Familiebezit moet je delen kerstmis 20 Jan en Annemiek van de Velde wonen en werken op de plek waar hun overgrootouders ruim honderd jaar geleden een zomerverblijf hadden. Het echtpaar verruilde een rijtjeswoning in Wageningen om het Zeeuwse familiebezit in stijl voort te zetten. Zaterdag 22 december 2012 door Cornelleke Blok foto Meehteld Jansen Is je tussen de hoge bomen over de kronkelige paadjes van de buitenplaats Ipenoord bij Oostkapelle loopt, kost het weinig moeite je voor te stellen hoe Adriaan Kolff en Elizabeth Schulz V. ruim honderd jaar geleden op een mooie zomeravond door de tuin wan delden. Na afloop van zo'n wandeling dronken ze vast thee op de veranda, genietend van het uitzicht op de gro te vijver voor het landhuis. Adriaan KolfFen zijn echtgenote Elizabeth waren de over grootouders van Jan van de Velde. KolfF was een succes vol zakenman uit Rotterdam. Hij kocht buitenplaats Ipenoord in 1908 om er samen met zijn vrouw de zomer seizoenen door te brengen. De buitenplaats was toen al zeventig jaar oud. Elisabeth - die uit Duitsland kwam - was op slag verliefd op het Zeeuwse landgoed, weet ach terkleinkind Annemiek. „Binnen de familie gaat het ver haal dat ze alleen naar Rotterdam wilde komen als Adriaan de buitenplaats Ipenoord zou kopen, maar dat verhaal zal wel een beetje overdreven zijn." Jan en Annemiek zitten aan een tafel in de serre van het huis dat ze omtoverden tot het sfeervolle hotel-restaurant Green White. „Op de plek waar we nu zitten, was vroeger de veranda", vertelt Annemiek. „Alles was open. 's Zo mers is dat'natuurlijk plezierig, maar 's winters niet. Daar om hebben we een serre gebouwd. De pergola's erom heen brengen het beeld van vroeger terug." Ook binnenshuis hebben de Van de Veldes geprobeerd oude elementen in ere te herstellen. „In de kleine salon was een verlaagd plafond gemaakt. Dat hebben we eruit gesloopt en het plafond is in originele staat terugge bracht." Het echtpaar woont zelf in het koetshuis. De voorkant van het huis is bijna helemaal van glas, zodat je vanuit de woonkamer vrij zicht hebt op de buitenplaats. Een paradijsje noemen ze de enorme Engelse tuin om het huis. Ze genieten er volop van, net als hun overgrootou ders. Jan vertelt enthousiast over de schapen, pauwen, ganzen, kippen, honden en de logeerpoes. Annemiek glundert. „Dan zie ik jonge spechten die van hun ouders leren hoe ze mieren uit de grond moeten lokken. Het zijn van die heerlijke taferelen, die zich hier onder je ogen af spelen. Natuur en het dagelijks leven staan hier heel dicht bij elkaar." In 1989 hoorden de Van de Veldes dat het oude familiebe zit, vrijkwam. Tot die tijd was de buitenplaats meer dan 35 jaar een thuis geweest voor verstandelijk gehandicapte kinderen. De familie had Ipenoord al die tijd verpacht aan de Stichting Verpleeg- en Rusthuizen Walcheren. Jan en Annemieke woonden op dat moment, met hun twee kinderen van 7 en 9 jaar oud, in een rijtjeshuis in Wageningen. Jan werkte als milieukundige bij een ingenieursbureau en Annemiek had zich gespecialiseerd in plantenziekten. Toch besloten ze hun comfortabele le ven op te geven en een nieuw bestaan op te bouwen in Zeeland. De eerste jaren waren niet makkelijk, want het huis was niet gerenoveerd. „De wind waaide er dwars door heen", herinnert Annemiek zich. In eerste instantie wilden ze een instituut in het huis vesti gen, gericht op voorlichting en training over milieu- en natuurbeheer. Toen dat plan spaak liep, besloten ze om er een hotel-restaurant van te maken. Annemiek: „We dach ten: 'We hebben A gezegd, nu moeten we ook de rest van het alfabet afmaken'."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 80