II
De nationale politie in vogelvlucht
Agent belt vaker met slachtoffer
'Dat is de grootste angst die er leeft bij de collega's, dat ze hun
werkplek moeten verlaten'
vrijdag 4 januari 2013
Tom Ritsema, wijkagent in Zuid-Oost-Drenthe
foto Rob Gorter
ongevraagd in de systemen wat er bijvoorbeeld
over een adres, kenteken of persoon bekend is.
„Daardoor zijn collega's veel beter voorbereid
als ze ergens op af worden gestuurd", legt Men-
gerink uit. „Voorheen kon je alleen een kente
ken opvragen, dan kreeg je zeg maar de dooie
informatie. Nu gebruiken alle meldkamers het
RTIC. Dus als een Amsterdammer in Gronin
gen iets uitvreet, hebben we in no time de Am
sterdamse informatie erbij."
Wat telkens als een mantra in de plannen voor
de nationale politie klinkt, is dat 'de professio
nele ruimte' van de politie wordt hersteld. Dat
houdt in minder bureaucratie en meer eigen
initiatief. Dros gelooft er heilig in. „Vaak ging
het in het verleden zo dat als politiemensen on
tevreden waren, bijvoorbeeld over de aanpak
van uitgaansgeweld, ze de leiding vroegen het
probleem op te lossen. En als het dan niet bin
nen twee weken was geregeld, leidde dat tot on
vrede over die leiding. We willen dat de dien
ders op straat en de leidinggevende veel meer
samen tot een oplossing komen."
De politiechef hoort soms geluiden dat de
vrees bestaat dat de politie verder van de sa
menleving komt te staan. „Dat is niet aan de or
de", stelt Dros. „Er komen juist stevige basis
teams en er komt één wijkagent op 5.000 inwo
ners. Die wijkagent kent z'n dorp, zijn wijk,
zijn pappenheimers. Wij geloven in de filosofie
dat de allergrootste brand in het begin nog met
een kopje water te blussen is."
De nationale politie bestaat uit tien regionale eenheden en een lan
delijke eenheid onder Gerard Bouman die gisteren als korpschef is
beëdigd. De regionale driehoek (burgemeester, Openbaar Ministe
rie en politie) houdt het gezag over de politie in de gemeenten. Mi
nister Opstelten van Veiligheid en Justitie stelt de landelijke priori
teiten vast waar de eenheden zich aan moeten houden. Het groot
ste deel van het politiewerk wordt gedaan door de zogeheten ro
buuste basisteams met maximaal tweehonderd politiemensen.
Mensen die aangifte hebben gedaan van woninginbraak, horen bin
nen twee weken van de politie wat er met hun aangiften wordt ge
daan. Dat heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie afge
sproken met de nationale politie.
Volgens de politievakbonden een onhaalbaar plan, gezien de tijd
en de mankracht die dat kost. Maar in Noord Nederland hebben ze
goede ervaringen. „Wij zijn er in december al mee begonnen en
we krijgen goede respons", vertelt politiechef Oscar Dros. „Het
geeft mensen vooral het gevoel dat er iets met hun aangifte wordt
gedaan. En wat kost nou één telefoontje?"
Dros belt zelf ook met slachtoffers. „Ingewikkelde zaken moet je
mij niet laten doen, maar over eenvoudige zaken kan ik prima te
rugbellen. Het scherpt ook mijn beeld aan, hoe de werkelijkheid in
elkaar zit."
den, omdat ze het proces niet willen afwach
ten. En hoe langer het duurt voordat er duide-
lijkheid is, hoe meer dat gebeurt."
Vooralsnog blijft alles bij het oude. Agenten
zijn op hun oude werkplek begonnen, alle poli
tiebureaus zijn nog open. Voorlopig dan, want
op gebouwen moet bezuinigd worden.
Dros vindt het niet zo interessant hoeveel bu
reaus er waar moeten sluiten. „We zijn er veel
meer mee bezig hoe de dienstverlening voor
de burger zo goed mogelijk moet verlopen. Dit
staat steeds meer los van de plaats van huisves
ting. Als jij de politie nodig hebt, moet je die
op een goede, moderne manier kunnen berei
ken. Dat kan zijn via internet, dat we bij je
thuis komen of via telefonische aangifte."
Ook het gezag over de politie verandert niet.
Dros: „Het lokale gezag blijft in charge. Daar is
geen misverstand over."
Dus mocht een gemeente geconfronteerd wor
den met een voetbalwedstrijd of een Project
X-feest, dan bepaalt de burgemeester, samen
met de politie en het Openbaar Ministerie in
de lokale driehoek of er meer politie-inzet
moet komen. „En laat de politie dan regelen
waar die mensen vandaan komen. Met de na
tionale politie kan er veel eenvoudiger en snel
ler worden opgeschaald."
De politie wordt daarbij sinds kort geholpen
door een nieuw informatiesysteem, het Real Ti
me Intelligence Center (RTIC). In alle meldka
mers luisteren nu specialisten mee en zoeken
V