spectrum 8 Het zou de ideale samenleving worden. Toekomstige bewoners van de Noordoostpolder moesten daarom perfect zijn. Tienduizenden kandidaten solliciteerden op een boerderij op de Verse' grond. Maar alleen de besten waren welkom, schetst Eva Vriend in haar boek Het nieuwe land. Ruim zestig jaar nadat de eerste boeren naar de polder kwamen, is er nog verdriet en woede bij degenen die werden afgewezen. Zaterdag 12 januari 2013 Hopen op een plekje in de aar opa pachtte een boerderij in De Wee- re, in de West-Friese klei bij Hoorn, Het was 1951. Stilletjes droomde hij van een groter bedrijf. Moder ner, ruimer. In de Noordoostpolder waren kansen. Dus solliciteerde hij naar een plek in die nieuwe wereld. Een wereld volgens de tekentafel, met rechte wegen, identiek gebouwde boerderijen met erbij behoren de rijtjes 'arbeiderswoningen'. Als onderdeel van de selectieprocedure kwam een ambtenaar in De Weere op in spectie. Een visite om te kijken of de gega digde geschikt was. Het was een onaange kondigd bezoek, dus geen tijd om rommel op te ruimen of je anders voor te doen dan je bent. „Ze selecteerden weliswaar alleen nieuwe polderbewoners, maar ze gingen daarbij al dan niet bewust uit van het ide aalbeeld dat domineerde in Nederland", schetst Eva Vriend in haar boek Het nieu we land. „Hoe hoor je je te gedragen? Hoe dien je in het leven te staan? Hoe moet je eruit zien? Hoe run je je huishouden? Hoe voed je je kinderen op? De polder was een reclamefolder voor Nederland." Hoewel haar opa bij het bezoek eèn aanva ring had met de 'keurmeester', kwam hij door de zeef Maar er waren ook duizen den kandidaten die werden afgewezen. Om het daarna keer op keer - tevergeefs - opnieuw te proberen. Speurend naar het antwoord op de vraag waarom haar opa werd 'goedgekeurd' en anderen niet, dook Eva Vriend in de ar chieven, praatte ze met betrokkenen en zocht ze contact met de afvallers. De pol derbewoners die door de keuring kwa men, lieten zich graag interviewen. Over je door Jan Vriend succes vertellen is niet zo moeilijk. Maar voor haar boek richtte ze zich vooral op de groep die werd afgewezen. Om te noteren hoe het voelt, als je er niet bij mag horen, wat er gebeurt als je droom in duigen valt. „Hun verhaal is zeker zo interessant. En die hoek was nog nooit belicht." De overheid had keus genoeg bij de selec tie van de nieuwe polderboeren. Want haar opa was niet de enige agrariër die naar de Noordoostpolder wilde. Voor het totaal van de 1.600 beschikbare bedrijven waren maar liefst 45.000 gegadigden. In 1951 aasden pakweg 3.018 kandidaten op de 135 boerderijen die dat jaar te vergeven waren. De vruchtbare grond en de nieuwe huizen en schuren lokten. Daarnaast bood het nieuwe land ambitieuze jonge agra riërs een uitgelezen kans om voor zichzelf te beginnen. Zeker voor jongens uit grote gezinnen was dit in de jaren vijftig een unieke gelegenheid: in de pas drooggeleg de polder konden ze eigen baas worden, zonder hun broers in de weg te staan bij de bedrijfsopvolging thuis. Ook voor jonge boeren waar thuis door de komst van de tractor eigenlijk geen werk meer was, bood de polder een welkome vluchtheu vel. Het grote pluspunt is dat je zelfs niet rijk hoefde te zijn om op het nieuwe land te kunnen starten, want het Rijk verpachtte de grond die werd opgedeeld in percelen van 12, 24 en 48 hectare. Allemaal mooie aangesloten kavels die de tijd van keuter boeren voorgoed zou moeten afsluiten. Opmerkelijk aspect: het verschil tussen de grote en de kleine bedrijven mocht niet te groot zijn, om spanningen tussen de 'socia le klassen' te voorkomen, aldus de doelstel lingen. Logisch dat de belangstellenden in de rij stonden, voor de nieuwe grond. Ze sollici teerden bij de rijksdienst die als speciaal be stuursorgaan de baas was over de droogleg ging en de toewijzing van de percelen. Wie kreeg een kans en wie niet? In haar boek beschrijft Eva Vriend dat de eerste bedrijven gereserveerd waren voor de pioniers. Dat wil zeggen: de mannen die na de drooglegging hadden geholpen bij het zware werk om de grond in cultuur te brengen. In de lege vlaktes groeven zij greppels, strooiden kunstmest en bivak keerden maandenlang in barakken waar ze de nacht doorbrachten op strozakken. Het werk was zo zwaar dat de helft het binnen een maand voor gezien hield. Maar voor de volhouders was er een beloning: bij de eerste uitgiftes mochten alleen zij sollicite ren. Toch viel daarmee niet iedereen in de prijzen: voor de 325 belangstellenden wa ren in 1947 slechts honderd bedrijven be schikbaar. Voor de andere sollicitanten golden vaste criteria: ze moesten tussen de dertig en vijf tig jaar zijn, ze moesten getrouwd zijn en ze dienden er financieel goed voor te staan. Daarnaast moesten de nieuwkomers een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de nieuwe samenleving: wie in een schoolbestuur of een kerkbestuur zat, had Foto boven: Eva Vriend. foto Rogier Veldman Foto rechts: Een selectie-ambtenaar bij een inspectiebezoek aan een veehouder die had gesollici teerd naar een boerderij. Uiterst rechts: Alleen het 'ideale gezin' maak te kans op een boerderij in de nieuwe polders. foto's Nieuw Land Erfgoed Centrum

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 60