenken over de inrichting van
het landschap. Met winterweer is het de vraag
of je nu moet snoeien of dat beter even kunt
laten. Als er sneeuw ligt krijgt Stichting Land
schapsbeheer regelmatig vragen als„Kan ik
nu snoeien en hoe moet ik dat dan doen?"
Zowel particuliere eigenaren met een erf als
vrijwilligers uit werkgroepen komen met deze
vraag. SLZ kan daar natuurlijk advies over
geven. Al zal dat nooit eenduidig zijn voor alle
bomen en struiken en is het toch ook vaak
vooral een kwestie van logisch nadenken.
„Kunnen we nu wel singels afzetten?" was
een vraag van een vrijwilligerswerkgroep, die
van plan was om komende zaterdag struiken
als meidoorn, sleedoorn en vlier te snoeien.
Als je bij vorst snoeit is het logisch dat de
bovenste cellen die je doorknipt bevriezen.
Als je dus als resultaat een bepaalde hoogte
van de singel wilt, dan zou je de takken net
een centimeter langer kunnen laten dan je van
plan was. Dan kunnen er voldoende knopen
uitgroeien die intact zijn gebleven. Krijgen
we de vraag van erfeigenaren of ze nu wel
aan de gang kunnen gaan met het snoeien
van hoogstamfruitbomen, dan geven we aan
even te wachten tot de vorst voorbij is, om
beschadiging te minimaliseren. Steenvruchten
zoals kers en pruim helemaal niet snoeien in
de winter is het devies, omdat anders de kans
groter is op een aantasting door loodglans. Dat
kun je later zien aan bladeren of soms aan het
vruchtlichaam met paarse korstzwam op de
Vogels als de waterral krijg je regelmatig te horen, maar nooit te zien,
Niet alleen vogels, ook zoogdieren als de haas laten zich regelmatig zien.