H1927 feest. Onder het wap perend rood-wit-blauw opende de Spoorweg- Maatschappij Zuid-Beve land er een station. Met de snelheid van een solex reed tussen Goes en Hoedekenskerke voortaan een tram. Harder mocht niet, had de verantwoordelijk minister besloten. De lijn sloot mooi aan op de veer dienst Hoedekenskerke-Terneuzen en is lang in gebruik geweest. Lange tijd zijn personen en goéderen vervoerd over dit spoor. Na de komst van de nieuwe Sloelijn in 2009 is de exploitatie van het spoor gestaakt. Kort daarna is ook het station afgebroken. Wij gebruiken de lege plek als parkeerplaats en startpunt voor een stevige wandeling. 4l V Tummi VLjcjeueter wi Haruuj vreter Sneeuwvlokjes. De akkers rondom Heinkenszand liggen onder een laagje wit poeder. Ze steken af tegen het grijze wolkenpak boven onze hoofden. Dat weerhoudt ons er niet van een wandeling te maken in en om het dijkdorp in de Zak van Zuid-Beveland. Lopen over oud land, tussen de bomen van een romantisch landgoed en op de graspollen van een onverharde dijk. Heinkenszand vierde in „Het stationsgebouw had wat ons betreft nog wel even mogen blijven staan", zegt molenaar Bas Quist van molen De Vijf Gebroeders. De korenmolen staat naast het kale stuk land waar alleen het talud nog herinnert aan de lijn Goes-Hoedekenskerke-Goes. „Soms krijgen we hier bussenvol bezoekers. Die mensen kunnen niet allemaal tegelijk de molen in. Om ze een kopje koffie te kunnen aanbieden hebben we ruimte nodig. Nu zijn we aan het nadenken over nieuwbouw. Maar daar is veel geld voor nodig." Langs de rij kale knotwilgen lopen we naar de Slaakweg. Aan het eind slaan we linksaf de Westdijk op. Kale akkers en stukken land met lange rijen zwartebessenstruiken wisselen elkaar af. Langzaamaan nemen de sneeuw- spatjes serieuzere vormen aan en de Ouwe dinsdag 22 januari 2013 landpolder kleurt weldra wit. Dit is het oudste stukje Heinkenszand. Het is de zandplaat van Heynekyn die in de veertiende eeuw moet zijn bedijkt. Via het Bossepad kan je zo de polder inwandelen, maar wij steken onze neuzen om de deur bij klompenmakerij Traas. Traas is een van de laatste twee of drie ambachtelijke klompenmakerijen in Nederland. Tien tot vijftienduizend klompenparen komen hier jaarlijks uit de fabriek. Raymond Kooman start juist de klompenkopieermachines op. Voor het maken van klompen gebruik je verse broodjes. Die komen niet van de bakker, het zijn blokken vochtig populierenhout. „We gebruiken vier mallen per maat", vertelt de klompenmaker. Raymond leerde het vak van Kees Traas die de boel heeft verkocht, maar nog wel naast de fabriek woont. „Het omstel len van die machines naar een andere maat is een dagtaak. Vandaag is maat 35 aan de beurt." De scherpe, ronddraaiende beitels schrapen langs het hout. De krullen vliegen in het rond. Al gauw neemt het blok de vorm van een klomp aan. „Afhankelijk van de grootte van de klomp, maak ik er zo'n vijftig per uur." In het winkeltje zijn alle maten te koop. Onbe- je, aan de rechterkant, wandelen we het bos werkt of voorzien van een laagje met de hand van Landgoed Landlust in. In de volksmond aangebrachte verf. Alle kleuren zijn mogelijk, het bos van Van Citters, genoemd naar de maar geel is de traditionele kleur voor de zon- familie die de buitenplaats rond 1800 in eigen- dagse klompen. dom had. „Een uniek bos voor Beveland." Ter- Via een restantje van wat ooit 't Kerkepadje reinbeheerder De Groot loopt met een lange was - een lijnrecht pad van 't Ouweland naar peilstok een paadje op. Hij vertelt over een de kerk middenin het dorp - gaan we een wijk bijzondere ontdekking. „Bij het uitbaggeren in met villa's, herenhuizen en twee-onder- van de vijver, stuitten we op een oud paadje een-kappers. Aan het eind van de Kerklaan rondom de vijver. Uit negentienhonderd. We rechts gaan we de Dorpsstraat in. Vóór 't Dijk- hadden wel een vermoeden dat het er lag, f maar waar precies dat wisten we niet. En daar, tussen die twee bomen was een theehuisje", wijst hij. Wat een romantiek, zo middenin het dorp. Terug in de Dorpsstraat kijken we even om naar de zwarte boerenschuur van de histo rische buitenplaats: De sneeuwvlokken zijn nu net zo wit als de biezen langs de mendeuren. Vanaf de Dorpsstraat stappen we 't Dijkje op. In de zomer een van de befaamde bloesem- dijken in de Zak van Zuid-Beveland. Nu een wit spoor. Het leidt ons naar de Heinkens- Afstand: 5 km 1Molen De Vijf Gebroeders. 2. Klompenkopieerma chine bij Traas. 3. Landgoed Landlust. 4. Wei met schapen. 5. Winkel Lekker Zoet en Meer. 6&7 Heilige Blasius- kerk Vanaf de Vlissingse Nolle tot aan het stadje Veere ligt een duingebied met stranden aan de zee, zo mooi, zo licht, dat ik er heimwee naar krijg zodra ik in het buitenland ben. Die buitenschil van Walcheren, het meest westelijk gelegen stukje Nederland, fungeert tevens als frontlinie, als eerste golfbreker van de Noordzee die tegen ons land aanbeukt. Ook letterlijk ligt dit land in de frontlinie, want in tijden van oorlog fun geert die kust als Kop van Jut - denk aan 1809, de Napoleontische tijd, denk aan 1944. En ook is het een uitvalspunt natuurlijk, want hier vandaan zijn de Zeeuwse zeevaarders op weg gegaan de wereld in, 'tot aan de uitersten der aarde' om het eens Bijbels te zeggen. Die lange gebogen kustlijn, met z'n duinen, z'n bossen, zijn stranden en de zee met zijn vele geulen en stromingen heeft een lange geschiedenis. Die historie is terug te lezen uit een aantal vreemde, soms onverklaarbaar geworden namen vanuit het verleden. Het begint al met de 'Vijgeneter' bij de Vlissingse Nol. (En eerder natuurlijk al bij het havenhoofd en Vlissingen zelf, maar da's een lang en apart verhaal). De Vijgeneter is ooit de benaming geweest van een wachtlokaal met batterij en de vuurbaak erbij. De wachters kauwden blijkbaar gedurig op gedroogde zuidvruchten. Iets verder liggen Zwanenburg - benaming van een voormalig landgoed en een huidige boerderij - en in zee de Sardijngeul en de diepe Galgeput. Ter hoogte van die put in zee lag het duin met de galg van Vlissingen. Verderop naar Zoutelande ligt een diepe geul die eenvoudigweg Spleet heet. Ervoor ligt Deurloo. Daarvan heb ik de betekenis nog niet kunnen vinden. Verder naar het noordwesten liggen de zandbanken De Domburgse Rassen, ook wel Queerens genoemd. Raadselachtiger kan niet meer. Een geultje ernaast heet Urk, dat sluit aan bij de Roompot, een mooie suggestieve naam voor woelig, schuimend water. De duinen langs de kust moet je eigenlijk vanaf de zee, vanaf een varend schip bekijken. Eeuwenlang heb ben vooral de apart gevormde hoge duinen dienst gedaan als herkenningspunten voor de zeevaarders. Zo zijn de namen Hakkeling, het Klinkertsduin, de Trommel, het Koeduin, het Roggebrood, 't Grauw, het Westeroog, het Oosteroog ontstaan. Net als de Blinkert en de Kaalkop. De laatste waren natuurlijk onbe groeide, kale duinen. Nu al lang niet meer, de blote duinen zijn beplant met helm en bomen. Alles om het stuiven tegen te gaan. De Mante-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 40