i7 kerstmis Zaterdag 22 december 2012 Henk Kisjes: „Alleen zijn blijkt toch ook fijn. Je bent even helemaal alleen met je gedachten. aandacht. Hele levensverhalen hoorde hij aan. Het heeft volgens hem een reden dat deze camping zo vol zit: „Het zijn particuliere huisjes. Op veel ramen hangt een velletje met een o6-nummer. Als je belt, huur je zonder tussen komst, want de eigenaren zijn eigen baas." Op parken als Centerparks met mooie namen als De Hut- tenheugte moet je in december wegwezen; dan is alles vol geboekt en gelden toptarieven. Hijzelf zit liever hier dan thuis in een Zwolse Vinexwijk. Zo kan hij meteen nog iets doen met zijn opleiding psychopastorale hulpverlening. Zijn buurvrouw van een huisje verderop woont hier met twee kinderen nadat haar man haar het huis uitzette. „Heel triest natuurlijk. De bomen zijn kaal, het is koud en grijs en dan zit je dus hier. Maar ik zie haar opbloeien. Ze krijgt het leven gestaag op de rails." Natuurlijk gaat het af en toe ook mis. „Hier tegenover ver huur ik nog een huisje, daar mocht een dakloze in van me, een Ethiopiër met een verslaving. De beheerder van het park ontzegde hem de toegang, nadat hij met een an dere bewoner op de vuist was gegaan. Of met een mes-, ik weet het fijne er niet van". Expres niet. „Er zijn grenzen, soms hou ik het af Er zijn mensen die alle energie uit je zuigen." Drank is daar vaak debet aan, de wiet ook. „Toch ben ik er van overtuigd, dat de meesten na zo'n slechte periode als beter mens vertrekken." Misschien zijn ze dankzij hem dan nog wedergedoopt. Dat probeert hij altijd graag. „Denkt u dat te bekeren bent?", vraagt hij hoopvol bij de deur. Gerard de Jager is de beheerder over wie Maas het net had. Een grote sigaar onder een borstelige snor, ogen met veel mensenkennis. Hij maakt elke avond een ommetje en ziet snel als iets mis dreigt te lopen. Hij is niet blij met de aandacht voor zijn winterse bewoners. Bromt een beetje in zijn snor over de bijnaam Tranendal die de buurt be dacht. „Ik antwoord altijd dat het een Vreugdeberg is. Som migen zijn dolgelukkig als ze na lange tijd uit een rothuwe- lijk kunnen stappen." Hij ontdooit: „Ik zeg maar zo, mijn vrouw en ik wonen nu al vlakbij de camping. Als het mis gaat, kan ik zo oversteken naar een chaletje." Opvallend monter komt Petra Bosman (26) aangestapt, een pak Knorr Wereldgerechten in de hand. Ze zit hier sinds februari toen de relatie met haar vriend in Ommen uitraakte. Het was zijn huis; ze had meteen geen dak meer boven haar hoofd. „Mijn ouders wonen in Wezep, dus ik ben eerst naar hen toegegaan. Maar je bent 26, je wilt je ei gen leven. Ik verdien teveel voor een huurwoning maar heb geen geld genoeg voor een koophuis." Gehuild heeft ze hier. „Ik dacht eerst ook: helemaal alleen in een huisje, dat is misschien niet goed. Het viel me mee, ik kon naden ken over de grote vraag: wat nu?" Toen ze een keer wat dronk in een cafeetje in de buurt, ontmoette ze de buurman uit het huisje achter haar. Ook iemand met een scheidingsverhaal. Je zit in hetzelfde schuitje, dat schept een band. Het was het begin van een praatje. De start van een nieuwe relatie, die alweer een halfjaar aanhoudt. Haar vriend heeft inmiddels een eigen huis. „Oh nee", zegt ze, „ik trek niet bij hem in, daarvoor duurt onze verhouding te kort." Nu het niet meer zo schrijnt in haar leven, zit ze opeens heel anders op de bank in haar huisje op Tranendal - waar haar eigen tranen in elk geval zijn opgedroogd. „Het park heeft mij iets moois gebracht."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2012 | | pagina 77