ii spectrum Het spoor was ooit van iedereen, banken betekenden zekerheid Veiligheid zou niet alleen over criminaliteit moeten gaan, maar ook over gebrek aan zekerheden, saamhorigheid en geborgenheid. Wie echt iets aan het onveiligheidsgevoel wil doen, zou dat vanuit die bredere benadering moeten aanpakken. Zaterdag 5 januari 2013 ons onveilig voelen Hoe onveilig is Nederland? De criminaliteit neemt al ja ren af. In 2010 registreerde de politie 1,2 miljoen misdrij ven. Dat is 5 procent min der dan een jaar eeFder en 12 procent min der dan in 2005, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook het aantal meldingen van misdrijven door burgers neemt af. En toch voelen mensen zich nauwelijks veiliger, blijkt uit ander on derzoek van het CBS. Hoe kan dat? Lezen ze, zoals in het verle den wel werd geschamperd, de verkeerde kranten en bekijken ze de verkeerde televi sieprogramma's? Daar lijkt het niet op, want alle kranten en alle zenders besteden ruimschoots aandacht aan criminaliteit. Dat kan juist al een deel van de onveilig heidsgevoelens verklaren. Hetzelfde geldt voor de overvloedige aan dacht van de overheid. Terwijl de misdaad steeds verder afneemt, voert de overheid de bestrijding ervan steeds verder op. Van uit het standpunt dat elk misdrijf er een te veel is, is dat te billijken. Maar kennelijk gaan mensen zich er niet veel veiliger door voelen. Hier is een andere verklaring: het veilig heidsgevoel wordt niet alleen bepaald door criminaliteit of de angst daarvoor. Mensen voelen zich ook - en misschien wel vooral - onveilig en bedreigd, omdat heel veel zekerheden zijn verdwenen. Om dat ze dag in dag uit moeten concurreren, assertief moeten zijn, met hun ellebogen moeten werken en voor zichzelf op moe ten komen. Omdat ze bang zijn dat ze an ders worden belazerd. Altijd en overal moeten ze op hun hoede zijn. Daarom zou het begrip veiligheid veel rui mer moeten worden opgevat. Het zou niet alleen over criminaliteit moeten gaan, maar ook over gebrek aan zekerheden, saamhorigheid en geborgenheid. Wie echt iets aan het onveiligheidsgevoel wil doen, zou dat van vanuit die bredere benadering moeten aanpakken. De economische crisis is momenteel mis schien wel de belangrijkste bron van onvei ligheid. Na de 'roaring nineties', waarin de bomen tot in de hemel leken te groeien, is het economische vooruitzicht voor een groot deel van de Nederlanders slechter ge worden. Mensen zien hun pensioenen ver dampen en de waarde van hun huis dalen. Velen, ook hoogopgeleiden, hebben hun baan verloren en wie nog wel werk heb ben, zijn hun baan niet meer zeker. Op de werkvloer is de cultuur veel harder en vijandiger geworden. Managers worden steeds vaker geselecteerd om te saneren en minder om op te bouwen. De baas die voor een veilige omgeving zorgde waarin creativiteit kon gedijen, is vervangen door een passant zonder binding met het be drijf of personeel die je elk moment kan laten vallen. Het managerskookboek gebiedt dat je 'du re' oudere werknemers vervangt door 'goedkope' jongere die je zo kunt ontslaan. Op korte termijn levert dat lagere loonkos ten op, maar op langere termijn is het do delijk als ervaring wordt weggesneden. door Frits Bloemendaai illustratie Studio BLiQ Wat met het toverwoord flexibiliteit wordt verkocht, is in werkelijkheid een ge weldige kapitaalvernietiging. Als je elke keer weer nieuwe mensen het kunstje moet leren, verlies je productiviteit, hoe goedkoop dat personeel ook is. Nederland wil zo graag een kenniseconomie zijn, maar op deze manier gaat juist kennis ver loren. Dat wordt nog erger nu de nieuwe norm lijkt dat mensen niet meer in vaste dienst worden genomen. Ze mogen zich melden als zzp'er of als payroller en zodra ze over bodig zijn, worden ze bedankt voor hun diensten. Van dit soort mensen kun je helemaal geen teamwork verwachten, ze zullen al leen naar hun eigen belang kijken. Als de binding met hun bedrijf wordt verbroken, gaan ze zich ernaar gedragen. Ik een weg- werpwerknemer? Dan jij een wegwerp- werkgever. Dat zal zich laten voelen, zodra de werkgelegenheid aantrekt. De werkvloer is niet meer een plek waar je je thuisvoelt en je veilig waant, maar een strijdperk waar je collega's je concurrenten zijn en waar onderlinge verhoudingen worden gereduceerd tot de vraag wat jij er beter van wordt. Radicale markteconomen menen dat dat nooit anders is geweest en dat mensen al tijd enkel op hun eigen gewin uit zijn ge weest. De Amerikaanse politicoloog Fran cis Fukuyama neemt in The origins of politi cal order afstand van dit mensbeeld, dat mede ten grondslag ligt aan de Amerikaan se staat. Aan de hand van vele studies laat hij zien dat mensen geen individualis tische wezens zijn die alleen samenwerken om hun persoonlijke belang te behartigen. Mensen zijn juist van oorsprong sociale wezens die samenhang zoeken. Een econo misch en politiek systeem dat gebaseerd is op een puur individualistische visie op de mens, slaat de plank mis, betoogt hij. „Dat individualisme de harde kern vormt van ons economische en politieke gedrag, komt alleen maar doordat we instituties hebben ontwikkeld die onze meer natuur lijke gemeenschappelijke instincten onder drukken", schrijft Fukuyama. In zijn boek Identiteit trekt de Belgische psychotherapeut Paul Verhaeghe dezelfde conclusie. Ook hij betoogt dat de mens in de eerste plaats een sociaal wezen is. Hij is gericht op samenwerking, op voorwaarde dat de omgeving dat gedrag bevordert. En dat laatste is nu net wat ontbreekt. Volgens Verhaeghe is de huidige (wester se) cultuur gebaseerd op het recht van de sterkste. Dit 'neodarwinisme' vloeit voort uit het neoliberalisme, dat mensen tegen elkaar opzet en ziek maakt. Letterlijk ziek. Verhaeghe somt een reeks aan psychische aandoeningen op die er een gevolg van zijn. Voor een gezondere samenleving waarin de mens weer het sociale wezen kan zijn, zijn structuur en geborgenheid nodig. Die geven mensen een veilig gevoel van waar uit ze zich verder kunnen ontplooien en meer nut voor de gemeenschap kunnen hebben. Samenwerking komt tot stand vanuit ver trouwen en niet vanuit wantrouwen. Als we elkaar alleen maar als vijanden waren blijven zien en plunderend hadden rondge trokken, hadden we nog in het stenen tijd perk geleefd. Verhaeghe laat zien dat naast die stabiele omgeving ook duidelijke autoriteitsfiguren cruciaal zijn voor een gezonde identiteits ontwikkeling. Leiders (ouders, leraren, poli tici) die een doel formuleren, heldere gren zen stellen en vertrouwen geven. Fukuyama benadrukt het belang van insti tuties die dat vertrouwen waarborgen en een gevoel van zekerheid geven. In de eer ste plaats zijn dat de instituties die de de mocratische rechtsstaat waarborgen: poli tiek bestuur, rechterlijke macht en politie/justitie. Maar daar stopt het niet Tot voor kort wa ren er ook andere instituties die van be lang waren voor het gevoel van veiligheid en geborgenheid. Neem de PTT. Was het geen geruststellend gevoel dat de postbode twee keer per dag langskwam en dat de brievenbus om de hoek stond? Dat er post kantoren waren? Nu komen er soms wel vier verschillende types, op allerlei tijden bellen mensen met pakjes aan die zich, als je niet binnen drie seconden opendoet, uit de voeten maken om het pakje bij een wildvreemde aan te bieden. Het openbaar vervoer is ook zo'n onder schat onderdeel van het sociale weefsel. Het spoor was ooit van iedereen, sinds de verzelfstandiging is het van niemand. Banken en verzekeraars (de naam alleen zegt het al) stonden voor zekerheid: je kon er met een gerust hart je geld heen bren gen. Nu heb je alleen maar meer zorgen. Sinds de Postgiro en Postbank zijn opge gaan in de ING staan ze voor roekeloze on dernemingen die met ons geld casinootje spelen. Aegon was ooit een verzekeraar, maar voor velen is de enige zekerheid in middels dat ze een kapitaal kwijt zijn. Gas, water en licht, de telefoon en de tele visie: het was allemaal keurig geregeld. Je betaalde misschien iets meer, maar je had er geen omkijken naar en je hoefde niet el ke keer de rekening te controleren om te kijken of je een poot werd uitgedraaid. Van al deze instituties wist je: ze zijn be trouwbaar en ze zijn van ons en vóór ons. Door de talrijke financiële schandalen met zorg- en onderwijsinstellingen, pensioen fondsen en woningcorporaties is het ver trouwen erin inmiddels tot een minimum gedaald. Het zou kortom heel goed kunnen zijn dat niet zozeer angst voor misdrijven, maar de afbraak van sociaal weefsel en instituties er de belangrijkste reden van is dat mensen zich onveilig voelen. Het is niet alleen be dreigend, maar ook slopend als je altijd op je hoede moet zijn. Het levert permanente stress op en die kan je lichaam en geest langzaam slopen. Mensen die zich angstig en opgejaagd voe len worden kribbiger, agressiever. Dat ver sterkt vervolgens weer het onveiligheidsge voel. De overheid, die zelf ook gevangen zit in de overheersende cultuur, ziet het niet als haar taak om dit sociale onbehagen te be strijden. 'De overheid is geen geluksmachine', zegt premier Mark Rutte graag. Intussen maakt de overheid de onzekerheid op de arbeids markt alleen maar groter, door de WW-duur te bekorten en ontslag makkelij ker te maken. En ook door de markt (meer) ruimte te ge ven in de zorg en de huursector. Dat kon wel eens een dure vergissing zijn. Het Onbehagen in de samenleving onder mijnt niet alleen het vertrouwen in elkaar, maar ook in de overheid en instituties. In de VS, waar mensen nog veel meer el- kaars concurrent zijn en het zelf moeten uitzoeken, is het vertrouwen in de over heid tot een dieptepunt gedaald. De reactie van de bevolking is dat zij terug valt in meer primitieve organisatievormen: omdat mensen zich niet meer herkennen in de staat, clusteren ze zich in gemeen schappen met gelijkgestemden. In buurten en regio's, in gemeenschappen op het in ternet. Echte saamhorigheid is dat niet, de bin ding duurt zolang die profijtelijk is. Die ontwikkeling komt ook in Nederland opzetten en als we niet uitkijken raken we het sociale weefsel in hoog tempo kwijt. We verschuilen ons achter de dijken, in ga ted communities of kasteelwoningen en ver trouwen alleen ons soort mensen. Binnen die nieuwe clans voel je je mis schien veilig, maar omdat contact met an dersdenkenden afneemt, wordt de wereld daarbuiten onbegrijpelijker en bedreigen der dan ooit. Bronnen: Paul Verhaeghe - Identiteit (2012) Francis Fukuyama - The origins of political order (2011CBS - Integrale veiligheidsmonitor 2011 CBS - Geregistreerde criminaliteit en slachtoffers (2012) reageren? spectrum@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 59