O
BrcnuwvUuumi
Oi/trcLu*i
'Brouwershaven ligt halverwege de weg naar Indië'. Een zegswijze
die dateert uit de tijd van de VOC. Grote schepen lagen voor de
rede van smalstad Brouwershaven om daar te laden en te lossen
omdat de toegang tot de Rotterdamse haven verzandde. Nu zijn het
vooral jachten die de weg naar het voormalige handelsstadje weten
te vinden. Een stadje voor een wandeling in de sfeer van een oud
maritiem verleden.
dinsdag 29 januari 2013
De Jos Broeke van het
DNOS-journaal voorspelde
prachtig wandelweer.
Daar zijn we weer eens
ingetrapt. Zo komt het dat
we op een sombere, kille
ochtend in Brouwershaven rondstappen, diep
weggedoken in onze kragen.
'Brou' kreeg in het begin van de vijftiende
eeuw stadsrechten en ligt aan het Greve-
lingenmeer. Een flinke plas zout water met
mosselpercelen, oesters en kreeft. Het meer
is zeer geschikt voor watersporters met wat
minder ervaring. Via de langgerekte L-vormige
jachthaven vaar je zo de stad in, tot vlak voor
de plaatselijke super, aan de Markt. Handig
voor het inladen van proviand.
In de winter is het doodstil aan de kade. We
willen koffie, maar alle horeca, inclusief het
hotel, is gesloten. Uiteindelijk vinden we bij
de bakker, die ook kranten verkoopt, een
koffie-automaat. Januari is dan ook de maand
waarin de plaatselijke bevolking het er zelf
lekker van neemt en even bijtankt om vanaf
de eerste lentedagen weer volop gastvrijheid
te verlenen.
Om de stad heen slingeren de bolwerken.
Ze zijn een mooie wandeling waardig. Toch
duiken we vandaag liever tussen de huizen
om aan de frisse zeewind te ontkomen. Het
'Vorenomme' is ons startpunt. Inwoners van
de stad weten dat dit de Markt is. Hier staat
het standbeeld van volksdichter en staatsman
Jacob Cats (1577-1660). Zijn beeltenis staat
op een steenworp afstand van wat mogelijk
zijn ouderlijk huis is geweest, op de hoek van
de Kerkstraat en de Noorddijkstraat. Vanaf
zijn sokkel kijkt Cats neer op het volk. Zijn
Afstand: 2 km
1. Molen De Haan.
2. Noors huis aan de
Krabbendijke.
3. Verhard karren
spoor Bagijntje.
4. Grote Kerk.
rechterhand opgeheven. Een pose die past bij
de hoogste ambtenaar in het land, die hij ooit
was. Of heft 'vadertje Cats' zijn hand om die
met een klap neer te laten dalen, al roepend:
'Kinderen zijn hinderen.' We zullen het nooit
weten. Het huidige beeld is gegoten in brons
en een replica van de stenen Cats, gemaakt
door de Gentse beeldhouwer Philippe Par-
mentier. In 1829 was dit het derde standbeeld
in ons land. Nu staat het origineel, gerestau
reerd en wel, naast het graf van Cats' moeder
in de Grote Kerk in Brouwershaven.
Voordat we vanaf de Markt de Baanstraat
inlopen, bewonderen we het charmante
stadhuisje. De eerste vermelding van dit 'ste-
dehuys' dateert al uit 1487. Achter de antieke
glas-in-loodraampjes huist tegenwoordig het
moderne callcenter van een incassobureau.
Ook op de Markt is de historische Stadswaag,
een herinnering aan vervlogen tijden toen
Brou als voorstad gold voor Rotterdam en
Dordrecht.
Na het opsnuiven van wat oude geschiedenis
wandelen we via de Baanstraat de Molenstraat
in. Aan weerszijden passeren we huizen die
vanaf de straatkant kleiner lijken dan dat ze
in werkelijkheid zijn. Zo te zien hebben bijna
alle woningen een diepe achtertuin. Dat de
straat hoger ligt dan de tuinen is goed te zien
bij Restaurant de Brouwerie op nummer 31
waaraan een lagergelegen serre is gebouwd. In
het voorbijgaan zien we dat de tafeltjes keurig
gedekt zijn. Toch is het alweer drie jaar geleden
dat hier de laatste gerechten werden uitge-
serveerd. Jeannette van den Hamer die in het
pand ertegenover een goedlopend kledingate
lier runt, vindt het jammer dat de Brouwerie te
koop staat. „Het gaf een bepaalde levendigheid
en gezelligheid in de straat. En je kon er lekker
zitten in die serre, heel romantisch onder de
wijnranken."
We vervolgen onze weg tot aan het eind
van de straat. Daar ontdekken we dat Molen
de Haan uit 1724 als vakantiewoning dient.
Omdat er geen logees zijn, wagen we ons op
het terras. Een adresje om te noteren want
laten we eerlijk zijn, wat is er mooier dan je
buitenlandse kennissen te slapen leggen in een
Hollandse Molen?
Vanaf de molen wandelen we Krabbendijke in,
richting Nieuwstad. Rechts passeren we twee
huizen met een Noorse snit. Ze zijn van na
de Ramp toen de Scandinavische landen veel
bouwmaterialen leverden voor de wederop-
5. Boerderijwinkel
aan de Schuitkade.
6. Jachthaven.
BROUWERSHAVEN
Op de lagere school maak
ten we wel eens, onder
leiding van de meester,
educatieve fietstochtjes.
Zo gingen we ook een
keer naar Oranjezon. Na
de fietstocht vanuit Zuid-Beveland gingen we
Ranja drinken in de plaatselijke uitspanning
en daarna wandelden we met z'n allen door
de duinen naar zee. Daar ter plaatse was het
strand erg breed. Daarom heette het strand
ook Breezand vertelde de meester voldaan.
„Maar waarom heet het hele gebied hier
Oranjezon? vroeg ik hem. Die vraag verraste
hem zichtbaar. Na enig peinzen antwoordde
hij op onverschrokken wijze: „Omdat de zon
hier zo prachtig in de zee ondergaat. Net een
grote oranje bal." Toen het pedante, eigenwijze
kereltje dat ik was en wellicht nog ben, hem er
op wees dat dit de noordpunt van het eiland
was en de zon in het westen onderging, richtte
hij de aandacht van de klas snel op de bad- en
zwemmogelijkheden ter plaatse, terwijl hij
iets lelijks in zichzelf mompelde. Oranjezon
als naam heeft, weet ik inmiddels al lang, meer
met de Oranjes te maken dan met de zon.
Eigenlijk heet het duin- en bosgebied hier ter
plaatse het Markiesbosch. Want het gebied
hoort sinds de Reformatie bij de stad Veere,
en de Prinsen van Oranje waren Markies van
Veere. Voor de Reformatie hoorde dat gebied
toe aan de abdij van Rijnsburg. Die Zuid-
Hollandse abdijorde had veel bezittingen in
Zeeland, waaronder gebieden rond Vrouwen
polder. Tot ongeveer 1250 lag de noordkust van
Walcheren een stuk meer landinwaarts en was
de plek van het huidige dorp Vrouwenpolder
nog een slikken- en schorrengebied. De grens
van Walcheren liep ruwweg van Lepelstraat
tot waar nu het landgoed Overduin ligt. Na be
dijkingen (zoals gezegd onder auspiciën van de
abdij van Rijnsburg en ook van de Lieve Vrou
wenabdij van Middelburg) groeide Walcheren
met totaal zo'n 500 hectares. Die werden
meestal de 1200 gemeten van het ambacht Al-
lardskerke genoemd. Die laatste naam kennen
we nu als Serooskerke. Die nieuwe polder - ei
genlijk een aantal kleine afzonderlijke polder-
tjes - waren daarvóór het stroomgebied van de
Zwene. Of op z'n Zeeuws gezegd het Zwin. Die
naam treffen overal in Zeeland aan. De Zwene
stond in verbinding met de zee. Op 2 plaatsen.
Enerzijds waar nu Overduin ligt, en aan de
andere kant ten noordoosten van het huidige
dorp Vrouwenpolder. De chic waterpartij in
de tuinen van Overduin bestaat voor een deel
nog uit de oude kreekresten van de Zwene.
En de boerderij die bij Overduin hoort, ligt op
een restant van de oude noordelijke zeedijk
(het half afgegraven Hogedijkje). Met name bij
het woonhuis van de hoeve is dat nog goed te