3 spectrum
MIJN REDDING
jj|_
Annemarie Oster
Zaterdag 5 januari 2013
O?
Uiterlijk speelt een belangrijke rol in je
columns. Vanwaar die fixatie?
„Van kinds af aan was ik met mijn uiterlijk
bezig. Zoals de meeste meisjes vond ik me
zelf niet knap; bovendien had ik flaporen
en een geboortedefect aan mijn oog. Ik
ben al vroeg geconfronteerd met onvolko
menheden." Een zucht: „Mijn ouders kon
den mij niet hebben, omdat ze acteurs wa
ren. Ze brachten me onder bij pleeg
ouders, zodat ik me als kind afgewezen
voelde. Ik dacht dat ik heel erg lelijk was,
niet om aan te zien, niet om te hebben.
Omdat ik altijd erg voor mezelf moest op
komen, ben ik een vechtersbaasje gewor
den. 'Van de nood een deugd maken'
werd mijp devies. Dat doe ik eigenlijk in
alles; met mijn schrijven, maar ook met
mijn uiterlijk. Wist net die dingen aan te
trekken of mijn haar zo te doen dat ik op
viel."
Kun je dat uiterlijk ook wel eens van je af
schudden?
„Nee, niet zo makkelijk. Ik tors het altijd
mee. Ben me er erg bewust van. Te allen
tijde, zelden ben ik onbekommerd. Ik ben
vaak een blok aan mijn eigen been."
Deze zelfspot maar ook ironie en humor
blijken voor Oster de manier om het alle
daagse leven dragelijk te maken en glans te
geven. Het is, naast haar stijlvolle Neder
lands, het meest in het oog springende
kenmerk van haar werk.
Hoe is die vorm ontstaan?
„Ironie is mijn tweede natuur, het is ook
mijn redding. Ik had het als kind al. Van
nature ben ik vrij somber, lijd ik aan wisse
lende stemmingen. Himmelhoch jauchzend,
zum Tode betrübt. Ik heb van die dagen dat
ik denk, gatverdamme, ik heb helemaal
geen zin om op te staan. Waarom, waar
toe? Het is natuurlijk vervelend om 70 te
zijn en te weten dat het einde in zicht is.
Wat zei Woody Allen ook al weer over de
dood? I'm strongly against it!" Ze lacht har
telijk.
Kunnen mannen tegen je zelfspot en ironie, of
schrikken die hen juist af?
„Nee, mannen gunnen vrouwen dat niet
zo, die willen zelf de leukste zijn, thuis en
buitenshuis. Ik werd altijd op een bepaalde
manier aangetrokken door mannen die
me op mijn plaats wilden zetten. Ik dacht
dat dat gedrag tijdens zo'n verhouding na
een tijdje wel overging. Maar dat was niet
zo. Mannen veranderen niet, net zomin als
ik."
Over mannen gesproken. Je vader komt in je
werk veel minder voor het voetlicht dan je
moeder. Welke rol speelde hij in je leven, wat
betekende hij voor je?
„Heel veel. Maar ik was ook een beetje
bang voor hem, omdat hij zo verschrikke
lijk grappig en geestig, scherp en flirterig
was, ook met mij. Vooral toen ik een leuk
type van mezelf had gemaakt en er goed
uit begon te zien. Mijn ouders zijn vrij snel
gescheiden. Ik heb met mijn moeder ge
woond, met mijn vader nooit. Ik ken hem
alleen als een charmante grappenmaker
die vreselijk zijn best voor me deed. Ik
weet nog dat zijn tweede vrouw, op wie ik
overigens erg dol was, zei: 'Hè, Guus, sloof
je niet zo uit voor dat kind!'"
Hij wilde leuk gevonden worden door jou,
zijn dochter?
„Ja. En hij kon altijd rekenen op mijn schal
lende lach. Hij deed conferences thuis en
hij kon dan ook tragikomisch en ontroe
rend zijn. Hij was echt een heel bijzondere
man, maar hij had ook veel irritante eigen
schappen. Maar toen ik kind was, heeft hij
me echt dood laten vallen. Dat wel."
Stilte. Dan: „Het was erg knap van mijn
moeder dat ze nooit een onvertogen
woord over mijn vader heeft gezegd. Dat
is mij niet gelukt ten opzichte van de va
der van mijn kinderen, ik liet wel eens het
woordje klootzak vallen."
Verworvenheden van de oude dag.
Zijn die er?
„De angst om afgewezen te worden is een
stuk minder dan vroeger. En dat je de wijs
heid hebt om te begrijpen waarom men
sen dingen doen en laten; dat ze ook maar
worden gestuurd. 'Schuldeloze schuld'
noemde een Bloemendaalse psychiater
dat. Mooi gezegd. Ik zie nu ook beter wat
mijn moeder nodig had. Ik probeerde haar
een hart onder de riem te steken door te
zeggen dat ze eens naar de film moest
gaan, dat ze zich leuk aan moest kleden,
dat haar leven niet afgelopen was. Maar
wat ik had moeten doen is mijn armen
om haar heen slaan en zeggen hoeveel ik
van haar hield. Dat is wat je wilt als moe
der, dat je kinderen lief tegen je zijn. Want
van hen houd je toch het meeste."
reageren?
spectrum@depersdienst.nl
Geboren: 17 november
1942, Den Haag.
Samenwonend: Annemarie
Oster heeft twee zoons.
Televisie: Door de ogen van
Annemarie Oster, Hadimassa.
Vanaf 1980 publiceert ze
eigen werk. Ze schreef on
der meer een boek over
haar ervaringen als moeder
en twee boeken over haar
eigen moeder.
Ze heeft lange tijd theaterre
censies geschreven voor
HP/De Tijd. Ook levert ze
tot nu toe diverse bijdragen
aan verschillende dag-en
weekbladen. Momenteel
heeft ze een wekelijkse
column in de Volkskrant.
Boeken (selectie): Mooi ge
weest (Podium 2012); Een
vrouw om achterna te reizen
(Nijgh Van Ditmar 2010);
Koude wind, Ank (De Arbei
derspers 1985); Een moeder
van niks (Arbeiderspers
1980).